Wat een omwegen
Wat een omwegen hier en daar wat een schaduw valt er over
de dingen zijn niet zo eenvoudig als wij het hadden gewild
kijk: zo zou ik het in een brief hebben gezegd
maar teveel oorzaken verbieden het schrijven
en jij verre en vergeetachtige vriend bezig met roem
zou jij die van de benedenweg de roerlozen horen
door pech is de hand onbruikbaar en zwart
en zelfs geen welwillende boom die de schaduw van de genade
Hoe ik schreeuwde vanuit het diepst van mijn aderen naar het
hoe ik je riep vanuit het diepste der roerselen
want tot wie kan men zich richten wanneer in het geraas van
Jij alleen niet liegt en niet vergeet
Heer alles ontbeert stilte
in dit geraas dat opnieuw oplaait en in dit rumoer
en dan ja dan is er de kant van de weg de aarde van de berm
je hoort alleen het steriele insect op de naakte kei
Ik kerf in het papier de woorden van het gedicht ik ga een
maar de woestijn is milder
ik heb dorst en de woorden zijn vijandig
De zon bonkt nu met zijn hamer ik hoor hem het zomerse
stof hangt boven de regenpijpen: ik heb dit stuk leisteen
vlijmscherp als een slagersmes
schelp die van de steigers op het dak viel
het zinken strand zo mat als de huid van een haai de balustrade
de ooit zo weldadige zee heeft zich teruggetrokken in het ver-
de woorden branden meer dan de sterren ik weet heel goed dat
woestijn en hemel zijn opgeheven
het is tijd voor eeuwigheid
Vertaling: Désirée Schyns
In dit zelfreflexieve en religieus geïnspireerde gedicht uit de bundel Instants d'éternité faillible (Gallimard, 2004) beschrijft de Franse dichter Philippe Delaveau (1950) op een ingehouden manier het gevoel afgescheiden te zijn van wat hij ziet en van datgene waarnaar hij verlangt. Opvallend in het gedicht zijn de eenzaamheid, de sfeer van het platteland (berm, kei, boom, insect) en de nabijheid van de zee. De dichter heeft een bundel of twintig op zijn naam staan en vertaalt ook poëzie uit het Spaans (o.a. van de Argentijn Roberto Di Pasquale). In het verleden ontving hij o.m. de Prix Apollinaire en de Prix Max Jacob en in 2000 kreeg hij de Grand Prix de Poésie van de Académie Française voor zijn gehele oeuvre. Delaveau is classicus en doceert oude talen in de classe préparatoire van een lyceum in Parijs. Een deel van het jaar verblijft hij in Bretagne.