De Vlaamse uitdaging
In zijn bijdrage ‘Een podium met toekomst’ heeft Frans Puttemans gewezen op de uitdaging waarvoor de Vlamingen zich in Brussel gesteld zien. En bij de aanvang van deze bijdrage noemden we Brussel een bijenkorf: in hoever kunnen de Vlamingen er een koninginnerol blijven spelen - in feite zijn er twee korven, een Vlaamse en een Franse, beide bestookt door vreemden in de bijt.
Tot slot bezinnen we ons over deze uitdaging, met verwijzing naar en samenvatting van alle gegevens die hoger en in de bijdragen van de andere medewerkers vermeld worden. Daaruit blijkt hoe de Vlaamse gemeenschap in Brussel politiek, pastoraal en juridisch beschermd wordt. Cultureel, pedagogisch en sociaal werd de nodige infrastructuur ter beschikking gesteld, het is aan de Vlamingen deze volwaardig uit te bouwen.
Een paar honderdduizend Vlamingen wonen in Brussel, bijna driehonderdduizend komen er dagelijks werken. Leeft in ‘slapend’ Brussel een relatief kleine groep, dan is de Vlaamse aanwezigheid in het ‘wakkere’ Brussel een vitale inbreng, die sociaal, cultureel en economisch sterk kan geprofileerd en gevaloriseerd worden.
Als Vlamingen moeten we in Brussel herkenbaar blijven in de onvermijdelijke invloedssfeer van de europeanisering en internationalisering. Het groeiend aantal genaturaliseerden van vreemde herkomst, die door hun Franstaligheid eerder toegang hebben tot de Franse dan tot de Vlaamse cultuur, zal de Vlaamse aanwezigheid in Brussel verhoudingsgewijze doen afnemen. We hoeven het derhalve in Brussel, de hoofdstad van Vlaanderen, door onze kwaliteit te halen en te houden, én door de steun van de hele Vlaamse gemeenschap en haar verantwoordelijken, zowel de officiële als deze uit de culturele, sociale en economische sectoren.
Met Antwerpen, Zeebrugge en Gent, met Zaventem, Deurne en Oostende, en met de uitlopers van het wegennet heeft Vlaanderen zijn toegang tot de wereld, maar uiteindelijk wordt over het aanwenden van deze internationale infrastructuur nog altijd grotendeels in Brussel beslist. Vlaanderen heeft Brussel nodig, als toegangspoort tot de wereld, zoals de Vlamingen in Brussel de rest van Vlaanderen nodig hebben voor een volwaardig menselijk behoud.
De mogelijkheden zijn er om de Vlaamse identiteit in Brussel te bewaren en eigen accenten te leggen in de verscheidenheid en het samenspel van een bruisende maatschappij in beweging, indien we de kansen benutten voor eigen en andermans verrijking door spontane interactie die in Brussel dynamisch lijkt te zijn.
De negentien gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad vormen het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is 161,78 km2 groot en telde 964.385 inwoners in 1990. Het omvat de gemeenten ① Anderlecht, ② Brussel, ③ Elsene, ④ Etterbeek, ⑤ Evere, ⑥ Ganshoren, ⑦ Jette, ⑧ Koekelberg, ⑨ Oudergem, ⑩ Schaarbeek, ⑪ Sint-Agatha-Berchem, ⑫ Sint-Gillis, ⑬ Sint-Jans-Molenbeek, ⑭ Sint-Joost-ten-Node, ⑮ Sint-Lambrechts-Woluwe, ⑯ Sint-Pieters-Woluwe, ⑰ Ukkel, ⑱ Vorst en ⑲ Watermaal-Bosvoorde.