[nummer 257]
Inleiding
Letter en beeld: kalligrafie in Vlaanderen
Fernand Bonneure
‘Die wil leeren schrijven met vlijt, vatte de penne t'aldertijt Gelijck dees figuere wijst aen, soo sal tschrijven te beter gaen’.
Spreuk uit de ‘Spieghel der Schrijfkonste’, Rotterdam 1605, een van de beroemde kalligrafische boeken van Jan I van de Velde (ca. 1568-10.09.1623), kalligraaf en schoolmeester, werkzaam in Rotterdam en vanaf ca. 1620 in Haarlem.
De geschreven letter en de gedrukte typografie bewijzen sinds eeuwen dat het fijne, beheerste spel van diverse lettertypes, van verhouding van wit en beschreven of bedrukte ruimte, van marges en interliniëring een echte kunst is. Bij het schrijven of drukken gaat het altijd om letter en beeld. Er komen plastische elementen tot stand. Ze hebben een materieel nut en worden verrijkt met een geestelijke betekenis. Een tekst wordt opgebouwd met tekens, met letters dus, die uitsluitend terwille van hun betekenis in het leven geroepen zijn.
Een tekst is overigens ook een teken. Want letters worden woorden, woorden worden regels, regels worden pagina's. De veredeling van de uiterlijke vorm door die betekenis, zou men de architectuur van de tekst kunnen noemen. Deze opbouw moet er vooral voor zorgen dat alle samenstellende delen - pagina's, regels, letters - elk in en door hun eigen vormelijkheid en door hun uitdrukkingskracht getuigenis afleggen van hun louter materiële functie. Deze opbouw gebeurt bewust, berekenend, minutieus en uitgaande van een door gevoel gedreven intellect dat het zo wil en niet anders.
Een streepje kan zich kenmerken tot een bewust streepje. Een letter moet karakter hebben, maar ook lichaam en moet bovendien functioneel zijn, dus leesbaar. De reeksen letters moeten gave regels worden, de volgeschreven pagina moet een geheel vertonen. Alle onderdelen moeten uiteindelijk tot één uitdrukkingsvorm komen. In beginsel kan dat alleen door het scheppen, stimuleren maar ook eerbiedigen van de vormgeving onderling. De opbouw van een tekst is het resultaat van een kwantitatieve ruimtelijke relatie en vooral correlatie.
De letter is een vlakverbreker. Plastisch verbreekt de letter de eenheid van oppervlakte. Picturaal onderbreekt de letter de onbetreden eenheid van volheid of leegte. Doordat de letter wordt neergeschreven, bestaat zij, maar begrenst zij meteen zichzelf, drukt zij haar functie uit en wordt teken. De lettersnijders uit alle tijden hebben deze wezenheid van de letter als teken in hun alfabetten ingebouwd en uitgedrukt. Hedendaagse kalligrafie, typografie, belettering in het algemeen kennen en waarderen deze tekenfunctie en de psychologische trefkracht van de letter.
Strepen en halen vormen letters. Letters nemen een deel van de ruimte in. Letters zijn eindig en geïsoleerd. Daarom staan ze ook functioneel in de hen omringende ruimte. De spatie in, om en tussen de letters is dus even functioneel als het letterlichaam zelf en even essentieel voor de tekenfunctie en de expressiekracht ervan. Dit hele, vaak subtiele spel van spanningen en verhoudingen wordt voor elke tekst opnieuw en van de grond af gespeeld. Maat en harmonie zijn de richtingwijzers. Kalligrafie, typografie zijn een kunst van het zuivere, strenge, speelse, klassieke of moderne afwegen van ruimtelijke spanningen, de toverstaf die de maat aangeeft.
Kalligrafen zijn de meesters van de letters; zij zijn de letters ook meester; zij hebben ze in hun vingers en schrijven ze uit - naarstig, beheerst of vlug, letters in hun zuivere uiterlijk of uitgewerkt met lange halen en kleine versieringen. Kalligrafen zorgen ervoor dat teksten blijven bestaan; zij schrijven geschiedenis en werken aan de opbouw van een cultuur.