werk in Brussel. In 1969 werd de ‘autonomie’ van het Nederlandstalig en het Franstalig pastoraat afgekondigd. Hoewel de kerkelijke bediening rond de jaren '50-'65 theoretisch tweetalig was, overheerst het Frans er feitelijk als voertaal, niet alleen in de preken maar ook in de organisaties en de dienstverlenende instanties. Toen kardinaal Suenens in 1979 ontslag nam als aartsbisschop, kon men de vernieuwde situatie reeds positief evalueren. De Vicariale Raad, toenmalig adviesorgaan van het vicariaat Brussel-Nederlands, concludeerde toen dat de pastorale begeleiding van de autonome en evenwaardige gemeenschappen met de nodige soepelheid kon geschieden, zowel door pastores die uitsluitend voor één taalgemeenschap worden benoemd als door pastores die de zorg voor beide gemeenschappen behartigen. In 1982, ten slotte, worden in Brussel twee hulpbisschoppen-vicaris-generaal benoemd, een voor de Nederlandstalige en een voor de Franstalige gemeenschappen. Daarnaast komt er een bisschoppelijk vicaris voor de niet-Belgische katholieken.
De pastorale begeleiding van de mensen gebeurt meestal in parochieverband. Om zo dicht mogelijk bij de mensen te staan heeft de Kerk van oudsher het kerkgebouw in het centrum van bewoonde buurten gebouwd. In de 19 gemeenten van Brussel zijn er 110 parochies, gegroepeerd in 13 decanaten en 4 zones. In elke parochie draagt een Nederlandstalig priester de pastorale zorg voor de Vlaamse gemeenschap. Hij draagt zijn verantwoordelijkheid samen met een pastorale ploeg en met diakens, religieuzen, pastorale werk(st)ers, benoemde en vrijwillig medewerkende leken.
Naast dit territoriale pastoraat is er een categoriaal pastoraat dat zich over de parochiegrenzen heen tot specifieke groepen richt: de wereld van de arbeid, de middenstand, het onderwijs, de studentenwereld, de gezondheidszorg, het gezin, de senioren, de jeugd. Overkoepelende diensten staan in voor parochiecatechese (eerste communie en vormsel), vorming en begeleiding van benoemde en vrijwillige medewerkers in het pastoraat, missie-animatie en de jaarlijkse advent- en vastencampagnes (Welzijnszorg en Broederlijk Delen) in parochies en op scholen.
Kerkelijke berichtgeving wordt behartigd op een Brusselse pagina in het weekblad ‘Kerk en Leven’ en in het eigen maandblad van het Vicariaat, ‘Kerk in de Stad’. Sinds 1987 is de katholieke Vlaamse zender ‘Radio Spes’ 24 uur op 24 in de Brusselse ether (FM 105). Begin juni dit jaar werd daar gestart met een telefonische service-lijn onder de titel ‘Golven van Hoop’. Niet onvermeld mogen blijven de vele traditionele en nieuwere vormen van katholiek verenigingsleven en sociaal dienstbetoon, die soms parochiaal, soms interparochiaal of helemaal los van de parochies zijn georganiseerd.
In het stadscentrum staan een aantal kerken specifiek open voor het onthaal van de duizenden ‘passanten’ die Brussel dagelijks aandoen. ‘Kristelijk Dienstbetoon in Toerisme’ zorgt voor een pastorale benadering van de toeristen in de historische kerken. ‘Open Deur - Brussel Onthaal’ is een belangrijke ontmoetingsplaats voor al wie de weg zoekt in kerkelijk en sociaal Brussel en heeft een bijzondere aandacht voor de noden van immigranten en vluchtelingen. Andere initiatieven behartigen de relaties met de islam en andere godsdiensten.
Voor het beleid van het Vicariaat Brussel-Nederlands wordt de hulpbisschop bijgestaan door de Vicariale Ploeg, het Vicariaal Beraad (adviesorgaan met afgevaardigden uit de verschillende pastorale sectoren) en de Priesterraad.