Zeven spirituele ruimtes
Marc Dubois
In 2002 organiseerde Zwitserland de grote nationale expositie waaraan ook de vereniging van Zwitserse kerken deelnam. Het uniek project ‘Un ange passe...’ in Morat toont dat het maken van spirituele ruimtes als rustpunten voor bezinning ook hedendaagse oplossingen kan krijgen. De verbeelding van hedendaagse kunstenaars is hierbij van groot belang.
Deze groots opgezette manifestatie was gelokaliseerd op vijf plaatsen: Jura (op een boot op de meren), Biel, Neuchâtel, Yverdon-les Bains en Morat (Murten). Voor de sites van Expo 2002 met als concept ‘Arteplage’, locaties aan de rand van de meren, werden verschillende wedstrijden uitgeschreven. Veruit het boeiendste project was het voorstel van de Franse architect Jean Nouvel voor Morat waar hij op een intelligente wijze het hoofdthema ‘Instant et Eternité’ (Het nu en de eeuwigheid) heeft weten te verhelderen. In tegenstelling tot de andere sites die veeleer een pretparkachtig concept ontwikkelden koos Nouvel ervoor om de authenticiteit van de historische site als rode draad te gebruiken. Het centraal project was de gigantische kubus, een monolithisch gesloten volume, in geroest staal, gelegen in het meer. Enkel met een bootje kon men dit paviljoen bereiken, waar het publiek bovenaan het gerestaureerde 19de-eeuws panorama van de slag bij Morat kon bewonderen, een schilderij van het type zoals het panorama van Waterloo. Onderaan bevond zich een actuele versie van een panorama, een indrukwekkende diaprojectie op rond scherm met de Zwitserse mens van vandaag. Een bijzondere ervaring, een panoramische ervaring uit het verleden en het heden.
Nouvel was ook verantwoordelijk voor de totale scenografie in Morat in samenwerking met het bureau Gauer / Itten / Messerli & Maria. Op een zeer overtuigende wijze wist hij zowel het historische stadscentrum als de rand van het meer te gebruiken om de negen themaprojecten op een harmonieuze wijze in te passen. Het stadje werd bijna een evident onderdeel van de tijdelijke manifestaties. Een van de bezienswaardigheden was de Mésoscaphe van Auguste Piccard, de eerste duikboot voor toeristen en de hoofdattractie van de grote Zwitserse expo in 1964, een symbool van de vooruitgang. Nu is deze duikboot een afgedankt en opgeroest volume. Hiermee wilde Nouvel de nadruk leggen op het tijdelijke, het vergankelijke.
De vereniging van kerken in Zwitserland, o.a. de katholieke, de protestantse en de orthodoxe kerken, koos voor Morat. Hiervoor werd een associatie opgericht ESE.02. Hoe kan men de bezoeker van een project dat in de eerste plaats gericht is op ontspanning en kennisverwerving, ook confronteren met geloof, religie en de vele vragen naar zingeving van ons leven? Welk is de plaats van het geloof voor de hedendaagse mens? Het project ‘Un ange passe...’ van Gabriel de Montmollin uit Genève, theoloog en uitgever, en verder uitgewerkt door Georg Schubert, wilde inspelen op de momenten van stilte en bezinning, een oord van spiritualiteit. Nouvel ontwierp zeven kleine paviljoenen aan de rand van het meer, zeven ruimtes van vijf bij zeven meter, gelijk qua volume, maar verschillend qua openingen in het gevelvlak. Door het gebruik van geroest staal ontstond een directe binding met de grote kubus in het meer. Alleen al het getal zeven geeft aan het project een bijzondere betekenis.
Zes kunstenaars, vier Zwitsers, een Engelsman en een Amerikaan werden geïnviteerd om aan dit boeiend project mee te weken. In het eerste paviljoen visualiseerde de Amerikaan Bob Wilson het gegeven ‘Mysterie’, een belangrijk aspect in het evangelie. In zijn ander werk heeft Wilson getoond dat hij sterke visuele beelden kan maken. In het midden van de ruimte bracht hij een klein figuurtje aan dat met het hoofd naar beneden valt, naar het licht. De vorm is geïnspireerd op een schilderij van Jeroen Bosch, een voorstelling van de hatelijke beulen van Jezus. Het mysterie van het geloof is de vergiffenis en de bevrijding. Wilson inviteert het publiek om onze waarden en normen opnieuw te bekijken in het licht van een zin uit het evangelie van Mattheus: ‘Bemin je vijanden en bid voor je vervolgers, zodat je de zoon wordt van je Vader die in de hemelen is’. (Matheus 5,43).
Anish Kapoor plaatste het paviljoen ‘Au-delà’ (Aan de andere kant) op de grens tussen land en water. Het thema was hier de grens tussen leven en dood, tussen de wereld en het hiernamaals. In het interieur stond een grote holle spiegel waarin de mens de wereld omgekeerd ervaart. Alles wat wij kennen is omgekeerd, maar toch herkenbaar. Van zeer nabij draaide alles weer, een ervaring die andere wachtende personen op dat ogenblik niet konden zien noch ervaren.
In paviljoen 3 met als onderwerp ‘de hemel van het goede nieuws’ ging Ernst Hiestand in op een recente bevraging bij de Zwitsers: ‘wie ben je voor God?’. De vraag is vertaald in 40 talen die men vandaag in Zwitserland spreekt. De bezoekers konden op een pc hun antwoorden meedelen of ze laten projecteren op groot scherm.
In het paviljoen ‘de hemel van de relaties’ heeft Suzann Walder een grote hoeveelheid aan objecten bijeengebracht afkomstig uit verschillende religieuze tradities, niet vanuit het standpunt van de confrontatie of het creëren van een eenheid. Het respect voor de objecten waarmee wij de religieuze dimensie vorm geven stond hier centraal.
Het paviljoen ‘Het woord’ had vier toegangen en werd ontworpen door Anton Egloff (CH). In een wereld met een overvloed aan beelden komt het woord in de verdrukking. Men verwees naar het evangelie volgens Johannes met ‘in het begin was het woord’, maar wat zal het einde zijn? Twee paar woor-