| |
Kunstkroniek.
Tooneel - en letterkunde.
- Prijskampen. - Het Belgisch Staatsblad kondigt de lijst der reeds uitgegeven of nog ongedrukte tooneelwerken af, die zullen onderworpen worden aan de Jury, gelast met de toewijzing van den driejaarlijkschen prijs der Dramatische Letterkunde, voor het tijdvak 1871-1873. Daarin komen eenige naamlooze of enkel met naamletters onderteekende stukken voor, waarvan het echter, volgens de voorschriften van den prijskamp, volstrekt noodzakelijk is dat de schrijvers zich kenbaar maken, willen zij tot de mededinging worden toegelaten.
- Door de Koninklijke Nederlandsche Academie van Wetenschappen is de gouden eerepenning toegekend aan den heer P. Esseiva, uit Freiburg, voor zijn prijsdicht ‘Musa’.
- De maatschappij ‘De Vrije Kunst’ van Antwerpen richt een grooten internationalen prijskamp in, waarvan het
| |
| |
programma eerlang zal worden uitgegeven. Naar wij vernemen heeft reeds het Stadsbestuur aan de uitschrijvende vereeniging een hulpgeld van niet minder dan 4000 frank toegestaan en haar zelfs de taak opgedragen met dien liefhebbersprijskamp onzen nieuwen Nederlandschen Schouwburg in te huldigen.
Ofschoon wij, in grondbegin, het nut van dergelijke wedstrijden niet geheel betwisten, toch meenen wij dat al wie belang stelt in de heropbeuring van ons Nationaal Tooneel, ten zeerste het denkbeeld afkeuren zal om de opening van dien nieuwen kunsttempel aan de ‘Vrije Kunst’ of gelijk welke andere liefhebberskringen toe te vertrouwen.
De eer dier inhuldiging komt toe aan aartisten van beroep, d.i. aan een offlciëel erkend tooneelgozelschap, voor wien dan ook de nieuwe schouwburg door de stad Antwerpen is opgericht. Het weekblad ‘Recht door Zee’ deelde over die kwestie onlangs een goed beredeneerden brief mede, waarop de redaktie o.a. de volgende niet gegronde bemerking maakt:
‘Over jaren, hadden die liefhebber-smaatschappijen hun nut; als vriendenkringen, waar nu en dan een burgersjongen zich als een toekomend artist kan veropenbaren, zijn ze nôg goed, en zullen zij goed blijven, zoolang wij geene tooneel-schoolhebben zullen, die er zoo noodig is als brood; maar aan die zeer middelmatige kunstvertolkers, en nog minder verlichte kunst-richters, de zending opdragen, het Nederlandsch Tooneel op den goeden weg te helpen en vooruit te stuwen, - dat is gansch verkeerd, en getuigt van dommen slenter bij de aanvragers, van gebrek aan nadenken bij degene die in de vraag hebben toegestemd. Wij verzwijgen het geen minuut: onze stadhuisvrienden, die zoo lichtzinnig zulke vragen inwilligen, kunnen wij niet hoogachten. Het Nederlandsch Tooneel kan en moet eene kunstschool zijn, even als het Théâtre Français te Parijs, evenals de eerste schouwburgen te Berlijn, Weenen, Londen, New-York, Rome, enz. De tijd is gekomen om dat te beproeven, en de kans tot gelukken, tot op zekere hoogte, is stellig.’
- De Gentsche afdeeling van het Nederlandsch Tooneel-
| |
| |
verbond heeft besloten tegen de gemeentekermis van Gent (in Juli) andermaal een dubbelen prijskamp voor Declamatie en Solozang uit te schrijven.
- Van een anderen kant wordt ons gemeld dat de koninklijke maatschappij De Wijngaard van Brussel tegen de aanstaande Julifeesten der hoofdstad een internationale prijskamp voor tooneel-en letterkunde uitschrijven zal.
| |
Nationaal Tooneel.
- Terwijl tegenwoordig een deel van het verdienstelijk gezelschap des heeren Victor Driessens eene omreis in Holland maakt en daar in comedie en drama voorstellingen geeft, die de Noordnederlandsche pers met uitbundigen lof bespreekt, zetton de hier geblovene artisten regelmatig de vertooningen in het Alhambra voort. Deze bestaan nu meest uit blijspelen. Behalve Ducaju's kluchtige ‘Blauwe Schenen’ en Vande Sande's boertig operetje ‘Hoe schoon is de Natuur!’ verdienen verder nog te worden aangestipt: ‘De verwarde Brieven’ naar Roderich Benedix, ‘Hageroos,’ vervlaamscht door Destanberg, alsook ‘De Advokaten’, een stuk waarin de titelrollen - vier echte typen - door de heeren Dierckx, Van Kuyk, Van Doeselaer en Heesbeen op zeer bevredigende wijze werden vertolkt. Maar wat nog meer genoegen heeft gedaan is ‘Kanonnenvleesch’ een soort van comedie-blijspel naar Julius Rosen, een duitschen schrijver die zelfs Roderich Benedix ter zijde streeft. Dit geestvol stukje, tintelend van humor en fijne scherts, werd met veel samenhang gespeeld door de heeren Van Kuyk, Dierckx, Nuggelmans, Frederiek, en de dames Verstraete, Van Dam en Kamphuysen.
De eerste opvoering van ‘Kanonnenvleesch’ had plaats ten voordeele van den heer Hendrik Van Kuyk. - De beneficiant, die in de bijzonderste rol optrad, vergastte ons daarna op Van Beers' heerlijk gedicht ‘Het Kerkportaal,’ waarin hij zich als een begaafd deelamator voordeed. Zijne over 't algemeen zeer keurige voordracht hadden wij echter hier en daar iets meer genuanceerd, en ook wel in enkele dramatische toestanden wat
| |
| |
gevoelvoller gewenscht. - Het weinig beduidend fransen nastukje ‘Twee Honden aan één been’ gaan wij liefst onbesproken voorbij, om oen|woord te reppen over de vleiende manifestatie, waarvan de heer Van Kuyk dien avond het voorwerp was. Trouwens, eene goedbezette zaal, en levendig handgeklap waren hem niet het éénig blijk van sympathie van wege het Antwerpsch publiek. Kostbare geschenken, bloemtuilen, eerekronen, niets ontbrak er. Vermelden wij ook een paar vereerende redevoeringen; eene door M. Aug. Michiels, namens ‘Het Willemsfonds’, en eene door M. Moreels, als hulde van de Vlaamsche tooneelmaatschappij ‘Hoop en Liefde’ aan een Noordnederlandschen kunstbroeder. Om tot die eerbetooging ook het zijne bij te dragen speelde het orkest - dat onder den nieuwen bestuurder M.C. Lenaerts algemeen genoegen doet - ten slotte het ‘Wien Neerlandsch bloed!’ dat met geestdrift werd toegejuicht.
- Niet zonder genoegen zien wij dat ook ten platte lande de beoefening der nationale tooneelkunde meer en meer toeneemt. Zoo ontvingen wij o.a. onlangs het programma eener keurig saamgestelde vertooning in de belangrijke gemeente Hoogstraten. De maatschappij ‘Ste-Cecilia’ getrouw aan haar programma enkel oorspronkelijke stukken op te voeren, had daartoe het roerend volksdrama: ‘Geen werk, geen brood’ van Em. Van Driessche gekozen, gevolgd door een paar geestige blijspelen van Sleeckx en Schepens. - In het dorp Watou, waar onder den naam van ‘De Vlaamsche Vrienden’ onlangs ook een tooneelkring werd ingericht, speelde men op 6 en 11 april jl. de vroeger in den Kunstbode opgenomen tooneelluim: ‘De Meid van boer Spaenhove’ door Victor De Veen, met nog twee andere boertige stukjes.
- Het XIVde Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres zal op 31 Augusti, 1 en 2 September, e.k. in de Stadszaal te Leiden worden gehouden. - Om in de werkzaamheden eene behoorlijke orde te brengen en daarvan tijdig een volledig programma te doen verschijnen, zal het noodig zijn dat de commissie voor 15 Mei a.s. kennis drage van de onderwerpen die men wenscht te behandelen. Zooals men weet bepalen zich
| |
| |
dc werkzaamheden van het Congres tot de drie volgende punten: I. Nederl. Taal- en letterkunde; - II. Nederl. Oudheidskunde en Geschiedenis. III. Nederl. Tooneel- en Zangkunst; Boekhandel en Biographie.
- Het kunstblad de ‘Rotterdamsche Gids’ meldt dat op het kasteel Corvey, waar Hofmann von Fallersleben overleed, een gedenkteeken aan dien betreurden Duitschen volksdichter zal worden opgericht.
| |
Toonkunde.
- Over het groot Concert-Vanden Eeden, dat dezer dagen met welverdienden bijval te Gent plaats vond, zendt ons een correspondent uit Vlaanderen's hoofdstad de volgende beoordeeling:
Jan Vanden Eede is een door en door vlaamsch componist; dien titel kan men hem niet ontkennen. Reeds toen hij in 1865 voor het eerst als mededinger voor den Prijs van Rome optrad; verkoos hij daartoe den Nederlandschen tekst; zijne cantate ‘De wind’, een juweel van ware natuurschildering, deed van eàn af veel van den jeudigen toondichter verhopen. En die hoop was wel ten volle gegrond: tegenwoordig is Vanden Eede een krachtig talent, dat zich door kunstreizen in Duitschland en Italie gunstig heeft ontwikkeld. Zijne werken dragen steeds het kenmerk van een oorspronkelijk en dichterlijk vernuft.
Het nieuw oratorio ‘Brutus,’ waarvan de componist vooralsnog enkel het eerste gedeelte heeft ten gehoore gebracht, is vol uitdrukking, leven en bezieling. Meer ruimte dan de Kunstbode beschikbaar heeft zou er behoeven, om al deschoonheden dezer grootsche muzikale schepping te doen uitschijnen; zeggen wij enkel dat b.v. Calpurnia's droom, de samenzwering en het tooneel van den strijd, dat dit alles zeer gelukkig van vinding on meesterlijk vertolkt is. De triufmmarsch, waarmêe dit fragment van het oratoria eindigt, word terecht met geestdrift toegejuicht.
Over 't algemeen was de uitvoering voortreffelijk en strekt in de eerste plaats de door M. Nevejans zoo kundig bestuurde Melomanen’ tot eere.
| |
| |
Van zachteren, echt liefelijken aard zyn Vanden Eede's melodiën: ‘An meine Guitarre’ (Lenau), ‘Abschied’ (Goethe), ‘Lentezang’ en ‘Kleine Bronnen’ (Vuylsteke), met veel gevoel en talent voorgedragen door Mevr. Van Santen-Lepla, M.M. Waeyenberghe en De Keghel, drie artisten die altoos op de bres zijn waar het een ernstig vlaamsch muziekfeest geldt. - In een salon uitgevoerd, zouden deze gemoedelijke liederen gewis nog meer indruk maken dan in die daarvoor wat al te ruime zaal van het Spiegelhof.
Het prachtig Orkeststuk, het Gondellied, het gedeelte der Mis: ‘Qui sedes ad dexteram patris’ en ten slotte de heerlijke zegemarsch, voor de eerste maal te Berlijn bij Keizer Wilhelm's intrede uitgevoerd, mogen mede tusschen Vanden Eede's beste beste gewrochten worden gerangschikt.
- Een andere zegepraal voor onze Nationale Toonkunde verwierf Gustaaf Huberti's oratorio ‘De laatste Zonnestraal’ waarvan op 5 April jl. in de Koninklijke Harmonie te Brussel de eerste uitvoering plaats had. Op het talrijk publiek waaronder wij, naast de bijzonderste dilettanti des lands, ook de Gravin van Vlaanderen en den Prins van Chimay, gouverneur van Henegouwen opmerkten, heeft dit heerlijk muziekaal gewrocht oen diepen indruk gemaakt. De princiepen der school-Benoit volgend, heeft de componist er zich op toegelegd zich goed van den geest des dichters te doordringen, en gerust mogen wij zeggen dat hij uit M. Hiel's zeer afgewisselde poezij veel partij heeft getrokken. - Plaatsgebrek belet ons het werk van den nieuwen bestuurder der muziekschool van Bergen uitvoeriger te bespreken. In een volgend nummer komen wij er denkelijk op terug.
- Op het groot muziekfeest, dat op 11 Juni van dit jaar te Middelburg zal worden gegeven, zal o.a. ten gehoore worden gebracht het Oratorium Bonifacius, muziek van onzen stadgenoot Nicolaï, woorden van mevr. Lina Schneider.
(Rott. Gids).
- De heer Edward Gregoir van Antwerpen, een onzer verdienstelijke toondichters, die in het vak der Muziekgeschiedenis ook als schrijver gunstig bekend staat, heeft eene belang- | |
| |
wekkende brochuur in het licht gegeven, getiteld: Les Artistes Musiciena Belges au XIXe siècle, in antwoord op een Parijschen criticus (M.P. Scudo), die in ‘La France Musicale’ met minachting over onze nationale toonkundigen had geschreven. De heer Gregoir betoogt op onwedersprekelijke gronden dat géén land ter wereld, in evenredigheid, zulk aanzienlijk getal merkwaardige talenten in de muziekkunst heeft voortgebracht als België. Hij noemt verschillige onzer landgenoten op, die in den vreemde - en niet het minst in Frankrijk zelven - de eerste plaatsen bekleeden. Verders deelt hij de naamlijst der Belgische artisten mede die in het Conservatorium van Parijs werden bekroond, en sluit met de opgave der namen van talentvolle kunstenaars die ons land in de laatste tijden op toonkundig gebied heeft voortgebracht.
- Dezer dagen werd, door de Antwerpsche ‘Muziekmaatschappij’ voor de tweede maal Mozart's beroemde ‘Mis van Requiem’ uitgevoerd. Die vertolking, onder leiding van Benoit, was het meesterstuk van den onsterfelijken Mozart onder alle opzichten waardig.
- Met genoegen vermelden wij dat op het groot Concert welk heden (15en april) door de Zangmaatschappij ‘Gretry’ in het lokaal onzer Koninklijke Harmonie gegeven wordt, o.a. twee voorname werken van Noord-Nederlandsche componisten zullen worden uitgevoerd, namelijk het koor ‘De Stem der Zee’ van Coenenen het oratorio ‘De Vrede’ van Richard Hol. Ziedaar een voorbeeld dat wij onzen zangvereenigingen ter navolging aanbevelen, met den wensch dat ook bij de Noorderbroeders de voortbrengselen onzer Vlaamsche componisten meeren meer toegang vinden mogen.
- Gevaert heeft een nieuw vlaamsch zangdicht vervaardigd op woorden van Em. Hiel en getiteld: ‘Kermis-Ommegank.’ Dit stuk is aan het Willemsgenootschap van Gent opgedragen.
- Het door M.C. Zwaardemaker bestuurd ‘Nieuwsblad v.d. Boekhandel’ van Amsterdam behelst het volgende bericht:
In de ‘Bouwsteenen,’ het 2e Jaarboek der vereeniging voor Noordnederland's muziekgeschiedenis, dat dezer dagen den
| |
| |
beschermers en leden werd rondgezonden, looft de secretaris Dr Heye namens die vereeniging 1000 gulden uit voor een volledig exemplaar van Sweelinck's ‘Psaumes de David,’ waarvan in ons land tusschen 1612 en 1624 drie uitgaven het licht hebben gezien, te Leiden, te Amsterdam, en te Haarlem.’
- De gemeenteraad van Assenede heeft besloten eene muziekschool op te richten, onder't bestuur der verdienstelijke maatschappij Diederik. Men ziet het, de ontwikkeling van den kunstsmaak ligt niet aan onze gemeentebesturen: Zomergem en Maldegem hebben eene muziekschool; Eecloo en Assenede richten er eene in. Aan Staat en Provincie dat pogen aan te moedigen en te ondersteunen.
| |
Beeldende kunsten.
- Prijskampen. - In den wedstrijd van versielselschildering door de Union des Artistes van Luik uitgeschreven, is de prijs toegekend aan M. Julius Van Syngel, leerling der Nijverheidsschool van Gent.
- Voor de tentoonstelling van Beeldende kunsten die op 7 september e.k. te Amsterdam wordt geopend heeft het Stadsbestuur zes gouden eerepenningen uitgeloofd van 100 gl. ieder.
- De te Brussel gevestigde beeldhouwer M. Karel De Kesel heeft de gerechtszaal der gemeente Zomergem, zijne geboorteplaats, met een nieuw kunstwerk verrijkt. Het is een prachtig bas-relief, voorstellend ‘Het Oordeel van Salomo,’ als tegenhanger van zijn ‘Suzanna door Daniëlonplichtig verklaard’. Eene proef van eerstgenoemd werk is thans op de groote internationale expositie (South Kensington) te Londen tentoongesteld, waar het een zeer vleienden bijval bekomt. M. De Kesel's nieuw gewrocht getuigt als opvatting en als bewerking van ernstigen vooruitgang. 't Is een jonge kunstenaar die het verre brengen zal.
- Baron van de Werve van Schilde heeft de heeren Guffens, Swerts en Verlat gelast met de muurschilderingen in zijn prachtig hotel te Antwerpen. Ook in de kerk der gemeente
| |
| |
Schilde zullen nieuwe versieringswerken worden uitgevoerd. Door de verdienstelijke Antwerpsche glasschilders, MM. Stalins en Janssens worden de glasramen vervaardigd.
| |
Vlaamsche belangen.
- Te beginnen van de maand Augusti e.k. zal de wet-Coremans in pratijk worden gesteld. Van dàn af zullen in de Vlaamsche gewesten de werkzaamheden der rechtbank in de moedertaal geschieden.
- De ‘Gazette van Gent’ klaagt dat sommige van het Gemeentebestuur uitgaande verslagen, ter mededeeling aan de Genteche dagbladpers gezonden, nog steeds uitsluitelijk in de fransche taal zijn opgesteld. Terecht noemt het blad dergelijke handelwijze tegenover de Vlaamsche dagbladen uit Vlaanderens hoofdstad (die zoowat vijfmaal zooveel verspreid zijn als de fransche)’ eene miskenning die voor niemand vereerend is en de algemeene belangen niet bevorderen kan... Het is hier andermaal eene gelegenheid om vast te stellen dat de invloed der Vlaamschgezinde raadsleden nog veel uit te werken heeft op het Gentsche Collegie.’
| |
Necrologie.
- F.F. Morael, letterkundige, overleden te Elsene, den 3 Maart jl. Hij schreef een aantal volksliederen, waarvan verscheidene in het weekblad ‘De stad Nieuport’ en in het ‘Nieuportsch Jaarboekje’ werden opgenomen.
W.H. Stam, verdienstelijke hollandsche houtgraveerder, overleden in den ouderdom van 42 jaar. - Oud-leerling van de door Brown bestuurde graveerschool, heeft Stam voor de kunstkroniek, het Nederlandsch magazijn en andere nederlandsche uitgaven platen vervaardigd.
- J.A. Quetelet. Bestuurder van het observatorium van Brussel en secretaris der Belgische academie, overleden in den ouderdom van 71 jaren. - Quetelet is in de wetenschappelijke wereld ten gunstigste gekend. Inde ‘Annales de l'Observatoire’ verschenen van hem, belangrijke waarnemingen op het gebied van sterrekunde, metearogie, de natuurlijke gesteldheid des aardbols, de periodieke verschijnselen van lucht, aarde, planten en dierenrijk. Verder schreef hij een aantal wetenschappelijke werken waarvan enkelen in verschillige talen werden overgezet.
| |
| |
| |
Verschenen werken.
| Gedichten van K.A. Vervier, verzameld door Karel Bogaerd. Gent bij W. Rogghé. - Prijs fr. 3.00. |
- | Dichterlijke Eerstelingen, van K.Th. Van Hassel. St.-Martens-Lennick bij Th. De Nayer. - Prijs 1 fr. |
- | Het Recht, Weekblad, Antwerpen bij Daelemans. |
- | Turnliederen. 1e Reeks. (8 bladz.) Antwerpen bij N.J. Cuperus. Inschrijvingsprijs per jaargang van ongeveer 100 blz. fr. 2.50. |
- | De Vlaamsche Eendracht. Reglement dier te Luik gevestigde maatschappij. Luik, bij H. Vaillant, Carmanne en Cie. |
- | En Hollande. Deux nouvelles Hollandaises par Emile Greyson. Bruxelles-Leipzig, chez C. Muquardt. - Prijs fr. 3.50. |
- | Geschiedenis der stad Kortrijk door Fr. De Potter. Met platen eerste deel. Gent bij Annoot-Braeckman. - Prijs 7 fr. |
- | Alexandre Gendebien. D'après des documents inédits par Th. Juste - Bruxelles-Leipzig chez C. Muquart. - Prix fr. 4.50. |
- | L'art Universel. Sous la direction de Cam. Lemonnier. Vol. II. No 4. (Parissant deux fois par mois). - Prijs voor België 15 fr. |
- | Mijn laatste woord over den Dietscher Jacob van Maerlant en zijne zoogenoemde Vlamingschap door D. Buddiugh. Utrecht bij K.A. Mansen. - Prijs 50 ets. |
- | Middelburg's beleg en overgang (1572-1574) naar de oorspronkelijke bescheiden geschetst door Dr Joh. Van Vloten. Middelburg bij J.C. en W. Altorffer. - Prijs 1 gl. 90 |
- | Bloemlezing uit de kompleete Dichtwerken van J.J.L. Ten Kate. In 4 deelen, aflev. 5 en 6. Leiden bij A.W. Sijshoff. - Prijs per afl. 121/2 cts. |
- | Gedichten van German. I. (1867-1872). Utrecht bij J. Van Bijleveld. - Prijs 1 gl. 90. |
- | Stichtelijke uren door Nic. Beets. Goedkoope uitgave. - Amsterdam bij Hoveker en Zoon. - Prijs per vel druks 71/2 cts. |
| |
Aangekondigde werken.
- | Morgenschemer. Gedichten van Dr Eug. Van Oye. - Gent bij W. Rogghé. Inschrijvingsprijs 3 fr. |
- | Recht voor de vuist; door Hendrik Keurvels. Een bundel proza. Gent bij den schrijver. Inschrijvingsprijs 1 fr. 50. |
- | Ratgeer en Bockel of de eerste martelaars uit den heldenstrijd der Vlamingen in de XIVde eeuw, door E.M. Meganck. |
|
|