veel van zijne kracht, de accoustiek wordt gekrenkt en de galm verhinderd.
De bouwmeester hoeft te weten, dat de kerk bijzonderlijk geschikt is, om, door middel van het oor, het hart te treffen en alzoo de godsvereering te bevorderen. Hij zorge dan, dat het orgel niet geplaatst worde alleen volgens de ruimte die het innemen kan, maar dat die ruimte op voorhand behoorlijk bepaald worde, om alzoo al de voordeelen waar te nemen die een wèlgeplaatst orgel kan te weeg brengen.
Dikwijls gebeurt het zòò niet; integendeel, en dat heeft ongetwijfeld de huidige vraag verwekt.
Onder oogpunt zoowel van toonkunst als van bouwkunst beschouwd, verdient de zaak dus rijpe overweging, en de aandacht van allen die de kunst waarlijk op prijs stellen; des te meer, daar het uitwerksel van een goed orgel veel afhangt van de plaats die het bekleedt en van de accoustiek der kerk.
In de groote kerken zal het orgel onder vele opzichten, als bouwtrant en toonkunde, best in het midden van het gebouw tegen de koor geplaatst worden, zooals het reeds bestaat in de St. Jacobskerk te Antwerpen, en ook te Brugge, Leuven, Lier en Aerschoot. Nogtans behoeft de bouwmeester en de orgelbouwer voor de welgepaste klankvoortbrenging voorzichtige maatregelen te nemen. De voordeelen hiervan zijn, dat het orgel derwijze kan gesteld worden, dat het zijne tonen verspreide in al de gedeelten der kerk, en dat de kast op de geschikste wijze kan gesteld worden, waar eene breede ruimte bestaat.
Het groot voordeel dezer schikking is, dat men maar één orgel en éénen organist behoeft, daar er kerken zijn waarin het orgel vooraan gesteld is, en men alzoo genoodzaakt is zich een tweede orgel en een tweeden organist aan te schaffen.
Daarbij kan de orgelbouwer het speeltuig op zòòdanige wijze stellen dat de zwaarste kracht naar de binnen-beuk