Heemkundige musea De Botermolen in Keerbergen
De Pastorie in Lennik-Gaasbeek
Het gemeentelijk museum in Hoeilaart
Anne Six
Het Brabantse landschap: we kunnen het ons vaak nog moeilijk voorstellen. De verstedelijking met lintbebouwing die sinds de tweede helft van deze eeuw overal om zich heen greep, verstikte ook hier - of misschien vooral? - de weidse glooiende streken die zich rond de grote steden in Vlaams-Brabant uitstrekken.
In het zuidwestelijk gebied van Brabant leverde de vruchtbare leemgrond de rijke oogsten van het Pajottenland, tafereel voor Bruegels doeken (De parabel van de blinden; Winterlandschap met schaatsers en vogelval; De volkstelling te Bethlehem; De moord op de onnozele kinderen). Die lappendeken van velden en weilanden opengerold tussen vredige dorpen was dan weer totaal verschillend van het landschap dat de noordoostelijke hoek van hetzelfde Brabant aanbood. Daar deint het Hageland uit in de Zuiderkempen. Geen vette landbouwgrond, maar droog, zanderig heidegebied, dat echter vooral in de 19de eeuw met naaldbomen bebost was en in onze eeuw beplant werd met riante villa's.
De wisseling van landschap ging ook gepaard met nieuwe leefgewoonten. Tot in het begin van deze eeuw was de mens zeer nauw bij de natuur betrokken en kenmerkte de geografische gesteldheid van het landschap het werk- en leefpatroon van zijn bewoners. Wie kent niet het Brabants trekpaard, de trots van het Pajottenland, dat weliswaar zijn standbeeld kreeg in Sint-Kwintens-Lennik, maar doelloos als een zeldzaam specimen in weiden graast en zijn krachten niet langer bot kan vieren? In de Kempen typeerde de ‘zandjan’ het dagelijks beeld: het overvloedig aanwezige zand werd door de arme lieden van herenhuis tot herenhoeve op de vloeren rondgestrooid. De schoonmaakbedrijven van vroeger! Dit is verleden tijd geworden. Oude ambachten verdwenen, volkstradities werden vergeten. Een brok autochtone cultuur ontglipte de geschiedenis, ware het niet dat de plaatselijke bevolking ons voor dit verlies heeft behoed dankzij haar heemkundige musea.
Elke streek bezit wel een museum waar de plaatselijke geschiedenis en eigenheden worden bewaard en voor de bezoeker tentoon gestald. Fragmenten hiervan vindt u uiteraard ook in de rijke luister van de stedelijke musea, maar de ziel van het platteland zult u nergens beter aanvoelen dan in de plaatselijke en met veel liefde opgebouwde musea, ook in al hun bescheidenheid. Heemkundige musea treffen we aan in Aarschot noordoostelijk boven Leuven, in het Zoniëngebied in Hoeilaart, in Halle met zijn Zuidwestbrabants museum. Voor de verkenning van het Pajottenland verwijlen we in het hart ervan, waar het museum is ondergebracht in de voormalige ‘Pastorie’, op een steenworp van de toeristische trekpleister het Kasteel in Gaasbeek. In de Brabantse Kempen, tussen Mechelen en Aarschot en aan de rand van Brabant, is het verleden er met veel zorg opgeborgen in De Botermolen in Keerbergen. U kunt zelfs net even over deze rand ook een bezoekje brengen aan de verzameling van de bevriende heemkring Het Smiske in Rijmenam.