pel, plakbrieven, kaarten, lichten ons in omtrent de belegeringen van Halle in 1489 en 1580, evenals een uitzonderlijke gebeurtenis, nl. de inbezitneming van Halle in 1655 door Philippe-François, heer van Arenberg.
Brieven, oorkonden en affiches belichten de Oostenrijkse periode en de Franse bezetting. Een tinnen kelk, ciborie en pateen komen uit de ‘Beloken Tijd’, toen de onbeëdigde priesters in schuur en stal de H. Mis opdroegen.
Binnenlandse paspoorten en verlofpassen, enz. werpen een licht op de nationale militie en de burgerwacht (schutterij) gedurende de Hollandse periode.
De eerste decennia van onafhankelijk België zijn door documenten en voorwerpen uit onze streek geïllustreerd: bestuur, onderwijs, burgerwacht, infrastructuur, nijverheid. De aandacht gaat in het bijzonder naar de produkten uit de beroemde faïencefabriek ‘Arnould, Daboust en Cie’, die in 1838 in Buizingen werd gesticht. In een studie ‘La Céramique bruxelloise’ (1946) stelt J. Helbig voorop dat het Hals porselein tot de grote familie van het Brussels porselein mag worden gerekend.
Lokale personaliteiten worden voorgesteld door portretten, o.a. Adriaan-Frans Servais (1807-1866), cello-solo van koning Leopold I, Mgr. Peter-Jozef Sencie (1865-1941), organisator van de Vlaamse leergangen in Leuven; Andreas Michiels (1871-1931), pastoor-deken in Halle, die gedurende vele jaren zijn stempel drukte op het religieuze en artistieke leven in Halle; Louis Thevenet (1874-1930), de post-impressionistische en intimistische schilder; Jan-Filip Boon (1898-1960), directeur-generaal van het Belgisch Nationaal Instituut voor Radio-Omroep; een speciale vitrine is gewijd aan documenten en voorwerpen in verband met Hendrik Conscience (1812-1883), schrijver die geregeld in Halle vertoefde bij zijn dochter Marie-Sébastienne en haar man, schrijver Gentiel Antheunis (1840-1907).
Het traditionele volksleven vóór de eerste wereldoorlog wordt aan de hand van een reconstructie van een bescheiden interieur uitgebeeld. Hiernaast vindt men gereedschap voor het broodbakken, de vleesbereiding en een werkplaats van een dorpswever met weefgetouw, gereedschap voor het bereiden van het vlas en spinnewielen.
De aspecten van de traditionele landbouw komen eveneens aan bod, alsook de zuivel- en kaasprodukten, die een bijzondere plaats in de Zennevallei innamen.
Ook de ambachten worden belicht: schrijnwerkerij, houtdraaien, klompenmakerij, wagenmakerij, kuiperij, bezembinderij. Dit laatste ambacht was typisch voor onze streek, en vooral rond de bossen gevestigd, o.a. in St.-Genesius-Rode. De klompenmakerij, met werkplaats, waarin ezel, kortzaag, maten, kliefblok, kliefmes, kliefhamer, kapblok, kapmes, dissel, snijbank, snijmessen, voorboren, hoolboren, zoolmessen, enz. alsook klompentypes uit de streek, maakt iedereen wegwijs in dit ambacht, dat in de 19de eeuw in onze regio bloeide. Een van de belangrijkste ambachten in Halle was het mandenmakersambacht met St.-Paulus als patroon. In de afdeling ‘geschiedenis’ treft men een langwerpig mandje met deksel in fijn scheenwerk uit 1684 aan, een langwerpig korfje met twee deksels en hengsel, een achthoekige naaidoos met deksel en in vier vakken ingedeeld. Deze voorwerpen tonen het meesterschap van de vaklui. In de afdeling ‘volksleven’ treft men een bijna complete verzameling van produkten van de laatste mandenmakers uit de streek. Om deze afdeling te sluiten worden werktuigen uit de brood, pastei en suikerwaren en uit de brouwerij getoond.
Als overgang naar de afdeling ‘volksdevotie’ ziet men een verzameling kant (17de-19de eeuw) afkomstig uit de O.-L.-Vrouw-basiliek. Sommige stukken zijn giften van bedevaarders, andere werden vervaardigd door lokale kantwerksters. Naast de voorwerpen in verband met de religieuze praktijken, is een belangrijke afdeling gewijd aan de bedevaarten, voornamelijk de O.-L.-Vrouw-van-Halle-bedevaart, de St.-Veronus-cultus in Lembeek, met zijn soldanteprocessie en de St.-Leonardusbedevaart in Huizingen, waarvan een mooie collectie smeedijzeren ex-voto's is bewaard. Een aantal prachtige processievlaggen kan eveneens worden bewonderd, hieronder de vlag van O.-L.-Vrouw-van-Halle-broederschap van Namen (1863). Deze afdeling is afgesloten met een evocatie van het religieus volkstoneel ‘Mariaspel’, dat gedurende jaren, duizenden mensen aantrok.
Het laatste deel van het museum is gewijd aan het volksvermaak: volksspelen, kinderspelen, schuttersgilden, toneel, muziekmaatschappijen, koren.
Ieder jaar wordt een tijdelijke tentoonstelling gewijd aan recente aanwinsten of aan een of ander onderwerp.
Bovendien werd in Lembeek een filiaal, afhangend van het Zuidwestbrabants Museum, op 11 september 1993 geopend. De verzameling bestaat uit bidprenten, drukwerk, archief, fotomateriaal, voorwerpen. Een tweede filiaal zal eveneens in het oud-Stadhuis, op de Grote Markt in Halle, worden ingericht. Deze zal hoofdzakelijk aan het vroegere culturele en artistieke leven worden gewijd.
Het museum en zijn Lembeekse filiaal zijn ook in het bezit van een belangrijke verzameling drukwerken en grafische documenten die niet permanent kunnen worden tentoongesteld. Informatieve teksten, opstelling van catalogi, inrichting van nieuwe toonkasten, archeologische opgravingen, zijn de taken van de conservator en van zijn medewerkers. De steun van de stad Halle, de Vlaamse Gemeenschap en de ‘Vrienden van het Museum’, laten toe het museum didactisch verder uit te bouwen.
Het museum is gelegen in het Oud-Jezuïetencollege, Kard. Cardijnstraat 7, 1500 te Halle (rechts achter basiliek). Open: in april, september en oktober, elke zondag van 14 tot 18 u.; in mei, juni, juli en augustus, elke zaterdag en zondag van 10 tot 12 u. en 14 tot 17 u., eveneens op feestdagen, o.a. 21 juli. Tijdens de Open Monumentendag: van 10 tot 18 u.
Toegangsprijs: 40 fr. In groep van min. 30 personen: 20 fr. Kinderen (-12 j.): gratis.
Groepsbezoeken met gids:
contact opnemen met V.V.V-kantoor
Oud-Stadhuis
Grote Markt - 1500 Halle
Tel.: 02/356.42.59