Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 44
(1995)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 268]
| |||||||||||||||||||
Van Romeinse kapitaal...Ons alfabet is ca. 4000 jaar geleden in de landen ten oosten van de Middellandse Zee ontstaan. Terwijl de Chinezen nog steeds hun oude, mooie zinnebeelden gebruiken, waarin de klank van uitgesproken woorden in het geheel niet tot uitdrukking komt, werden in het Westen uit afgekorte ideogrammen ‘klanktekens’ of ‘letters’ ontwikkeld. Door de oude Grieken werden reeds de meeste van onze kapitalen gebruikt. Die vormen werden door de Romeinen overgenomen en kregen onder invloed van het Latijn een andere klankwaarde. Waar de Griekse inscripties uit lijnbeelden bestaan, zijn de Romeinse kapitalen gebeiteld op een wijze die de voorkeur verraadt voor een werktuig dat op een plat penseel gelijkt, dat afwisselend dikkere en dunnere lijnen geeft. Hierdoor ontstonden ritmische bewegingen. De Europese mens begon te schrijven. Het zou ons te ver leiden om hier de hele evolutie van ons schrift te gaan beschrijven. Deze inleiding alleen om er op te wijzen dat in het Romeinse alfabet, dat een onovertroffen schoonheid en perfectie heeft, de basis ligt van ons schrift. Vele hedendaagse kalligrafen leggen zich dan ook toe op het gebruik van de Romeinse kapitalen. | |||||||||||||||||||
... naar Karolingische minuskel en humanistisch kursiefVanaf het ogenblik dat men, door allerlei aanpassingen, kleiner en sneller ging schrijven, ontstonden er ritmisch af- en aanzwellende vormen die met de schuingehouden schachtpen werden geschreven, wat na 800 jaar van evolutie uitmondde in de Karolingische minuskel. Alle minuskelgeschriften tot op onze tijd zijn terug te brengen tot dit schrift en het is ook het
Lesgever Godfried Pott in Alden Biezen.
oerbeeld van onze drukletters. In de zestiende eeuw werd dit lettertype in Italië opnieuw ontdekt en ontstond de humanistisch cursief die alweer een hoogtepunt vormt in onze schriftontwikkeling. Nadien kwam geleidelijk het verval. | |||||||||||||||||||
Heropleving en evolutieOveral zijn wij omringd door letters, wij zijn ons maar halfbewust van de kracht en de invloed die deze stroom van tekens eigenlijk op ons heeft. Al deze karakters zijn ergens door iemand ontworpen en getekend. Nu en dan zijn er ook gekalligrafeerde letters bij, letters die met zorg, liefde en oplettendheid geschreven zijn. De heropleving van en de liefde voor de sierlijk geschreven letters krijgt eindelijk ook in ons land weer de nodige aandacht en waardering. Waar enkele jaren geleden zelfs een mooi gedrukt diploma nog met de schrijfmachine ingevuld werd, komt men nu opnieuw bij de kalligraaf die met een zwierig geschreven letter het gedrukte werk ‘af’ maakt. De herwaardering van de kalligrafie kwam omstreeks de eeuwwisseling op gang, vooral onder impuls van Edward Johnston die les gaf aan de Central School of Arts and Crafts. Hij onderzocht de oude manuscripten en stelde de verloren gegane technieken te boek. Hij experimenteerde met verguldmethoden, het prepareren van perkament, het mengen van pigmenten voor verven en inkten, en het gebruik van de beitelvormige pen voor het schrijven. Zijn boek Writing and illuminating and lettering (1906) verspreidde deze hervonden kennis over de hele wereld. Het is dank zij het werk van Edward Johnston dat de kalligrafie een geheel op zichzelf staande kunstvorm is geworden, die natuurlijk het meest aanleunt bij en zelfs vaak een geheel vormt met de grafische kunst. In Oostenrijk en Duitsland hadden de traditionele alfabetten een andere weg gevolgd dan in de rest van Europa; het gotisch bleef er in gebruik tot in 1940. Rudolf von Larisch in Wenen onderzocht evenals Edward Johnston de oude handschriften en publiceerde eveneens in 1906 zijn boek Unterricht in
Tekening van Frank-Ivo Van Damme.
| |||||||||||||||||||
[pagina 269]
| |||||||||||||||||||
Ornamentaler Schrift, een leerboek voor kalligrafie en lettertekenen. In Duitsland werd het werk van Johnston bekend gemaakt door Anna Simons, die één van zijn leerlingen was. Verder werd onder impuls van Rudolf Koch de Offenbachse kalligrafiegroep gevormd die later uitgroeide tot een atelier waar vele ambachten uitgeoefend werden zoals lettertekenen, houtsnijden, borduren, weven, enz. Vele van de daar gevormde kunstenaars gaven later les in Duitsland, Oostenrijk, Engeland en Amerika. In de jaren vijftig hebben vooral Ben Engelhart en Chris Brand de hernieuwing tot stand gebracht in Nederland. Ze hebben zich gespiegeld aan de Angelsaksische voorbeelden en zijn zo belangrijke schriftkunstenaars geworden die ook enkele belangrijke publikaties op hun naam hebben. | |||||||||||||||||||
Kalligrafie in Vlaanderen na W.O. IIKort na de laatste wereldoorlog werd een nieuwe periode in de Vlaamse grafiek ingeluid door de vereniging ‘die Ghenootscap’. Deze vereniging waartoe o.a. Arno Brys, Jef Boudens, Max van Damme, Luc Verstraete en Ernest Verkest behoorden, vond haar oorsprong in het verzet van jonge grafische kunstenaars tegen de heersende wansmaak. Ze wilden ook een strijd voeren voor het behoud van onze eigen volkse kunst en tégen de volksvreemde en geïmporteerde invloeden. Het werk van deze grafici draagt een uitgesproken Vlaams en christelijk karakter. Op het gebied van de sierletters zijn de namen Jef Boudens en Paul de Bruyne wel de meest uitmuntende. Jef Boudens, die tot aan zijn dood in de zomer van 1990, actief bleef op het gebied van de kalligrafie, kan gezien worden als degene die, na een periode waarin de interesse voor de kalligrafie tot een absoluut nulpunt zakt, in de jaren zeventig met een grote werkkracht bleef doorgaan, die ook op internationaal vlak bekendheid verwierf en vele jonge mensen voor de kalligrafie kon bezielen. Ook Paul de Bruyne, die medeoprichter was van diverse verenigingen tot stimulering van de kalligrafie, bleef zijn oude liefde trouw en gaf deze liefde door, zowel op cursussen als door zijn persoonlijk werk. Jef Bultynck zette vele kunstenaars op de weg van de kalligrafie. Hun werk werd in de jaren vijftig uitgegeven en in het Vlaamse land verspreid. Dit gebeurde vooral in de vorm van prentkaarten en kalenders. Deze richtten zich rechtstreeks tot het hart van de jeugd. Ze voelden zich zelf jong en wisten een grote leemte aan te vullen in de opvoeding van de studerende jeugd bij wie ze de belangstelling voor de oude Vlaamse prentkunst terug in het leven riepen. Ze zochten inspiratie in de bronnen van een rijk verleden en in de geschiedenis van het Vlaamse volk. Zo was er Prof. Dr. Jozef Weyns, die naast het onschatbare werk dat hij verrichtte door het bewaren voor het nageslacht van oude ambachten, volksgebruiken, enz., ook het gebruik van het humanistisch schrift opnieuw invoerde. We kunnen hier verder nog de namen citeren van Lode Van Muylder, Frank-Ivo van Damme, Urbaan van Overbeke, Steven Tuerlinckx, Marcel Haazen, Raf Coorevits, Renaat Bosschaert, en dan zijn we nog verre van volledig. Toen Kalligrafia in 1991 in het heemkundig museum in Aarschot een tentoonstelling wijdde aan de kalligrafie in Vlaanderen van 1945 tot 1960, stonden vele buitenlandse bezoekers versteld van de omvang en de aparte kwaliteit van het getoonde werk. Men suggereerde ons om hierover een boek uit te geven. De thematiek doet echter vooral bij jongeren vaak voorbijgestreefd aan en daarom is zulke uitgave een riskante zaak. Toch is het een idee dat wij in de toekomst nog zouden willen realiseren. | |||||||||||||||||||
Hedendaagse kalligrafieHet zou onbegonnen werk zijn om een overzicht te geven van zelfs maar de allergrootste kalligrafen vermits in Engeland, Amerika en Duitsland reeds twee of drie generaties schriftkunstenaars aan het werk zijn. Ook Oostenrijk, Zwitserland en Estland hebben hele scholen van kalligrafen voortgebracht. We moeten ons beperken tot het noemen van enkele grote namen. Een man die over de hele wereld erkend wordt en gewaardeerd, is de in 1918 in Neurenberg geboren Herman Zapf, een selfmade man, die Edward Johnston en Rudolf Koch als zijn grote voorbeelden betitelt. Naast zijn werk als kalligraaf is hij bekend als letterontwerper van o.a. de Palatino en de Optima. Andere bekende namen zijn:
| |||||||||||||||||||
Te weinig interesse voor schriftEigenlijk zou schrijven en met letters werken in iedere artistieke opleiding een onderdeel van het programma moeten zijn, want schrijven is het aangewezen middel om het waarnemingsvermogen te verscherpen, vaardigheid van de hand te verhogen en de vormbeheersing te vergroten. De vooruitgang van de techniek echter, en de toenemende luiheid op het gebied van het ontwikkelen van vaardigheden maken dat de kalligrafie en het schoonschrijven sedert 1960 | |||||||||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||||||||
Kalligrafie Karlgeorg Hoefer.
niet meer aangeleerd worden op kunstscholen en academies. Wij spreken hier dan nog niet over het handschrift dat in deze tijd van computer en tekstverwerker totaal verwaarloosd wordt. En toch is dit gebrek aan belangstelling waarschijnlijk juist de grootste stimulans voor degenen die bezeten zijn door ‘letters’, om door te bijten, om scheppend werk te leveren en aldus op een eigen wijze verzet aan te tekenen tegen de toenemende vervlakking van de heersende cultuur met haar monotone, onpersoonlijke technologie, met haar oppervlakkige breedsprakerigheid en haar schreeuwende kleuren en klanken. | |||||||||||||||||||
SchrijfinstrumentenVerenOns woord pen komt van het Latijnse woord penna dat ‘veer’ betekent. Gedurende méér dan tien eeuwen schreef de mens met een veer. Nochtans hield de veer stand ook na de uitvinding van de metalen pen en zelfs nu nog verkiest de kalligraaf vaak de veer boven de pen om op perkament te schrijven. Een ganzeveer is immers net als perkament een natuurlijk materiaal met een eigen gevoeligheid en veerkracht. De vorm van de veer en de manier waarop ze behandeld en gebruikt werd, komt voor in vele miniaturen. Ze ziet er wel even anders uit dan de zwierige gekrulde pluim die te zien is in vele latere romantische afbeeldingen. De pluim werd ontdaan van de baarden en vaak korter gemaakt zodat een gestroomlijnd instrument van ongeveer achttien centimeter lengte ontstond. Voor het aansnijden van de punt gebruikte men een veermes of ‘pennemes’. Met dit instrument als voorbeeld heeft men nu een moderne, synthetische veer ontworpen, die even veerkrachtig en soepel schrijft als een ganzeveer, maar die het voordeel heeft dat ze minder snel verslijt. | |||||||||||||||||||
RietpennenRietpennen gaan nog verder in de tijd terug dan veren, maar ze speelden niet zo'n belangrijke rol in de ontwikkeling van ons schrift. Rietpennen horen wél bij het schrijfarsenaal van de moderne kalligraaf om dezelfde reden waarvoor men de ganzeveer gebruikt. Natuurlijke materialen worden vaak verkozen boven machinaal vervaardigde alternatieven. Rietstengels zijn breder dan ganzeveren en daardoor kan er een breder schrijfvlak aangesneden worden. Alle kalligrafische lettertypes, uitgezonderd het zwelschrift (ook anglaise of copperplate genoemd) worden geschreven met een beitelvormig instrument. De vindingrijke kalligraaf ontdekt dan ook nog vele schrijfobjecten waarmee hij speciale effecten kan bereiken: rieten van blaasinstrumenten, stokjes van ijslollies, geplooide metalen staafjes, stukjes balsahout, enz. | |||||||||||||||||||
Metalen pennenDe eerste stalen pennen, die gemaakt werden in het begin van de negentiende eeuw, waren stroef en krasserig. Daar er echter een grote vraag naar ontstond werd de produktie snel verbeterd en werden ze fijner en soepeler. De moderne produktie, die meer op precisie is ingesteld, brengt een zeer ruim assortiment degelijke kalligrafiepennen op de markt. Nochtans is er aan de basisvorm, namelijk pen en pennestok, weinig veranderd. De pennen worden meestal los verkocht in doosjes volgens breedte en vorm, soms ook op display-kaarten, die het hele gamma van penbreedten bevatten, samen met een pennestok. Vele van deze pennen hebben een reservoirtje dat het gelijkmatig vloeien van de inkt garandeert. Als aanvulling op de pennen waarmee men een enkelvoudige lijn maakt, zijn er pennen met twee of meer punten, waarmee men in één trek meerdere lijnen tevoorschijn tovert. Zij worden vooral gebruikt voor sierschrift of decoratie. De pen met vijf punten wordt aangewend om notenbalken te trekken, maar ze kan ook een speciaal effect geven in kalligrafie. Fijne lineaire versieringen worden vaak bijgetekend met een profielpennetje. Voor haarlijntjes en voor het schrijven | |||||||||||||||||||
[pagina 271]
| |||||||||||||||||||
van de anglaise gebruikt men een zeer soepele, fijngepunte pen. Met een dubbel gepunt potlood, verkregen door twee potloden stevig aan mekaar te plakken met tape, kan men het effect van de lijn van een brede pen verklaren en volgen. Deze methode is zeer geschikt voor het kalligrafie-onderricht. | |||||||||||||||||||
VulpennenBijna alle grote vulpenmerken hebben op dit ogenblik een kalligrafiepen in hun assortiment. Nochtans zijn deze pennen doorgaans meer geschikt voor handschrift dan voor het maken van kalligrafische kunst. Het grote voordeel van deze pennen is de permanente toevoer van inkt. Het grote nadeel is dat zelfs de kalligrafie-pen met de breedste punt relatief smal is in vergelijking met de vele breedtes die verkrijgbaar zijn in losse pennen. | |||||||||||||||||||
ViltstiftenOok hierin vindt men tegenwoordig een ruim aanbod voor de kalligraaf. Hier geldt dezelfde opmerking als voor de vulpen,
Kalligrafie John Stevens.
Kristoffel Boudens: Toetoe (grafsteen voor een hondje).
namelijk dat het aanbod van penbreedtes zeer beperkt is. Een ander nadeel is dat een viltstift nooit de scherpte van een metalen pen kan hebben. Hij is vooral handig om voorstudies te maken of om snel een tekst op papier te zetten. Toch zijn er kalligrafen die ook met dit schrijfinstrument mooie letters tevoorschijn toveren en speciale effecten bekomen. | |||||||||||||||||||
DragersPerkamentGedurende vele eeuwen was perkament de drager waarop geschreven werd. Perkament wordt meestal gemaakt van kalfs- of geitehuid. De werkwijze die van een dierehuid een fijn stuk perkament maakt is niet eenvoudig. Het zou ons te ver leiden wanneer we hierover in dit artikel zouden uitweiden. Omdat perkament zo duur is in vergelijking met de meeste papiersoorten, wordt het bijna uitsluitend gebruikt voor belangrijke opdrachten zoals officiële oorkonden of diploma's. Correcties op perkament kunnen uitgevoerd worden door met een vlijmscherp mes de inkt weg te schrapen. Daarna kan men de plek weer beschrijfbaar maken door deze met een agaatsteen weer glad te wrijven. | |||||||||||||||||||
PapierHet woord ‘papier’ is afgeleid van ‘Papyrus’, de plant die door de Egyptenaren werd gebruikt om een beschrijfbaar vel te maken. Hiervoor werden stroken van de vezelige stengels over elkaar gelegd en platgeklopt. Papier wordt nog steeds van plantaardige vezels gemaakt. Tot in de negentiende eeuw werd het met de hand vervaardigd waardoor de afmetingen van een vel beperkt waren tot de afmetingen van de zeef die door één of twee man kon vastgehouden worden. Sindsdien wordt papier volgens een machinaal proces gemaakt dat een hoge dagproduktie toelaat. De mooiste papieren worden echter nog steeds met de hand geschept. Gedurende de laatste | |||||||||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||
Kalligrafie Kathleen Vanderweyden.
jaren is de waaier van papiersoorten voor artistiek werk zo sterk uitgebreid dat er voor elk kalligrafisch werk een ruim aanbod geschikt papier voorhanden is om het schriftstuk artistiek uit te voeren. | |||||||||||||||||||
MediaInktVanaf de middeleeuwen hadden veel scribenten hun eigen inktrecepten. Men kan ze in veel oude boeken terugvinden. Ook in dit opzicht zijn moderne kalligrafen verwend met een keuze die met de dag uitgebreider wordt. Het best bruikbaar zijn de niet-watervaste inkten omdat ze goed vloeien en noch de pen, noch het papier aantasten. De keuze ervan gebeurt nochtans in samenhang met stijl, papiersoort en schrijfinstrument. | |||||||||||||||||||
VerfOm in kleuren te schrijven gebruikt men naast de vele gekleurde inkten ook plakkaatverf. Dit biedt het voordeel dat men over een onbeperkt kleurenpalet kan beschikken en bovendien droogt de verf mooi dekkend en mat op. Bij schrijven met aquarelverf kan men mooie lumineuze effecten bekomen. | |||||||||||||||||||
Andere kalligrafische techniekenWe behandelden de kalligrafie hier louter als schrijfwerk, maar ze vindt ook nog toepassingen in veel andere technieken, zoals: het houwen van letters in steen, dat de eigenlijke basis vormt van ons westers schrift; het aanbrengen van teksten op andere dragers dan perkament of papier, bijvoorbeeld glas, keramiek, hout, weefsel, leer; reliëfletters die met de hand in zachte papiersoorten gevormd worden; het uitsnijden van letters in allerlei materialen: papier, metaal, hout; het vergulden van letters, een techniek waarmee kalligrafen vaak jaren worstelen om ze perfect te leren uitvoeren. En dan spreken we nog niet van de vele toepassingen van de kalligrafie in drukwerk: tekstkaarten, boekbanden, bibliofiele uitgaven, kalenders, poëzieplaten, briefhoofden, platenhoezen... | |||||||||||||||||||
EvolutieHet is bijna onmogelijk om hier een omschrijving te geven van alle mogelijkheden van de kalligrafie. Immers alle technieken van de plastische kunsten zoals beeldhouwwerk, schilderkunst, aquarel, gravure, ets, zeefdruk, airbrush, enz. kunnen letters als onderwerp hebben en alzo het ontstaan geven aan kalligrafische kunstwerken. En eigenlijk kunnen we hier ook nog de typografie en drukkunst aan toevoegen. Dan rijst echter wel de vraag: is kalligrafie kunst of toegepaste kunst? Waar liggen de grenzen? Een andere vraag is: moet kalligrafie leesbaar zijn? Ook hier zijn de meningen verdeeld. Men kan een mooi aquarel maken met het gebruik van letters of letterfragmenten, maat gaat het hier om een aquarel of om een kalligrafisch blad? Voor mij blijft de kalligrafie, welke techniek men ook gebruikt, nog steeds ten dienste van de inhoud van de tekst. Maar dit is een persoonlijk standpunt en vatbaar voor interpretatie. Het staat vast dat, hoe men ook tewerk gaat, bij alle kalligrafisch werk steeds een grondige kennis van de historische lettertypes vereist is, en dat een feilloos gevoel voor ritme en spatiëring moet ontwikkeld zijn. Wij kunnen ons nu, op de drempel van de 21ste eeuw ook afvragen welke weerslag onze veranderende samenleving zal hebben op de kalligrafie. De invloed van de versmelting der culturen is bijvoorbeeld reeds merkbaar bij vele westerse kalligrafen die zich toeleggen op de Japanse penseeltechniek voor hun westerse kalligrafie. Ook kunnen we ons afvragen welke rol de computer zal spelen in de evolutie van de kalligrafie en het handschrift. |
|