Jan Vercammen door Rik Slabbinck
Annemie en Kristien Bonneure
Twee namen als klokken die we heel vaak hebben gehoord ten huize Fernand Bonneure. Beiden zijn al lang overleden - Vercammen in '84, Slabbinck in '91 - maar de herinnering aan deze dierbare vrienden van papa is niet vervaagd.
Vercammen woonde toen met Ria Scarphout, zelf dichteres en voordrachtkunstenares, in een modern huis vol boeken, aan de rand van het bos buiten Brugge, ‘het huis ten einde’ zoals de titel van één van zijn dichtbundels luidt.
Dit portret door Rik Slabbinck vat de man helemaal: een beetje plechtig, met een stijlvolle zwarte bril en een strikje, lang voor dat in de mode was bij journalisten en politici. Vercammen was doctor in de pedagogiek, inspecteur, een onderwijsman met een mooi handschrift. Een workaholic, zouden we nu zeggen. Voorzitter van zowel de Oost-Vlaamse als de West-Vlaamse schrijversverenigingen, secretaris van de Vlaamse Vereniging van Letterkundigen, maar ook lid van Félibrige, een Provençaals dichtersgenootschap.
Bij zijn zestigste verjaardag vatte Johan Daisne het mooi samen: ‘Ontelbare keren heb ik hem feestvergaderingen zien voorzitten, gehuldigden horen toespreken, doden herdenken. Altijd geestig en gevoelig. Geen
■ In het kasteel Drie Koningen te Beernem werden tussen 1951 en 1982 72 kunstweekends georganiseerd. Van Rik Slabbinck is ook een schilderij van de gastvrouw Gravin d'Hespel bewaard.
kleine literator was hem ooit te min, van groten speelde hij nooit de lakei.’
Zelf was Vercammen van vele schrijversmarkten thuis: van aforismen - ‘Wij hebben geen tijd meer om tijd te hebben’ - tot verhalen voor kinderen en jongeren. Hij vertaalde ook veel, en wérd vertaald. ‘Er is waarschijnlijk niet één Nederlands literair blad van enige betekenis, waaraan Jan Vercammen vooral met poëzie niet heeft meegewerkt’, schreef Fernand Bonneure in 1964. De Tijdstroom, De Gemeenschap, om er maar een paar te noemen. In 1976 gaf Bonneure de Verzamelde Gedichten van Vercammen uit (391 blz!). Hij prees de vakman om zijn buitengewoon zuivere taal met ritme en sonoriteit en soms verrassende beelden. Robin Hannelore schreef dat elk gedicht als het ware een kortsluiting vormt tussen de aarde en het metafysische. Of het nu over het kind, de vrouw of de dood gaat: altijd was er het besef van een afgrondelijke eenzaamheid.
Nu zijn ook de gouden katalpa
groeien naar een grafveld toe.
Aldus is alles veranderd.
voor mijn dood zoveel meer om
herteld en in mijn bezit.
(fragment uit: ‘Van de vervolledigde tuin’ uit Het huis ten einde, 1971)
Verbroken zegel was een sleutelbundel uit 1952, over een catharsis na een diepe existentiële crisis. De illustraties waren van Rik Slabbinck, de lay-out van beeldhouwer Jozef Cantré. Drie spitsbroeders van de kunstweekends op het kasteel Drie Koningen, waarover verder meer.
In het portret van Rik Slabbinck - datum onbekend - kreeg Vercammen een baksteenrood vest. Slabbinck maakte studies van de persoon, vaak plechtig en statig, maar het was telkens ook een stukje zelfportret, vooral door de verrassende en onvermengde kleurenkeuze, schreef Fernand Bonneure. Herman Teirlinck tegen een knalgele achtergrond, Stijn Streuvels met een vuurrood hemd. Hij was de portrettist van zijn generatie, volgens Gaby Gyselen.
Slabbinck, overigens een verre verwant van Fernand Bonneure, werkte korte tijd bij Constant Permeke. Vrij vlug groeide hij uit die sombere sfeer weg en werd de colorist bij uitstek, in zinderende landschappen, gulle naakten, vreemde stillevens. In zijn post-expressionisme
■ Een literair weekend in het kasteel Drie Koningen te Beernem.
Van links naar rechts: Fernand Bonneure, Bertien Buyl, Walter Haesaert, Anton van Wilderode en Paul Snoek.