Who the fuck is Tom Lanoye?
Herbert Van Uffelen
De man die door Vanriet ‘naar het leven’ werd geschilderd is Tom Lanoye. Dat is duidelijk. En toch is het een bijzonder schilderij. Is deze wat schuchter kijkende man werkelijk de auteur die met zijn scherpe en tegelijkertijd toch steeds lichte pen Vlaanderen in de laatste decennia een lachspiegel heeft voorgehouden?
Vergeleken met het beeld dat op de website van de schrijver wordt gepresenteerd, komt op het portret van Vanriet een heel andere Lanoye naar voren. Op Tom Lanoyes website [www.lanoye.be] zien we op het eerste gezicht de performer zoals we hem kennen: zelfbewust, speels en dynamisch. De slagerszoon zonder brilletje op het schilderij van Vanriet ziet er anders uit. Enerzijds lijkt de geportretteerde zich nauwelijks los te kunnen maken van de achtergrond, anderzijds lijkt hij op te staan, lijkt hij op het punt te staan het schilderij te verlaten. Lanoye is in het portret van Vanriet overduidelijk aanwezig en toch weer niet. Wat we ervaren ligt ertussen. Vanriet probeert iets te tonen dat niet kan worden geschilderd. Het uit zich onder andere in de discrepantie tussen indringend kijken en schuchterheid en in het verschil tussen willen poseren en liever op de vlucht slaan.
Lanoye gebruikt vergelijkbare technieken in zijn eigen werk. Zelfs
Lanoye over heel de lijn, zo luidt de dubbelzinnige titel van de website, is daar een mooi voorbeeld van. Op het eerste gezicht lijkt alles, zoals gezegd, vanzelfsprekend. Vanaf de geboorte van de auteur als ondertussen prominent lid van de ‘Expo’-generatie, om het met zijn eigen woorden te zeggen, tot als het ware de laatste minuut van zijn literaire leven wordt alles ter sprake gebracht. Zoals hij in zijn werk ‘mens en maatschappij’ te kijk stelt, richt Lanoye op de site zonder scrupules de spot op zichzelf. Niets nieuws dus. En toch, wie goed kijkt merkt dat het om een speelse herschikking gaat. Net als in
Ten Oorlog gaat het om een bewerking, dit keer van zijn eigen verhaal. Het belangrijkste wordt nooit gezegd. Men lijkt alles te zien te krijgen, maar het antwoord op
■ Tom Lanoye, foto Klaas Koppe
de centrale vraag - ‘wie is Tom Lanoye’ -, wordt niet gegeven.
De grootste momenten in het oeuvre van Lanoye zijn de momenten waarop hij door alles te tonen aandacht schept voor dat wat niet kan worden getoond, waarop hij juist door alles te zeggen, pauzes, momenten van stilte creëert die dat zichtbaar maken waarvoor geen woorden zijn, het afwezige dus. Ik geef een voorbeeld uit Het goddelijke monster. In dat boek beschrijft Lanoye hoe een van de personages in een dark room de seks van zijn leven beleeft (‘kussend en rukkend als gekken’). Zoals vaker bij Lanoye wordt ook hier alles ‘naar het leven’ beschreven. Werkelijk sterk wordt de passage echter pas als de man de kamer verlaat en zich omdraait om te zien met wie hij het heeft gedaan. De kerel ‘leek op hemzelf, in een wat sportievere versie. Het was dan ook zijn broer Steven’.
Voor de gevoelens van het romanpersonage op dat moment zijn er geen woorden genoeg. Iedere poging ze te verwoorden is tot mislukking gedoemd. Ze kunnen alleen maar klinken in de stilte. En dat gebeurt ook. Lanoye begint gewoon aan het volgende hoofdstuk.
Hoe de stilte toch centraal kan staan, hoewel alles wordt gezegd, toont ook een filmpje op de website van Lanoye. Het gaat om de ‘laudatio’ van Wim Helsen ter gelegenheid van Humo's Pop Poll in 2007 en de bekroning van Het derde huwelijk als beste boek van het jaar. In de video speelt Helsen de rol van Lanoye: zonder scrupules, zonder schaamte noemt hij alles bij zijn naam, stelt hij de vragen die normaal niet worden gesteld. In den beginne dient het ‘slachtoffer’ hem nog van repliek, maar daarna zwijgt Lanoye gewoon. Precies in dit zwijgen verstomt het lachen van het publiek en ervaart de kijker wat het betekent met een vraag als de volgende te worden geconfronteerd: ‘Hoeveel praat zal u dan nog hebben? Hoeveel homofiele, vuile, vunzige negerpraat zal er dan nog uitkomen’?
Net als het schilderij van Vanriet leeft literatuur niet van wat wordt getoond, niet van wat beschreven wordt. Ze schrijft als het ware de werkelijkheid weg, leeft van de stiltes die tussen de vertelde feiten worden gegenereerd. Slechts daar kan klinken wat niet kan worden gezegd.
Lanoye formuleert het anders. ‘Alles moet littekens hebben’, schrijft hij in Het derde huwelijk. Het portret van Vanriet heeft meerdere zulke littekens. Het leeft om nog enkele voorbeelden te noemen van de eigenaardige schaduwen links en rechts van het hoofd, van het bijna lichtgevende, bleekbruine oor dat donkerder, misschien wel rood had moeten zijn. Ook daar klinkt de kwetsbaarheid die niet kan worden geschilderd, die niet kan worden verwoord. Het portret lijkt, net als het werk van Lanoye, realistisch maar wie goed kijkt, merkt dat het daar niet om gaat.