Te gast
De fontein van Cristina Iglesias in Antwerpen
Tien jaar geleden kregen de architecten Paul Robbrecht, Hilde Daem en Marie-José van Hee de opdracht om in Antwerpen de Leopold De Waelplaats opnieuw aan te leggen. In plaats van een omheind parkje voor het Museum voor Schone Kunsten werd geopteerd voor een publiek verblijfsplein met daarop fragmenten van een verdwenen monument, een cirkelvormige zitbank ontworpen door de Vlaamse modeontwerpster Ann Demeulemeester en een horizontale waterpartij. Voor dit cruciaal onderdeel deden de architecten beroep op de Spaanse kunstenares Cristina Iglesias (o1956). Het plein werd in 1999 in gebruik genomen maar om budgettaire redenen werd het pas mogelijk het subliem kunstwerk eind 2006 te realiseren. Met een grote financiële inzet van de verschillende partners kreeg Antwerpen een werk van een wereldbefaamde kunstenares die haar werk reeds toonde o.a. in het befaamde Guggenheim Museum in New York en in Bilbao.
De keuze van Iglesias is niet toevallig. Robbrecht en Daem werkten met haar reeds samen in het begin van de jaren '90 bij de verbouwing van de Katoen Natie Antwerpen. Op een oud pakhuis plaatste Iglesias acht lichtkoepels, een zeer geslaagd voorbeeld van een sculpturale integratie. In dit werk toont Iglesias haar grote affiniteit met architectuur en de ruimte in het bijzonder. Ook in haar ander werk weet zij de band tussen ruimte en haar inbreng te bewerkstelligen, het zijn gelijktijdig sterke en erg poëtische ingrepen.
Water is niet enkel een bron van leven, water reflecteert ook het leven van de mens, de natuur en de omgeving. De architecten kozen voor het thema van de ‘spiegelvijver’, vaak aanwezig bij historische kastelen of stadsparken. Een ingreep waarbij het horizontaal watervlak de architectuur of de natuur gaat reflecteren. Ook in een topwerk van de 20ste-eeuwse architectuur, het Duits Paviljoen van Mies van der Rohe in Barcelona (1927), fungeert een aangebrachte ondiepe waterpartij om de omringende ruimte te weerspiegelen. Maar er is meer aan de hand. Voor Iglesias is het ook een ander type van fontein. De bodem van het watervlak bestaat uit groene betontegels waaraan kunststof werd toegevoegd. In deze blokken werd een afdruk aangebracht van bladeren van een eucalyptusboom. Het reliëf legt een band tussen water en natuur. De fontein van Iglesias is er één van de stilte en rust. In tegenstelling tot de klassieke fonteinen maakt dit werk ‘aanspraak op de tijd’ van diegene die voorbij komt. Voor of na een bezoek aan het museum kan het watervlak aan- of afwezig zijn. Met een cyclus van één uur komt het water tot aan de rand en kan men de reflectie van de monumentale voorgevel ervaren. Bij het geleidelijk wegvloeien van het water stopt op een bepaald moment het spiegelend effect.
Robbrecht verwijst naar werken van de kunstenaar Carl Andre die resoluut koos om zijn sculpturen een zo horizontaal mogelijk karakter te geven, een sculptuur ongeveer gelijk met de grond. Fonteinen zijn meestal imponerende verticale constructies, waarbij de kracht van het water, water in beweging, wordt uitgedrukt. Terwijl de klassieke fonteinen een eerder mannelijk karakter bezitten, een drang naar overweldigen, is dit werk van Iglesias erg vrouwelijk. De samenwerking tussen de architecten en Iglesias resulteerde is een uitzonderlijk werk in de publieke ruimte, een goed voorbeeld waar de grens tussen beide vervaagt en tot een symbiose komt zonder dat elkeen de eigen inbreng moet opgeven.
Marc Dubois