Actuele kunst in het kerkgebouw
Mark Delrue
Wie aan toekomst denkt binnen de kerk doet dit niet enkel op theologisch en pastoraal gebied, maar geeft ook aandacht aan kunst. Hij is zich ervan bewust dat kunst de tijdsgeest verbeeldt. Hij weet dat kunst een platform creëert tot ontmoeting en dialoog.
Hoe kan de kerk raakpunten vinden met actuele kunst?
De kunst vandaag spreekt een andere taal dan in de tijd toen de kerk een ijkpunt was. Toen was de kunst het verbeelde getuigenis van het christelijke verhaal en de kerk had alles wat een goed museum heeft. De referentiepunten van de kunst werden in het kerkgebouw getoond en de kerk bepaalde grotendeels de thematiek.
Tot in de 19de eeuw, en zelfs nog in het begin van de 20ste eeuw bepaalde de kerk in sterke mate de inhoud, vorm en voorschriften voor wat als religieuze kunst gold.
Onze tijd is totaal gewijzigd. Wij ontmoeten in de kunstwereld kerkvreemde kunstenaars, maar ten zeerste geboeid door de brede waaier van spirituele opdrachten. Het heeft geen zin om verder te gaan met het soort kunst waarmee elk bisdom, elke parochie binnenkerkelijk op zijn eentje probeert zijn kerken met vroomheid op te smukken met enkel selectie van kunstenaars binnen hun bekende kring.
Aan tentoonstellingen die een te gemakkelijk optimisme willen uitstralen, daar weigert het echte kunstwerk terecht zijn medewerking.
Paus Johannes Paulus II, bij zijn eerste kerkbezoek aan Duitsland in 1980, hield in München een indrukwekkende toespraak tot kunstenaars. Zijn oproep bedoelde niet in de eerste plaats stimulans te zijn voor een nieuwe christelijke kunst, evenmin wilde hij de waarde van de eigentijdse kunst meten aan de christelijke iconografie. De paus week af van het oude kerkpad dat de beeldende kunst evalueerde naar haar kerkelijke dienstbaarheid. Hij erkende de autonomie van de kunst. De paus riep op om kunst als reflectiespiegel van onze tijd aanwezig te stellen, ook binnen het kerkgebouw. Dit staat haaks op het romantische beeld van kerkgebouw als mausoleum van kerkelijke kunst of als enkel historisch erfgoed.
‘De Kerk heeft de kunst nodig’ kan in de toespraak van Johannes Paulus niet als tendentieus optimisme mis begrepen worden. Hij aanvaardt volmondig dat de oude categorie ‘het schone’ in de hedendaagse kunst vrijwel verdwenen is. Dit ten gunste van de menselijke uitbeelding in haar negatie en tegenstrijdigheden. Volgens de Paus verdient de actuele kunst alle aandacht als sociaal communicatiemiddel, omdat zij het beeld van de mens weerspiegelt. Kunst is een ‘ecce homo’ waarin zijn wereld, zijn maatschappij, zijn politieke en economische context zichtbaar wordt. De Paus pleitte voor een nieuwe verhouding van de kerk tot kunst en cultuur: een partnerverhouding in vrijheid. Daarmee heeft hij een nieuwe trend gezet die de christelijke rol niet uitschakelt, maar haar ‘prioriteit’ verschuift naar ‘dialoog’.
Ons bewust worden van de spirituele vragen en noden in de samenleving is een eerste vereiste. Hier kan de kerk een hedendaagse vorm van dienstbaarheid vervullen voor de maatschappij. Zij heeft doorheen de eeuwen haar diaconie telkens aangepast aan nieuwe noden. De 19de eeuw is een tijd geweest van een groot revival in de kerk door openheid naar buiten toe. In die tijd werden de structuren bedacht op gebied van onderwijs en caritas. Langs deze wegen gaf de kerk een antwoord op levensechte vragen van de mensen van toen.
Vandaag rijst de vraag naar openheid opnieuw en anders. Eén van de mogelijkheden hiertoe is de kunst. Voor heel wat mensen zijn de kerken, als cultusplaats, vreemde oorden geworden.
Religieus geïnspireerde kunst biedt mogelijkheden die ruimer zijn dan onze vertrouwde lokale pastoraal. Via de hedendaagse kunst die omwille van haar spiritueel karakter geïntegreerd wordt in het kerkgebouw, cultusplaats en cultuurmonument, kunnen wij ons dienstbaar maken voor de samenleving. Op die manier zet de kerk de traditie voort die haar altijd heeft gesierd. Terzelfder tijd worden ook aan de kerkgemeenschap nieuwe kansen geboden.
Een kunstenaar wordt gedreven tot artistieke creatie vanuit een vraag naar transcendentie, het zoeken naar spiritualiteit en de kommer om de wereld. Dat kunst met de morele overtuigingskracht van het gevoel ook een ethisch respons kan opwekken is een dimensie van de actuele kunst die de kerkgemeenschap niet mag ontgaan. Een kunstenaar weet beter dan wie ook dat het met een lege ziel moeilijk te leven is. We hebben als kerkgemeenschap veel te winnen, wanneer we kunstenaars pogen te ontmoeten, breder dan ons vertrouwd milieu.
De hedendaagse artiest komt via transcendentie-ervaring vaak uit bij God. De artistieke expressie van die ervaring is totaal anders dan de ons vertrouwde vormen. Gerrit Komrij drukt het krachtig uit:
‘Wij zagen woorden die niet zichtbaar waren, Wij luisterden naar ongehoorde blikken.
Wij lieten onze blindheid klanken baren, Wij koesterden de liefde om van te schrikken.
Bestaat er spijts alle onderscheid toch iets als een gemeenschappelijke grond van wereldervaring en wereldduiding in christendom en kunst?
De kunstenaars vandaag creëren vanuit de mens met zijn vragen hier-en-nu, en niet vanuit het klassieke godsbeeld. Karl Rahner heeft het zo verwoord:
‘Die Schau eines Bildes, das keine explizit religiöse Gegenstandigkeit hat, kann doch eine Erfahrung einer frei angenommenen Transzendentalität auf Got, ein religiöser Akt sein, und in diesem Sinne dieses Bild doch eine religiöse Bedeutung haben.’