Museum voor de Oudere Technieken in Grimbergen
Herman Vos
Het is onderhand geweten dat één enkele dagtrip niet volstaat voor een bezoek aan wat Grimbergen te bieden heeft op het stuk van wat, in de breedste zin van het woord, bezienswaardigheden zijn.
Grimbergen bezoek je, bij wijze van spreken, in toeristische én culturele schijfjes. De gemeente is vlot te bereiken via de Brusselse Grote Ring. Reken maar, je komt er kuierend én gastronomisch ook aan je trekken.
Hier gaat het enkel om een van de vele schijfjes die op zichzelf een dagje uit tot een belevenis maken. Het ‘Museum voor de Oudere Technieken’ bereik je zonder problemen. Op de meest ‘strategische’ kruispunten is de te volgen richting aangeduid. Guldendal 20 ligt zowat in het hartje van Grimbergen.
De ligging is uniek in het landelijke, Brabantse kader, en het museum is ondergebracht in drie historische gebouwen. Wie ooit het landelijke leven in Vlaanderen mocht ervaren, kan zich nostalgisch vermeien in wat de voorvaderen presteerden om het weer te kunnen maken in de harde wereld van toen.
‘Technieken’ schrijft conservator Johan David, ‘zijn de heel precieze manieren waarop mensen dingen maken of bewerken. Om ze goed te kunnen toepassen heb je zowel praktische vaardigheid als heel wat achtergrondkennis nodig. Ze zijn lang niet altijd ingewikkeld, maar wel vaak knap bedacht; het resultaat van veel zoeken en proberen door tientallen, honderden of duizenden mensen.’
Inventief en goed geïnspireerd waren o.m. de vaklui die langs de ervaring én de noodzaak om, de oudere technieken van nieuw gereedschap voorzagen. Dat alles samen vormde tenslotte de bron waaruit modernere, en later de hypermoderne hulpmiddelen werden geboren. De hedendaagse mirakeltjes van de technologie zijn inderdaad pas mogelijk geworden door het praktische inzicht van, het niet aflatende experimenteren door hen die pakweg een eeuw geleden, een worp deden naar de perfectie.
In het MOT ('t is wel wennen, zo'n afkorting) worden om en bij de 10.000 voorwerpen verzameld die te maken hebben met die bewuste technieken. Voorwerpen, gereedschappen, werktuigen allerlei... ongeveer één vijfde daarvan wordt ondergebracht in een aantal thematische en educatieve exposities die de diversiteit en de zeer ruime belangstelling van de MOT illustreren.
Of het nu om landbouw gaat, om de ambachten, het huishouden, de meer kunstzinnige activiteiten, technieken kan je nergens uitschakelen. Rond de houtbewerking is er een ongemeen fraai opzet geweest. ‘De rijstteelt in het vroegere Japan’ is dan weer een mooie en erg belangrijke schenking van de Japanse prefectuur Niigata. De dames zullen dan weer geïnteresseerd en geïntrigeerd zijn door het onderwerp ‘wassen en strijken’ of door 'n aantal andere facetten uit het huishoudelijke leven van vroeger. Biezonder zijn tevens de twee graanwatermolens die deel uitmaken van het museum en waarvan er nog één in werking is. Op aanvraag wordt daar een demonstratie mee gegeven. Te onthouden, jawel!
Nu zijn die onderscheiden afdelingen echt niet opgesteld ten gerieve van kenners of van specialisten. Je hoeft echt geen
catalogus te kopen om er iets van te snappen. Om het even welke tentoonstelling is als het ware een verhaal. Beknopte en duidelijke teksten vullen de aanblik van de onderscheiden voorwerpen aan. De presentatie is sfeervol en biezonder attractief. Jonge mensen zullen, wie weet, het spreekwoordelijke hoedje lichten voor de vindingrijkheid van wat opa wellicht nog zelf heeft gemaakt en gehanteerd.
Het MOT beschikt over drie ongemeen mooie historische gebouwen, verspreid rond de oude dorpskern van Grimbergen. Een gedeelte van een goed bewaarde 17de-eeuwse kasteelhoeve in het zogeheten ‘Prinsenbos’ is de hoofdzetel van het eigenlijke museum. Enkel de naam al, het ‘Guldendal’, laat een adellijk verleden nazinderen. En dat klopt wel degelijk, die adellijke stamklank. Een steenworp verder ligt de ruïne van het ooit beruchte ‘Prinsenkasteel’. Het is in het Guldendal dat de eerder vermelde, en erg prestigieuze tentoonstelling rond de houtbewerking is ondergebracht.
De andere gebouwen zijn twee graanwatermolens, gelegen aan de Maalbeek en weer eens op die steenworp van elkaar. In beide molens, de Liermolen en de Tommenmolen, zijn zowel