Inleiding
Jean Luc Meulemeester
Dat er tussen Vlaanderen en Bourgondië een speciale band bestaat, wordt door niemand betwijfeld. Deze relatie lijkt zo logisch dat we er vandaag de dag niet meer bij stil staan. Toch is het merkwaardig dat twee ver afgelegen gebieden ruim honderd jaar lang zowel politiek, economisch, godsdienstig als cultureel een eenheid vormden die sedertdien in de Europese geschiedenis nooit meer voorkwam. Deze uitzonderlijke verbondenheid ontstond ruim zes eeuwen geleden door een samenloop van historische omstandigheden waarvan de wortels te zoeken zijn in de nevel van de vroege middeleeuwen. Beide vorstendommen ontstonden namelijk op de ruïnes van het Karolingische rijk en ontwikkelden zich vervolgens elk op een verschillende manier, hoewel ze bij nader inzien elkaar aanvulden. Die kruisbestuiving leidde tot creatieve ideeën, tot een spiritueel bewustzijn en tot een tot nog toe ongeëvenaarde culturele bloei. De eigenlijke binding kwam tot stand door het politiek geregelde huwelijk van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië, met Margaretha van Male, erfgename van de graafschappen Vlaanderen, Artesië, Franche-Comté, Rethel en Nevers, op 19 juni 1369 in de Gentse Sint-Baafsabdij. Ruim honderd jaar lang zouden de wegen van deze streken nu samenlopen en onmiskenbaar een diepe stempel drukken op hun algehele cultuur. De geschiedenis van beide werd voortaan innig met elkaar verweven, beide landen kenden triomf en mislukking; de bewoners van beide landstreken deelden een tijd lang hoogten en laagten, lief en leed, geestelijke rijkdom, maar ongetwijfeld ook materiële armoede. Meer dan dat! Bourgondië én Vlaanderen bepaalden in die periode een stuk van de Europese historie en dat op zich is al vrij uniek te noemen. Toch is geen enkele hertog erin geslaagd, ondanks verwoede pogingen, de ‘pays de par deça’ en de ‘pays de par dela’ letterlijk geografisch met elkaar te verbinden. Dat
de band tussen beide landencomplexen voortdurend groeide en net zoals in een harmonisch huwelijk dichter, vertrouwelijker en dieper werd, wordt bewezen door het feit dat zelfs na de ontbinding circa 1477 het woord ‘Bourgondisch’ een blijvende betekenis heeft gekregen. In de geschiedenis spreken historici ook in de 16de eeuw nog graag
Op het einde van oktober 1994 trokken de leerlingen van het zesde jaar van de Hotel- en Toerismeschool Spermalie op studiereis naar Bourgondië. Hier de voltallige groep voor de ingang van de abdij van Fontenay. Een beknopt relaas van deze studiereis wordt in een aantal bijdragen van dit themanummer gereveleerd (dia: J.L. Meulemeester).
over de Bourgondische Nederlanden. En roept dit woord verder nog steeds niet allerlei gedachtenassociaties op van een hemelse welvaart, waarvan destijds vermoedelijk niet iedereen profiteerde, en leeft men nog altijd niet met lust ‘Bourgondisch’? Het klinkt zoet, weldadig en doet mijmeren over een ver maar heerlijk verleden. Daarom ligt het voor de hand dat het tijdschrift
Vlaanderen een speciaal themanummer aan deze nauwe relatie wijdt. Gewoontegetrouw deed de redactie een beroep een op aantal erudiete auteurs - die we uiteraard graag voor hun inzet en medewerking bedanken - die elk op hun specifiek terrein een bijdrage over de relatie Bourgondië-Vlaanderen schreven. Toch is dit speciale nummer niet zo traditioneel. Van in het begin werd niet alleen aandacht besteed aan de historische verwantschap, maar dienden ook hedendaagse aspecten aan bod te komen. Na bijna ieder geschiedkundig artikel opteerden we dan ook voor een bijdrage waarin een gelijkaardig onderwerp vanuit een tegenwoordig standpunt wordt duidelijk gemaakt. Dit geldt zowel voor godsdienst als voor gastronomie, voor wijn en toerisme. Om die laatste facetten zo goed mogelijk toe te lichten, deden we een beroep op de Hotel- en Toerismeschool Spermalie in Brugge, die ongetwijfeld voortdurend met die thema's wordt geconfronteerd en die de theoretische kennis concreet in de praktijk omzet. Zo werd o.a. een reis met de leerlingen naar Bourgondië georganiseerd. Meteen geeft u er zich rekenschap van dat met deze uitgave een zo ruim mogelijk aanbod werd nagestreefd, wat het nummer zeker ten goede komt en waardoor de Bourgondisch-Vlaamse verwantschap nog beter tot uiting kan komen. Dit kan ons alleen maar aanzetten nog meer te genieten van de uitzonderlijke rijkdom van beide streken.