| |
| |
| |
Kunstkroniek.
Vlaamsche Belangen.
- Reeds bij den aanvang der algemeene beraadslaging over het Budget van Binnenlandsche zaken is in de Wetgevende Kamers de kwestie van 't Nederlandsch in het Staatsonderswijs ter bespreking gekomen. Wat als een verwonderlijk maar verheugend verschijnsel mag worden aanzien, is dat verscheidene waalsche afgevaardigden, o a. de heeren Elias, Muller, Sainclette en Guillery, ten voordeele onzer moedertaal het woord hebben gevoerd.
Ook de heer Minister Delcour verklaarde van voornemen te zijn eene groote uitbreiding te geven aan de studie van het Nederlandsch. - ‘Er is, zegde hij, onder dit opzicht nog veel te doen. Ook bij de Walen is het onderwijs der Vlaamsche taal te veel verwaarloosd; dit is de oorzaak dat zij zooveel moeite hebben om later Engelsch en Duitsch aan te leeren.’
Volgaarne nemen wij akte van 's heeren Ministers, verklaring, en hopen dat het van wege het Gouvernement niet weder bij ‘goede voornemens’ blijven zal. De ondervinding heeft ons echter geleerd in ministeriëele beloften geen blind vertrouwen te stellen.
Ofschoon wij, Vlamingen, oneindig meer belang hechten aan het onderwijs onzer taal in Vlaamsch-Belgie dan wel in het Walenland, toch is er niets natuurlijker, in het belang der nationale éénheid des lands, dan dat de Walen de taal hunner Vlaamsche landgenoten leeren kennen.
Zoo denkt er nogtans de waal Pirmez niet over, die andermaal zijne anti-vlaamsche gevoelens heeft doen blijken. Van iemand die, zooals hij, stelselmatig onze gegronde taalgrieven loochent,-waarvan hij vroeger eens de onbeschaamdheid had te zeggen: ‘C'est du roman’ - van zoo iemand was dan ook niets anders te verwachten. Alleenlijk moeten wij zeggen dat die heer ditmaal in het uitkramen van drogredenen zich zelven overtroffen heeft. Niet alleen heeft hij het algemeen erkend nut van de kennis onzer taal betwist, maar hij is zelfs zooverre gegaan te beweren dat het onderwijs van uitheemsche talen den voorkeur verdient boven het Nederlandsch, de taal die door de groote meerderheid der Belgische bevolking wordt gesproken!
Als een blinde die over de kleuren praten wil, sprak Monsieur
| |
| |
Pirmez verder met uitbundigen lof over de letterkundige voortbrengselen van 't Engelsch en het Duitsch en had natuurlijk slechts woorden van minachting over voor onze Nederlandsche litteratuur, die, volgens hem, noch geschiedschrijvers noch dichters heeft voortgebracht! (sic.)
De heer Gerrits heeft den Waal goed op zijne plaats gesteld. Te recht heeft hij aan M. Pirmez doen opmerken dat indien de betrekkingen met de naburige volkeren nuttig zijn, diegenen tusschen Walen en Vlamingen zeker niet minder praktisch nut opleveren, en men toch eerst en vooral de taal zijner landgenoten dient te kennen. Overigens heeft het Nederlandsch, zoogoed als welke taal ook, beroemdheden van eersten rang voortgebracht, onder anderen de onsterfelijke Vondel, wiens verheven dichtgewrocht ‘Lucifer’ zelfs Milton's beroemd ‘Paradise Lost’ in letterkundige waarde evenaart, zooniet overtreft.
Betrekkelijk het Vlaamsch in de Staatsscholen, meldde de achtbare heer Gerrits dat hij tijdens de discussie van het kapittel ‘Openbaar Onderwijs’, formeele voorstellen ten voordeele onzer taalrechten zou doen.
In zitting van 2 febr heeft echter niet hij, maar M. De Laet het woord over de onderwijskwestie genomen. Hij heeft de toepassing gevraagd van de wet op het middelbaar onderwijs; namelijk dat de beide landstalen er op gelijken voet worden gesteld; dat de leerlingen voor hunne vertalingen van grieksche schrijvers het recht zouden hebben hiertoe de vlaamsche taal te verkiezen, en dat in de publieke wedstrijden hetzelfde getal punten aan de twee talen zou worden toegekend.
‘In schier geene onzer Middelbare scholen, zegde de redenaar, in geen onzer Atheneüms is het Vlaamsch voldoende onderwezen. Men onderwijst er gestadig alles bij middel van 't fransch, alhoewel bij voorbeeld het Engelsch en het Duitsch zouden moeten door het Vlaamsch onderwezen worden. Het Duitsch, door het Vlaamsch onderwezen, is de eenvoudigste en gemakkelijkste zaak ter wereld. Een Vlaming kan op eenige weken de schrijvers verstaan, en na eenige maanden de taal zeer goed lezen en betamelijk schrijven. Maar zoo als het nu onderwezen wordt, kennen de vlaamsche jongelingen na zeven jaren studie geen Duitsch. Dit is insgelijks het geval met het Engelsch. Men hoopt thans de moeilijkheden opeen, en om naar Londen te gaan gaat men over Parijs, even als om naar Berlijn te gaan.’
| |
| |
De heer Minister antwoordde dat hij de kwestie der vermeerdering van les-uren voor het Vlaamsch in ernstige overweging nemen zal. Na den Verbeteringsraad te hebben gehoord, zal hij de beslissing van het gouvernement aan de Kamers bekend maken. Dit is, zegde hij, de eenige verbintenis die hij voor het oogenblik nopens die zaak nemen kan.
‘Die beloften, merkte de heer De Laet terecht aan, zijn niet volledig, en wij kunnen er ons niet mede bevredigen. Als gij commissien raadpleegt, die sedert jaren eenen gebrekkigen slenter volgen, dan zullen die commissiën zeggen dat alles om te best is in het beste der stelsels van onderwijs en er niets te doen is. De kwestie is zeer eenvoudig: Ons recht in zake van het gebruik onzer taal is volstrekt. De Vlamingen zijn moede van wachten; en er moet hun eene spoedige, wezenlijke en ernstige voldoening gegeven worden. - Wij behouden ons dus voor om voor het einde van den zittijd, als er ons geene billijke voldoening gegeven is, een wetsontwerp neder te leggen en de Kamer te verzoeken eene stemming uit te brengen. De wedereisching der rechten van de Vlaamsche bevolking is voor ons een heilige plicht, en wij zullen er niet aan te kort blijven!’
| |
Tooneel- en Letterkunde.
- Het is gekend dat, even als de letterkundige produkten, ook de tooneelwerken onzer vlaamsche schrijvers tot hiertoe weinig, al te weinig toegang vonden. Het gunstig onthaal dat tegenwoordig in de bijzonderste steden van Noordnederland te beurt valt aan ‘Lena’, het schoon drama van D. Delcroix, mag derhalve als een gelukkig verschijnsel worden aanzien. Reeds herhaalde maal is dit stuk door den koninklijken tooneeltroep van den Haag, aldaar en te Rotterdam met meer dan gewonen bijval gespeeld geworden. Naar wij uit goede bron vernemen, zou ook het door Victor Driessens bestuurd gezelschap ‘Noord en Zuid’ het werk van onzen vlaamschen tooneeldichter eerlang in Amsterdam opvoeren.
Door het Bestuur van het Haagsch gezelschap was dit dit stuk als ‘uit het Vlaamsch vertaald’ (sic) aangekondigd, net alsof Vlaamsch en Hollandsch niet beiden dezelfde taal: het Nederlandsch uitmaakten!... De heer Driessens zal denkelijk gezond verstand genoeg hebben om op zijne plakkaart geen tweede editie van dergelijken onzin te geven.
| |
| |
- De gentsche letterkring ‘De Taal is gansch het volk’ heeft met het legaat van wijlen Baron de St. Genois, een prijskamp geopend, die voor onderwerp heeft het schrijven van een historisch drama, ontleend aan de geschiedenis der Nederlanden. Alle nederlandsche schrijvers mogen mededingen. De prijs is 500 fr. en 50 exemplaren van het bekroonde stuk dat door de maatschappij zal worden uitgegeven. De stukken moeten voor 1 Augusti worden ingezonden.
- Even als te Gent worden hier dezen winter, nederlandsche volksvoordrachten gegeven, ingericht door de verleden jaar gestichte Antwerpsche Afdeeling van het ‘Willemsfonds.’ - Ook te Brugge is dezer dagen eene afdeeling van dit Genootschap tot stand gebracht. Zij zal er zich vooral op toeleggen openbare leergangen van moderne talen en vaderlandsche geschiedenis in te richten, de Vlaamsche belangen te bevorderen, het nationaal tooneel te verbeteren, enz.
- De afdeeling van Nederlandsche Letterkunde aan het Kunstverbond (Cercle Artistique) van Antwerpen, geeft dit jaar blijken van iever en werkzaamheid. Als opening der reeks vlaamsche conferenciën, sprak M. Van Driessche, van Brussel, er met veel bijval over de Belgische Nationaliteit. Na hem trad op M. Sleeckx, van Lier, met eene voortreffelijke verhandeling over het leven en de werken van Bekker en Deken, twee romanschrijfsters der XVIIIde eeuw, en dezer dagen hadden wij er eene andere biographisch-letterkundige voordracht, van M. Max Rooses, van Gent, over Willem Ogier en zijne tooneelwerken, die insgelijks veel genoegen deed. Ook luitenant Muny zal er eerstdaags het woord voeren.
- Sedert eenige jaren worden gedurende den winter zeer vele plaatsen in Friesland door letterkundigen bezocht, die in de Friesche taal voordrachten houden, welke samenkomsten onder den algemeenen naam van ‘winterjûne-nocht’ bekend zijn. De heeren Waling Dijkstra en A. Boonemmer hebben daardoor een welverdienden roem verworven en onze Friesche letterkunde met menig belangrijk stuk verrijkt.
(N. Rotterd Courant.)
- In de Rotterdamsche afdeeling van de maatschappij ‘Tot Nut van 't Algemeen’, had dezer dagen eene aantrekkelijke litterarische voordracht plaats. De gevierde volksschrijver J.J. Cremer van 's Gravenhage gaf er lezing van zijne Overbetuwsche novelle ‘Grietje op
| |
| |
't honings-arf’, een van die lieve, eigenaardige zedentafereeltjes, zooals Cremer alleen die schijven en voordragen kan.
| |
Toonkunde.
- Van wege de te Amsterdam gevestigde Vereeniging voor de muziek-geschiedenis is aan onzen landgenoot M. Robert Van Maldeghem, schrijver van den ‘Trésor Musical’, eene vereerende onderscheiding te beurt gevallen. Dit genootschap heeft hem eene gouden eermedalie toegekend voor zijne overzetting der raadselachtige mismuziek van den beroemden toondichter Sweelinck.
- Volgens ‘het Vlaamsche Volk’ van Gent, arbeidt onze jonge componist Edward Blaes, thans aan eene ouverture voor groot orkest, ‘Philips Van Artevelde’. Hij houdt zich ook onledig met het toonzetten eener cantate, getiteld ‘De Zee’, gedicht van Boucherij Men weet dat M. Alex. Fernau hetzelfde onderwerp heeft bewerkt. Wij zien verlangend de uitvoering van beide stukken te gemoet.
- Te Dixmude is onlangs eene nieuwe koorzangmaatschappij tot stand gekomen, met name ‘De Gevaerts-Vrienden’. Op hun eerste toonkundig feest, dat over eenige dagen plaats had, werd onder ander Gevaert's dramatisch koor ‘Lyderik’ op zeer voldoende wijze uitgevoerd. - Wij hopen dat ‘De Gevaerts- Vrienden’, waarvan overtuigde Vlamingen als de heeren Van Cuyck, Feys, Van Ackere, Steyaert enz. deel maken, zorgen zullen dat de vlaamsche zang in hun programma steeds de eereplaats bekleedt.
| |
Schilder- en Beeldhouwkunst.
- Volgens eene aan den ‘Times’ gerichte brefwisseling uit Oporto (Spanje) zou zich in de Misericordia dier stad een zeer merkwaardig gewrocht onzer oude Vlaamsche schilderschool bevinden. Het tafereel stelt een landschap uit het Noorden voor, en draagt, nauwelijks leesbaar, de naamletters: R.V.W. - Volgens het oordeel van deskundigen zou het een meesterstuk zijn van Roger Van der Weyden, den jonge.
- Te Stranhas (Zweden) is over eenigen tijd ook een prachtig in hont gesneden altaarblad ontdekt, dat insgelijks aan Roger Van der Weyden wordt toegeëigend. Dit kunstwerk, dat zich daar tusschen verschillige andere werken van Vlaamsche kunstenaars bevindt, draagt in gotische letters het woord Brussel. Het is de heer H. Odelberg van Stockholm, die de aandacht onzer Belgische Akademie van Oudheidkunde op dit kostbaar gedenkstuk gevestigd heeft.
| |
| |
Onlangs werd op de Vrijdagmarkt te Antwerpen in eene publieke veiling van oude voorwerpen, een schilderijtje te koop gesteld, dat door M. Delannoy van Roubaix, voor eene som van 25 fr. werd aangekocht. Naderhand is dit stuk herkend geworden voor een zeldzaam tafereel van een' onzer oude vlaamsche meesters, vermoedelijk van David Teniers, den jonge.
Dit kunstgewrocht is onlangs in het Kunstverbond ten toon gesteld geworden. Naar men ons verzekert, zouden reeds 30,000 frs. er voor geboden, maar door den gelukkigen bezitter geweigerd zijn.
- Het stedelijk collegie van Dinant heeft het ontwerp gevormd den beroemden schilder Wiertz een gedenkteeken op te richten - Volgens den uitdrukkelijken wensch des betreurden kunstenaars zelven, zal het monument echter niet zijn standbeeld mogen zijn, maar enkel zijn borstbeeld of medaillon mogen bevatten.
- Onze beeldhouwer M. Jacob De Braeckeleer is door den gouverneur van Buenos-Ayres gelast geworden het standbeeld te maken van Dr Alsmo. Eene som van 40,000 frs. is voor dit werk bestemd. Het beeld zal in brons worden gegoten en tegen het einde van 1872 voltooid zijn.
| |
Necrologie.
- M. Edw. Van Biesbroeck, Voorzitter van den ‘Kunst en Letterkring’ te Yperen, overleden te Langemarck, in den ouderdom van 52 jaren. De heer Van Biesbroeck was een verdienstelijk man, die vroeger de Vlaamsche letteren met vrucht beoefende. Wij bezitten van hem een bundeltje verhalen, in 1846 te Thielt, onder titel ‘Elisa’ verschenen. - Zijn afsterven is een gevoelig verlies voor de Vlaamsche Zaak en voor het Volksonderwijs, waaraan hij in zijne hoedanigheid van kantonale opzichter aanzienlijke diensten heeft bewezen.
- M.H. Vermoelen, letterkundige, destijds onderarchivist der stad Antwerpen, overleden te Parijs. In 1864 werd de heer Vermoelen door de Stad Antwerpen bekroond voor eene verhandeling over David Teniers. - Hij laat eenige schriften na van geschiedkundigen aard.
- M.F. Linnig, kunstschilder, overleden te Antwerpen in den onderdom van 22 jaren. Het was een veelbelovende kunstenaar.
- M.H. Le Hon, van Brussel, overleden te San-Remo, in Italië. De heer Le Hon was tezelfder tijd schilder en natuurkundige. Zijn be- | |
| |
roemd werk ‘l'Homme fossile’ bewijst dat hij diepe wetenschappelijke kennissen bezat.
- M. Aug. De Vriendt, Voorzitter der harmonie-maatschappij te Zomerghem, aldaar overleden. Het was een oprechte kunstminnaar, die met onvermoeibaren iever arbeidde aan den vooruitgang van het toonkundig genootschap dat hij voorzat. Bij zijn graf werd hem door den heer Camiel Mestdagh, namens den kring eene treffende en welverdiende hulde gebracht.
- M.J.B. Christemeyer, letterkundige te Amsterdam, overleden op 77 jarigen leeftijd. Meer dan vijftig jaren geleden gaf hij onder den titel ‘Tafereelen uit de lijfstraffelijke rechtspleging’, een werk uit, dat veel ophef maakte en den schrijver met roem kennen deed.
| |
Verschenen Werken.
Eerstelingen, gedichten door luitenant V. Van de Weghe (eerste reeks. Zesde aflevering van de Bibl. voor fraaie letteren). Antwerpen bij De Cort. - Prijs 65 centiemen. Over dit werkje eerlang nader.
De wees van 't Rozenhof, novelle door Mevr. Courtmans, Antwerpen bij L. De Cort.
Verloren! novelle door Alfr. Terlaenen (Prayon). Leiden. 165 bladz.
Duinbloemen, Hollandsche liederen, door A.L. De Rop. (Eerste afl). Amsterdam bij Robijns. - Prijs 30 cents.
De soldaat van 't vreemd legioen, tooneelschets door H. Penninck. Gent bij Dullé-Plus. - Prijs 50 centiemen.
Spar en Hulst, door M. Emants en Smit-Kleine. 's Gravenhage bij De Erven. - Prijs 50 cents.
BERICHT. - Bij gebrek aan plaats zijn andermaal eenige artikelen moeten verschoven worden, onder anderen ons verslag over de onlangs in de Kamers besproken kwestie van het Vlaamsch voor het Gerecht.
|
|