Bourgondië tot hier en niet verder
Ann Tack
i.s.m. de leerlingen van het 6de Toerisme 1994-1995, Hotel- en Toerismeschool Spermalie, Brugge
Bij wie doet de naam Bourgondië niet een paar belletjes rinkelen: Dijon, Beaune, Chalon, Mâcon? Dit traject kennen de talloze vakantiegangers die over de ‘Autoroute du Soleil’ naar het Franse Zuiden trekken. Bourgondië is een streek waar al eeuwen iedereen gewoon doorheen rijdt, op weg naar noord of zuid, zonder zich te realiseren dat ook daar een bont stukje Frankrijk ligt. Het is een mooie en boeiende streek die - zeer ten onrechte - te weinig bekend is bij de Vlaming.
Bourgondië wil nochtans al te graag het verblijfstoerisme promoten. De troeven daarvoor liggen voor het grijpen. Op amper 700 kilometer van Vlaanderen voelen we het Zuiden al, de wijnvelden zijn aantrekkelijk, 25.000 jaar geschiedenis bloeien voor ons open. Hier komen de buitenlanders zeker in toenemende mate op af. Hopelijk niet allemaal tegelijk! Wat dacht u van een korte verkenning?
Wijn en cultuur zijn genoegzaam bekend, maar ook sportievelingen en fijnproevers, evenals natuurliefhebbers komen hier ruimschoots aan hun trekken. Bourgondië bestaat uit vier departementen: Yonne en Nièvre zijn de sportieve en natuurrijke regio's, Côte d'Or en Saône-et-Loire zijn de streken van de Grand Crus en de culturele rijkdom. De meest westelijke departementen, Yonne en Nièvre zijn het minst toeristisch.
Het voorportaal van Bourgondië wordt gevormd door de stad Sens. Misschien een te povere uitdrukking voor een stad die kunst en geschiedenis op een harmonische manier weet te combineren in de oudste gotische kathedraal van het land, toegewijd aan de H. Stefanus. Het Palais Synodal herbergt een gerenommeerde collectie Gallo-Romeinse voorwerpen. Overigens is aan de plattegrond van het centrum te zien dat het hier om een voormalige Romeinse nederzetting gaat. Als we de Yonne stroomopwaarts volgen duikt de kunststad Auxerre op, van oudsher de hoofdstad van Beneden- of Laag-Bourgondië en sinds 1790 van het departement Yonne. Het sfeervolle middeleeuwse stadscentrum, dat in zijn geheel beschermd is als historisch monument, wordt gedomineerd door de St.-Stefanuskathedraal en de abdij van St.-Germain. De crypte onder de abdij is een absolute must: dit heiligdom met unieke
Place St.-Nicolas, in het hart van Auxerre, is een rustiek pleintje met fraaie vakwerkhuizen (foto: J.L. Meulemeester).
Karolingische fresco's bewaart de relikwieën van de H. Germain. In Auxerre pronken vele voorname burgerwoningen en vakwerkhuizen. De stad is bovendien hét centrum voor boottoerisme. Heel wat bedrijven verhuren volledig ingerichte boten voor een weekend, een week of langer. Een vaarbewijs hoeft niet. Cruises op een péniche-hôtel, een hotelboot, vertrekken vanuit Auxerre of Dijon.
Het meest Bourgondische van Bourgondië zal wel de wijn zijn. Dat klopt, maar Bourgondië zwelgt ook in een roes van natuur en cultuur die soms naar het bovennatuurlijke neigt. Dit geldt in het bijzonder voor de vermaarde bedevaartoorden uit de middeleeuwen zoals Vézelay en de grote abdijen van Cluny, Citeaux en Pontigny. Vézelay, ooit een bedevaartoord op de route naar Santiago di Compostela, behoort ongetwijfeld tot de belangrijkste plaatsen uit het Christendom. Vandaag wordt de kerk, met de monumentale kracht van zijn sobere architectuur en met zijn geïntegreerd beeldhouwwerk, unaniem bejubeld als het hoogtepunt van de Romaanse kunst. De basiliek van St.-Madeleine imponeert 700 jaar later, net als weleer, de bezoeker. Ten zuiden van Vézelay ligt St.-Pèresous-Vézelay met één van de fraaiste gotische kerkjes van Bourgondië, de Eglise Notre-Dame. Een wandeling van St.-Père naar Vézelay of omgekeerd is zeker de moeite waard. Vézelay heeft zich genesteld op een heuvel in het meest noordelijke stukje van de Morvan. Voor natuurliefhebbers ligt het mooiste deel van Bourgondië echter rond het raakpunt van de vier departementen. Daar klopt het groene hart van de provincie. Het Parc Naturel Régional du Morvan, één van de 23 regionale natuurparken van Frankrijk, beschermt nochtans niet alleen natuurschoon, flora en fauna, maar ook aloude tradities. Bovendien probeert het economische impulsen te geven aan de meest vergeten en dunstbevolkte streek van Bourgondië. De ‘Morvandeaux’ richten zich echter vooral op het zachte toerisme: dit van de cultuur- en natuurliefhebbers met respect voor het karakter van de streek. De laatste jaren is het aantal hotelletjes, pensions en andere eenvoudige verblijven sterk toegenomen. Daarnaast is er een redelijk aanbod van campings, zeker in de nabijheid van de zes stuwmeren, die aantrekkelijke
recreatiedomeinen vormen. De Yonne, vroeger één van de economische slagaders van Bourgondië, wordt nu uitsluitend voor ontspanning en boottoerisme gebruikt. Ook het ‘Canal du Nivernais’, ten westen van de Morvan gelegen, is bekend voor de pleziervaart.
De hoofdstad van de Morvan, Château-Chinon, is één van de beste uitvalshoeken voor een verkenning van dit natuurgebied. De wandelaar en de fietser kan kiezen uit een waaier van uitgestippelde routes door heuvels, bossen, heidevelden of weiden, langs oevers van meren of door woeste en lieflijke groene dalen van bruisende of kalm voortkabbelende rivieren, of gewoon van dorpje naar dorpje. Vooral in Avallon, aan de zoom van de Morvan, stelt de dienst voor toerisme een uitgebreid gamma van folders met korte of langere wandel- of fietstochten in de directe omgeving ter beschikking. In Château-Chinon raden we het Musée du Septenat aan. Het stelt alle geschenken tentoon die President Mitterrand sinds