Als kind had men hem om strijd geliefdkoosd en getroeteld; maar zou men hem als jongeling nòg zoo toegevend wezen? En dan, de droom van zijn leven... Componist!
Antonneemt een kort besluit. Hij begeeft zich naar Weenen en hoopt er door het geven van privaatlessen, nog tijd over te hebben om zijn onderricht voort te zetten. De schrijver van ‘Unter berühmten Menschen’ vertelt met de volgende woorden zijne kennismaking, in Oostenrijks hoofdstad, met Rubinstein die later zijn verkleefde vriend werd en nòg is.
‘Mijne moeder - zegt Kolenegg - vroeg eens aan Frau Löwe, eene zeer kunstrijke vrouw, of zij geen pianomeester voor mijwist. - Ja wel, antwoordde ze, ik ken een meester voor uwen zoon; een geniale jongeling, die niet door schoolmeesterlijke pedanterie het jeugdig kunstenaarsgemoed van Poly zal ontzenuwen; Integendeel, beiden zijn nagenoeg van denzelfden ouderdom, die twee jonge harten zullen elkander ras vinden en verstaan; en het talent des eenen zal zich door het genie des anderen ontwikkelen en rijpen. En gij, Mevrouw, zult hiermeê een goed werk doen, want de jongeling waarover ik spreek, die voor weinige jaren de afgod van het publiek was, is nu op het keerpunt zijner fortuin gekomen. Kortom zijn toestand is voor het oogenblik niet zeer schitterend; en een tweetal tamelijk goed betaalde privaatlessen per week zouden hem wonderwel te pas komen.’
En die leermeester was Anton Rubinstein.
Deze lessen waren eene marteling voor den genialen man, en stemden hem ook dikwijls ongemeen somber. Menigmaal maakte alsdan zijn leerling, die dit wel merkte, voor hem aan het klavier plaats, en de heerlijke, gevoelvolle tonen, die door de kamer zweefden verrukten Antonzòòdanig dat het hem als bang aan 't hart werd en hij verplicht was naar buiten te snellen om de lucht met volle teugen in te ademen...
Het was des nachts, gedurende zijne studiën, dat hij zijn moed voelde herleven. Het wonderkind, dat vroeger door princessen en hertoginnen in slaap was gewiegd, dat in de paleizen en kasteelen de afgod was geweest, woonde nu op eene dompige zolderkamer. Dààr werd de Componist gevormd.