| |
Kunstkroniek.
Tooneel- en letterkunde
- De maatschappij De Jonge Tooneelliefhebbers, van Brussel heeft eenen prachtigen tooneelprijskamp uitgeschreven, die zal plaats hebben tijdens de Brusselsche Gemeentefeesten, in Juli 1372.
Te dien einde zijn de volgende prijzen uitgeloofd:
Drama: 1ste prijs, 1000 frs. en een gouden eermetaal; - 2de prijs, 500 frs. en een verguld eermetaal; - 3de prijs, 300 frs. en een zilveren cermetaal; - 4de prijs, 150 frs. en een zilveren eermetaal. - Beste speler, een gouden eermetaal; beste speelster, een id.
Blijspel: 1ste prijs, 500 frs. en een verguld eermetaal; - 2de prijs, 300 frs. en een verguld eermetaal; - 3de prijs, 200 frs. en een zilveren eermetaal; - 4de prijs, 100 frs. en een zilveren eermetaal. - Beste speler, een gouden eermetaal. Beste speelster, een id.
Voor nadere inlichtingen wende men zich tot het Bestuur der uitschrijvende maatschappij.
- Andermaal heeft het Willemsfonds van Gent eenen prijskamp uitgeschreven voor Nederlandsche dichtstukken, bestemd om als Koren, Melodiën of Volksliederen in muziek gebracht worden. Zes
| |
| |
premiën, waarvan drie van 40, en drie van 20 fr. worden aan de best geoordeelde werken toegekend. - De inteekenaars op het W.F. mogen alléén aan dien wedstrijd deel nemen, welke op 15 Juni e.k. zal worden gesloten.
- ‘Hoop in de Toekomst’ van Oostende heeft een internationalen wedstrijd van tooneelvertooningen ingericht, welke gedurende den winter 1872-73 zullen worden gegeven. - De prijzen zijn:
Drama: Voor maatschappijen van België: 1ste prijs, 200 frs. en een zilveren verguld eermetaal. - 2de prijs, 200 frs. en een id. - 3de prijs, 100 frs. en een id.
Voor de maatschappijen van Holland dezelfde prijzen.
Blijspel: Voor Belgische en Hollandsche kringen te zamen: 1ste prijs, 300 frs. en een zilveren verguld eermetaal. - 2de prijs. 200 frs. en een id. - 3de prijs, 100 fr. en een id. In de beide vakken zal aan den besten tooneelspeler en aan de beste speelste een zilveren verguld eermetaal worden geschonken. Bovendien wordt een gouden eermetaal voor de zuiverste uitspraak toegekend.
- Zijn wij wel ingelicht, zoo zouden eenige leden van den Brusselschen gemeenteraad zich thans ernstig onledig houden met een projekt lot stichting van een nationalen Vlaamsch-Franschen Schouwburg in de hoofdstad, mits ondersteuning van Staats- en Stadsbestuur.
- De Regelings-commissie van het XIIde taal- en letterkundig Congres, maakt bekend dat dit te Middelburg zal worden gehouden, den 3, 4, en 5 Septembre e.k. - De ontvangst der Congresleden zal op maandag 2 September plaats hebben.
- De Letterkundige maatschappij, ‘De Taal is gansch het volk,’ van Gent, heeft besloten dit jaar de vijf en twintigste verjaring van het afsterven des verdienstelijken dichters K.L. Ledeganck te vieren. Dit herinneringsfeest zou tijdens de Gentsche Gemeentefeesten plaats hebben. - Van haren kant heeft de Gentsche Afdeeling van het Tooneel-Verbond het ontwerp gevormd tegen hetzelfde tijdstip eenen prijskamp voor tooneel- en zangkunst uit te schrijven.
| |
Beeldende kunsten.
- Bij koninklijk besluit zijn tot briefwisselende leden der Koninklijke Commissie van monumenten
| |
| |
benoemd: MM. Wagener, schepene van Schoone Kunsten te Gent; Onghena, graveerder en oudheidskundige te Gent; Bn Kervyn de Volkaarsbeke, volksvertegenwoordiger, te Nazareth; F. Bethune kanunik te Brugge.
- Den 30 Maart jl. is op het nieuw kerkhof van St. Joos-ten-Oode (Brussel) het grafmonument des te vroeg gestorvenen kunstschilders Karel de Groux ingehuldigd. Verschillige kunstkringen der hoofdstad waren bij die plechtigheid vertegenwoordigd, en door den heer Robie werd eene toepasselijke redevoering uitgesproken.
- De talentvolle beeldhouwer Robert Fabri van Antwerpen is gelast met de samenstelling en uitvoering van Dautzenberg's grafzerk. Reeds is het medaillon-portret des betreurden dichters afgewerkt en schijnt bijzonder goed gelukt te zijn. Verscheidene kunstkenners die 't gezien hebben, zegt de Toekomst, zijn het eens geweest om het als een echt kunstgewrocht te roemen. De onthulling zal waarschijnlijk in Juli plaats hebben.
- Op 5 Mei jl. heeft de prijsuitreiking plaats gehad aan de overwinnaars in den jaarlijkschen prijskamp der Antwerpsche Akademie van Schoone Kunsten. Ziehier de nam en der leerlingen die in de verschillige afdeelingen de door het Gouvernement uitgeloofde eereprijzen hebben bekomen:
Schilder- en Teekenkunst: MM. Aug. Van den Bergh, van Antwerpen; Fr. Millet, van Boston (Amerika); G. Portielje van Berchem; Th. Verstraeten, van Gent.
Beeldhouwkunst en boetseering: MM. G. Geefs, van Antwerpen; B. Van Hove, van 's Gravenhage; Oct. Maes. van Geeraardsbergen; Eug. Van Herck, van Antwerpen; J. Kerckx, id; J. Ribaucourt, id. H. Van der Veken, id.
Bouwkunst: MM. Jan De Coster, van Antwerpen; Fr. Van Dyck, id; Fr. Verwimp, id; Fr. Durlet, id.
Scheepsbouwkunst: M. Peter Berquin, van Antwerpen.
- De uitspraak van den Jury in den voorbereidenden prijskamp van beeldbouwkunst heeft deze dagen plaats gehad. Zeventien mededingers hadden er aan deelgenomen, waarvan de volgende zes eersten tot den definitieven wedstrijd (prijs van Rome) zijn
| |
| |
toegelaten: MM. Lambeau, van Antwerpen; Karel de Kesel, van Zomerghem; II. Kuipers, van Leuven; T.J.E. Vinçotte van Borgerhout; L. Dupuis, van Lixhe en L.J. Mignon, van Luik.
De drie opgegevene proefwerken hadden tot onderwerp: ‘De ware moeder in het Rechtsgeding van Salomo’ (Gelaatsuitdrukking); ‘Jezus in den tempel teruggevonden’ (Samenstelling), en een beeld naar het leven (Modeleering).
- Onze oude nederlandsche meesters schijnen te Rysel zeer hoog geschat te worden. Onlangs heeft het Museum dier stad verscheidene tafereelen aangekocht, waaronder twee portretten van Bartholomeüs Van der Helst, eene Vischverkoopster van Frans Hals, een Ontbijt van De Heem, een Bloementuil van Wacker en een portret aan Benjamin Cuyp toegeschreven.
- De algemeene tentoonstelling van werken van levende kunstenaars, welke op 1n Augusti e.k. te Brussel wordt geopend, belooft alleszins belangrijk te zullen zijn. Onze voornaamste vlaamsche schilders zullen er aan deel nemen. De gebroeders De Vriendt o.a. arbeiden elk aan eene groote historische schilderij; zoodat wij hopen mogen de Vlaamsche Kunst in de hoofdstad waardig vertegenwoordigd te zien.
- Den 22 September e.k. wordt te Mechelen door het Instituut van Schoone Kunsten een wedstrijd geopend voor teekening, kunstvoorwerpen en nijverheid. Alle Belgische kunstnijveraars en werkers worden tot dien kampstrijd toegelaten.
- Terechtwijzing: Verkeerdelijk hebben wij in ons vorig nummer (1e jaarg. bladz. 560) den heer J. Van Arendonck aangeduid als zijnde de vervaardiger van het aan Mej. Beersmans aangeboden bronswerk. - Dit kunststuk is het werk van M.A. Bogaers, die zich insgelijks reeds met roem in zijn vak heeft doen kennen.
- Wij hebben dezer dagen de glasschildering bezocht die in de Venerabel-Kapel van Antwerpen's hoofdkerk is geplaatst.
Deze waarlijk schoone raam is der vrijgevigheid te danken van de familie Ullens-Geelhand, en stelt een Ommegang voor, waarin de H. Norbrecht, de H. Hostiën in zegepraal terugbrengt, na de demping van Tanchelms ketterij.
Dit tafereel, dat als opvattingen uitvoering voortreffelijke hoeda- | |
| |
nigheden bezit, heeft echter ook zijnen zwakken kant: zoo zijn bijv. op den voorgrond, hoe goed geschakeerd de kleuren ook wezen, de personaadjes (vooral de jonker op den linkerhoek) in wat vrij theatrale houding voorgesteld, voor volgelingen van een kerkelijken Ommegang.
Zoo denken wij ook dat de kleuren van den voorgrond wat te sprekend zijn tegenover de tweede lijn, waar alles in zeer lichte en bijna witte kleuren staat.
Een andere feil ontsiert nog dit kunststuk onder historisch opzicht, namelijk eene niet geringe tijdvervroeging.
Zoo ziet men den Ommegang achter de Quinten Massyspomp het voorpoortaal van O.L.V. Kerk naderen, op een tijdstip (XIde eeuw) dat nog wel menige jaren de stichting dier kerk, en een vijftal eeuwen de plaatsing van Quinten's pump vooruitloopt.
Verder is het meer dan waarschijnlijk dat Sint Norbrecht naar de thans bestaande Sint Michielsabdij zal gegaan zijn, en al is het dan ook niet bewezen dat hij niet insgelijks naar de kapel van O.L.V. op 't staakske, (in wier plaats later de hoofdkerk oprees) getogen is, toch mag men zich aan zulke geschiedenisfeilen niet bezondigen, al neemt men dan ook aan dat men in den gothischen trant werkt.
Wij bejammeren waarlijk dat dit anders merkwaardig kunstwerk door zulke gebreken ontsierd wordt.
Ter verontschuldiging zal men misschien inbrengen dat dit stuk te Parijs vervaardigd is, dat aldus de opkomst en geschiedenis der Antwerpsche gemeente niet grondig door den Parijzer glasschilder Didrop gekend zijn; - doch zulks is eene schijnreden, die bij het beoordeelen van een knustgewrocht geene aanmerking verdient.
Het is waarlijk betreurenswaardig dat - niettegenstaande men hier ter stede en ten lande goede glasschilders genoeg beeft, en de kunst hier bij ons zou hoeven aangemoedigd ie worden - men integendeel liever zijne kostelijke bestellingen hij den vreemde ga doen!
- De St. Joriskerk van Antwerpen, reeds beroemd door de voortreffelijke muurschilderingen van Guffens en Swerts, is onlangs met een nieuw kunstwerk verrijkt. Wij bedoelen de groote geëmail- | |
| |
leerde koperplaat in den wand der rechterbeuk geplaatst, als gedenkteeken van wijlen Baron Caters en zijne echtgenote. Deze plaat, die uit de werkhuizen komt van onzen verdienstelijken kunstsnijveraar Lambrecht Van Ryswyck, stelt voor: den Baron en de Baronnes, geknield voor den troon der Moedermaagd en omringd door hunne patroonen en beschermheiligen. Dit onderwerp, even goed opgevat als meesterlijk bewerkt, is in den gotischen stijl der XIVe eeuw behandeld. De figuren, in gepolijst koper, teekenen zich voordeelig op den zwarten grond af. De samenstelling is smaakvol en de teekening uitmuntend. Het geheele getuigt van grondige archeologische studie. Kortom, het is een belangrijk kunstgewrocht, des heeren Van Ryswyck's vroegere werken van dit slach ten volle waardig.
| |
Toonkukde.
- Het nieuw werk van M. Peter Benoit: ‘De lijdende, strijdende en zegepralende Kerk,’ heeft ook te Brussel een zeer vereerenden bijval bekomen, alwaar het in tegenwoordigheid des Konings en der bijzonderste dillettanti der Hoofdstad in 't Hertogelijk paleis is uitgevoerd geworden.
Plaatsgebrek verhindert ons hier over dit kerkelijk drama in eene uitvoerige beoordeeling te treden. Wij laten overigens de eer, dit stuk meestelijk ontleed te hebben, over aan den kundigen muziek-crititus, die, onder den pseudoniem Peter Phalesius, aan Benoit's gewrocht eene zeer lezenswaardige brochuur heelt toegewijd.
Tot de treffendste deelen van deze alleszins verdienstelijke kantate behooren: de Vader-Ons, die aan de muziek der eerste eeuwen herinnert, de tooneelen bij Pilatus en Caïphas, alsook De dood des Heilands, en ten slotte het zegepralend Hosannah.
De geestdriftige toejuichingen, die na elk der bovengenoemde brokken losbarstten, bewezen andermaal dat het publiek - en zelfs het Brusselsch publiek - niet onverschillig blijft voor de merkwaardige voortbrengselen der Vlaamsche muziek.
De uitvoering liet ook niets te wenschen over: 107 zangers en instrumentisten, hielden er de faam der Antwerpsche Muziekschool staande; de solos werden voorgedragen door de dames Biemans en Thomas en de heeren H. en J. Collin, H. Van Issenhoven, Vander Voordt, Moerinckx en Ryssens.
| |
| |
Op ditzelfde morgendfeest werd nog door M. Callaerts, onzen verdienstelijken Antwerpschen organist, eene door hem vervaardigde fantazij uitgevoerd, die veel genoegen deed. Evenveel bijval vond de Madrigaal uit de XVIe eeuw, van den Antwerpschen toondichter Waelrant.
Na afloop van dit schoone kunstfeest heeft Z.M. de Koning den heer Benoit, benevens M. Callaert en de solisten bij zich in zijne loge ontboden en hen allen geluk gewenscht. Deze omstandigheid heeft M. Benoit niet laten ontsnappen zonder de Vlaamsche Muziekschool in haar waar daglicht te doen vooruitkomen. Hij bedankte Z.M. voor de hoop die zijne woorden, ter gelegenheid der Gentsche Tentoonstelling, bij de Vlamingen hadden doen ontstaan, er bijvoegend ‘dat de hernieuwing van alle takken der Vlaamsche Kunst alléén door de ontwikkeling van het Vlaamsch grondbegin mogelijk is.’
- Op het laatste concerto van de door Peter Benoit zoo kundig bestuurde ‘Muziekmaatschappij’ van Antwerpen, heeft met veel bijval eene heruitvoering plaats gehad van Benoit's beroemd oratorio ‘Lucifer.’ Zonder overdrijving mogen we zeggen dat wij nooit eene betere muziekuitvoering hebben bijgewoond. De solos en de kooren, en niet minder hel orkest, alles was puik, in den vollen zin des woords. Het is een echt kunstgenot zulk verdienstelijk gewrocht op zoo verdienstelijke wijze te hooren vertolken. - De Lucifer is daarbij een van die muziekwerken, welke men met genoegen eens weder hoort, omdat men er om zoo te zeggen bij elke nieuwe uitvoering nieuwe schoonheden in ontdekt. Benoit's werk boeit door vormen inhoud beide: Bij eene echte degelijkheid van bearbeiding, zoo voor het instrumentaal als voor het zangkundig gedeelte, paart dit toondicht een buitengewonon rijkdom van melodie, iets waartoe de prachtige poëtieke tekst van Em. Hiel wel zijn aandeel heeft bijgebracht. - Dit oratorio is reeds zeven malen opgevoerd.
‘Lucifer’ doet ons met meer verlangen dan ooit's meesters nieuw gewrocht de ‘Oorlog’ te gemoet zijn, dat naar het schijnt thans nagenoeg geheel is afgewerkt.
| |
Wetenschappen.
- Door bemiddeling der Antwerpsche afdeeling van het Willemsfonds werd dezer dagen, in de fraaie
| |
| |
tooneelzaal des heeren Fl. Joostens, door gemelden heer eene wetenschappelijke volksvoordracht gegeven, voor onderwerp hebbende: het Microscoop en zijne toepassingen. In het toestel, door den conferencier gebruikt, werd het Drummonds-licht (zuurstof en waterstof) gebezigd om de verschillige dierlijke en plantaardige preparaten bij middel van het Vergrootglas op het doek voor te stellen
Wat de aandacht der toeschouwers het meest geboeid hield, was het cellenweefsel en andere bijzonderheden uit de plantenwereld, alsook het voor 't bloote oog onzichtbare dierenrijk, de woekerdiertjes, infusoren, enz. dit alles opgehelderd door grondige en voor elkeen bevattelijke uitleggingen in de volkstaal, eene taak waarvan de heer Joostens zich bijzonder goed wist te kwijten.
De voorstelling - die van een nederlandsch Concerto was voorafgegaan, met medewerking van Mej. Valentine Ledelier en MM. Alph. Janssens en Van Doeselaer - de voorstelling eindigde met eene reeks versmeltende tafereelen (dissolving-views.)
- De vijfjaarlijksche prijs voor geneeskundige wetenschappen is toegewezen aan den heer Hubert, vader, professor aan de Hoogeschool van Leuven.
- In den prijskamp, uitgeschreven door de Maatschappij ter bescherming der dieren, voor eene verhandeling over de Koe, is de eerste prijs te beurt gevallen aan het Vlaamsche opstel van M.E. Ternest van Wetteren. Een gelijke prijs is toegewezen aan het fransch opstel van M. Destexhe van Modave. De beide bekroonde schrijvers bekomen daarenboven eene zilveren medalie.
- Een nieuwe wetenschappelijke maatschappij is onlangs te Gent tot stand gekomen, voor titel voerende: ‘Homeopatische geneeskundige kring van Vlaanderen.’
| |
Vlaamsche belangen.
- Betrekkelijk het gebruik onzer moedertaal voor de rechtbanken, is door M. Coremans in de Kamers het volgende belangrijk wetsontwerp neergelegd, dat door zeventien Vlaamsche vertegenwoordigers is onderteekend:
‘In de provinciën Antwerpen, Oost- en Westvlaanderen, Limburg, en in de rechtelijke arrondissementen Brussel en Leuven, zijn de magistraten en alle rechterlijke ambtenaren gehouden, in zake van strafrecht, voor alle akten van rechtspleging, zich te
| |
| |
bedienen van de Vlaamsche taal, telkenmale het niet bewezen zal zijn dat de beschuldigde, de betichte of de overtredende de fransche taal machtig is en verkiest dat deze gebruikt worde. - Indien dit voorschrift niet nagekomen wordt zoo zal de proceduur nietig en van geener waarde zijn.’
Dit voorstel werd naar de Middensectie tot onderzoek gezonden, welke met eenparige stemmen op de volgende punten is overeengekomen:
‘1o De eerste akt bij het inspannen eener vervolging zal opgemaakt worden, hetzij in het Vlaamsch alleen, hetzij in de twee talen.
2o Bij het eerste verhoor zal de vervolgde verklaren welke taal, Fransch of Vlaamsch, hij verkiest voor de rechtspleging. Deze verklaring zal worden aangeteekend in het proces-verhaal van dit verhoor.
3o Het verhoor en alle verdere akten van rechtspleging zullen plaats hebben in de taal door den vervolgde aangeduid.’
Deze punten, waarin de kwestie klaar en duidelijk is uiteengezet, zijn van aard om door al de Vlaamschgezinden te worden bijgetreden. Ook hopen wij dat allen, zonder onderscheid van politieke denkwijze, deze zoo rechtvaardige wetsbepaling zullen toejuichen, en dat het voorstel in den schoot van het Parlement krachtige verdedigers zal vinden.
Inderdaad, gelijk De Zweep van Brussel het terecht aanmerkt, dergelijk wetsvoorstel is al te rechtvaardig dan dat alweer die verouderde zagerij van katholiek en liberaal het zou begraven. Al wie vertegenwoordigd van het Vlaamsche volk is en als dusdanig de belangen zijner kiezers ter hart neemt, moet deze wet als eene zaak van recht en gelijkheid aanzien.
- Het wetsontwerp van M. Bara rakende de ‘Annales parlementairen,’ is door de Middenseetie gedeeltelijk aangenomen. De Sectie heeft zich ten voordeele der Vlaamsche vertaling van de Annales verklaard. De andere artikelen van dit wetsontwerp, aangaande de kostelooze uitdeeling, zijn verworpen geworden.
| |
Necrologie.
- C.P. Serrure, rustend Hoogleeraar aan Hoogeschool van Gent, overleden te Moortzeele, den 6 April 1872. De heer Serrure was een der geleerdste onzer Vlaamsche schrijvers
| |
| |
en tevens een der overtuigdste strijders uit het Vlaamsche kamp. Zijn afsterven wordt dan ook door alle Vlamingen ten zeerste betreurd.
De diensten door prof. Serrure aan de Vlaamsche taal- en kunstbeweging bewezen, zijn onberekenbaar. - 't Is hij die met medewerking der heeren Jhr. Blommaert on Frans De Vos, in 1834 het eerste Vlaamsche tijdschrift tot stand bracht, onder den titel ‘Nederduitsche letteroefening.’
Zijn ‘Vaderlandsch Museum’, waarvan 5 groote boekdeelen zijn uitgekomen, mag onder de belangrijkste Vlaamsche uitgaven gerekend, en als waarde gelijk gesteld worden met Willem's ‘Belgisch Museum,’ waarvan dit werk de voortzetting is.
Gansch zijn leven bleef Serrure op letterkundig gebied werkzaam en verleende hij zijne hooggeschatte medewerkingaan de Vlaamsche tijdschriften. - De Redactie van den Kunstbode o.a. zal zich immer met dankbaarheid de belangstelling des verdienstelijken Vlamings herinneren. Bij het stichten van ons tijdschrift ontvingen wij van hem aanmoedigende brieven, waarin bij ons tevens, met die hem eigene vriendelijkheid, nuttige wenken en heilzamen raad gaf. En verder, de daad bij het woord voegend, vereerde hij ons met zijne welwillende medehulp: Tot korten lijd voor zijn sterven nog arbeidde de geleerde schrijver, aan eene voor den Kunstbode bestemde verhandeling over ‘De Kerels’, een opstel dat hij ongelukkiglijk niet beeft kunnen voltooien. Aangaande den aard dezer bijdrage schreef ons Prof. Serrure onder andere: ‘De roman van mijnen vriend Conscience (De Kerels van Vlaanderen), blijft hierbij zoo goed als buiten zaak. Ik handeluiteengeschiedkundig oogpunt Ik zal bewijzen dat er in Westvlaanderen geen afzonderlijke stam van Kerels bestaan heeft en dat een fransche schrijver ten onrechte beweert, dat eene streek van Vlaanderen ook Kerlingeland genoemd werd. Voor het einde dezer maand hoop ik u mijn opstel te kunnen mededeelen.’
Die hoop is, helaas! niet kunnen verwezentlijk worden, evenmin als die aangaande de uitgave van het 6de deel van zijn ‘Vaderlandsch Museüm’, waarmode hij zich thans ook ieverig bezig hield. - Na
| |
| |
eene kortstondige ziekte werd de ieverige man schier onverwacht aan de beoefening der nationale letteren ontrukt.
Prof. Serrure was Ridder der Leopoldsorde, briefwisselend lid der Koninklijke Akademie van België en van de meeste geleerde genootschappen van Europa.
- Jacob Selens, toonknndige, overleden te Antwerpen den 13 Maart 1878. M. Selens was leeraar aan de Vlaamsche Muziekschool van Antwerpen en Bestuurder van verscheidene fanfarenkringen. Het was een begaafd muziekkenner en een talentvol instrumentist.
- De Kroon, tooneelkundige, overleden te Antwerpen, in Maart 1872. M. De Kroon - of liever ‘vader Kroonen’ zooals men hem gewoonlijk noemde - was de nestor onzer Vlaamsche tooneelisten. Over een twintigtal jaren stond hij hier als een der beste spelers bekend en zijn talent werd ook in Holland zeer gewaardeerd. Een honderdtal eerepenningen en kunstkronen getuigen van zijne op het kunstgebied behaalde zegepralen. Hij was de stichter van een aantal onzer Antwerpsche tooneelgezelschappen.
- W.M. Westerman, overleden te Amsterdam, den 1 Mei 1872. Hij was hoofdopsteller van het Nederlandsch tijdschrift ‘Bato’ en een zeer verdienstelijk dichter.
- Looise von Plônnies, gunstig gekende duitsche dichteres, overleden te Darmstadt, den 22 januari, 1872. Onder den titel ‘Reise-Erinnerungen aus Belgiën’, gaf zij in 1848 te Berlijn een werk uit, dat, benevens eenige goede beschouwingen over de Vlaamsche Beweging, ook eene reeks welgelukte vertalingen van Noord- en Zuidnederlandsche dichters bevat, onder anderen van Conscience, Dautzenberg, De Laet, Ledeganek, Van Duyse, Van Ryswyck, enz.
Tot in den laatsten tijd baars levens bleef zij op letterkundig gebied werkzaam. Haar laatste gewrocht is een aan de gewijde geschiedenis ontleend tooneelspel, dat echter onvoltooid is gebleven.
Het aandenken dezer verdienstelijke vrouw dient ook bij de Vlamingen in eere bewaard te blijven.
| |
| |
| |
Verschenen werken.
Koning Oriand, door Hendrik Conscience. Antwerpen, bij Van Dieren en comp. - Prijs: 1,75 fr.
- Gedichten door Th. Van de Laer, 1ste bundel. Brussel bij X. Havennans.
- Etudes Néerlandaises: Vondel. - La femme dans les poèles néerlandais. - Nova-Zembla, par L. De Backer. Gand chez Vyt. - Prijs: 4,00.
- Het Erfdeel en andere Verhalen, door D. Sleeckx. Gent, bij W. Rogghé.
- Nederlandsch Leesboek. Proza en poëzij der beste nederlandsche schrijvers, door G.D. Minnaert. Gent, bij W. Rogghé. - Prijs: 1,75. fr.
- Keur van Dicht- en Prozastukken, door J. Van Beers.
- Overbetuwsche Novellen, door J.J. Cremer, 2e stukje. Leiden, by Sijthoff. Prijs: 0,50 gl.
- Aam mijn Vaderland. 1 April 1572 - 1 April 1872., door H.J. Schimmel. - Prijs . 0,25 gl.
- Nieuw Woordenboek der Nederlandsche taal, door J.H. Van Dale (compleet in 10 à 12 afl.), 's Gravenhage bij Nijhoff. - Prijs per aflev. 0.50 gl.
- Handboek der Organische Scheikunde, door Dr. J. Morel, Gent (Uitgave van het Willems-Fonds) met platen.
- Willem Ogier, Antwerpsche tooneeldichter der XVIIe eeuw, door Max Rooses. Utrecht bij J.L. Bevers, (Niet in don handel.)
- Spar en Hulst, (2e nummer). Redactie van M. Emants en F. Smit-Kleine. 's Gravenhage bij De Erven en comp.
| |
Aangekondigd:
Vrijheidszin end wingelandij. De strijd der Vaderen tegen Spanje. Compleet in 40 à 50 afleveringen, Brussel bij F. Claessens. - Prijs: 60 centiemen per aflev.
- Nederduitsche Liederen, Koren, Twee- en Driezangen. Brussel (Molenbeeck) bij Th. Van de Laer. Om in veertiendaagsche afleveringen te verschijnen. - Prijs per jaar 15 frs.
|
|