Identiteit
2.
Het is een dag uit de duizend, een dag
waarop de esdoorn hevig bloedt. Ik lig
te rillen in de najaarse modder bij Passendale,
mijn dorre huid trekt blaren van het mosterdgas.
Het is op een oor na gevild. Ik verzamel mijn
moed en mijn kleren, een paspoort en ransel.
Geboorteplaats, datum, beroep en geslacht.
Ik besta slechts bij gratie van dit papier.
Ik geef me over. Elke nacht breekt de hel los,
ik zwijmel en braak als ik hun onderbuiken openrijt,
word wee van de stank van hun darmen of die in mijn
broek. Geschiedenis schrijft zich in feces en bloed.
Noem je me lafaard of deserteur:
een paspoort is een passe-partout
voor wie zich aanpast. Ik pas.
Grafisch werk: Veerle Rooms
De blanke melkmuil (omwille van zijn leeftijd, maar hij kijkt ook wat onnozel, vind ik) uit de Grote Oorlog:
Op een dag in de herfst, een dag waarop de esdoorn bloedrood kleurt, ligt deze knaap in een loopgracht bij Passendale. De slag om Passendale, d.i. de Derde Slag om Ieper woedt in alle hevigheid: modder, kou, mosterdgas.....
Hij ziet het niet meer zitten en deze (Vlaamse) toekomstloze jongen besluit te deserteren uit het leger. Hij neemt een paspoort (van een gedode Duitser of van iemand van wie hij vermoedt dat hij betere overlevingskansen - op papier - heeft) en besluit/probeert te vluchten. Waar eindigt hij? In Duitsland? Of irgendwo onder de groene zoden. Bemerking: is desertie een daad van verzet? Of is het lafheid?