Afb. 5. Een boekbinder uit de zeventiende of achttiende eeuw aan het werk. Dit blad perkament uit een handschrift met o.m. Maerlants Der naturen bloeme is door de binder eerst in tweeën gesneden. De onderste helft verdeelde hij vervolgens in kleine stukjes om er een aantal katernen op vast te naaien. De bovenste helft werd dubbelgevouwen, een kwartslag gedraaid en door middel van twee vouwen tot een rugstuk gemaakt ter bekleding van een niet al te dik boekje, waarschijnlijk een archiefstuk (Leiden, UB, hs. Ltk. 1527, fol. 12r en de fragmentjes a t/m e).
als het bijzondere feit dat het een berijming van deze stof betreft, aan het bewaard blijven bijgedragen.
Een goede bescherming bood ook de bibliotheek van een adellijk geslacht. Het unieke handschrift van Maerlants
Alexanders geesten, het enige handschrift met de
Historie van den Grale en
Merlijns boec alsook het enige complete handschrift met de
Historie van Troyen, géén van deze handschriften is kostbaar uitgevoerd of bevat miniaturen. Ze bleven bewaard omdat ze lange tijd of zelfs van meet af aan in adellijk bezit (geweest) zijn. Illustratief is ook de geschiedenis van de twee complete handschriften met de
Heimelijkheid der heimelijkheden: de ene codex is een kostbaar kleinood, het andere exemplaar kwam vermoedelijk omstreeks 1540 in handen van de Duitse edelman Erasmus Neustetter die het een veilig
Afb. 6. Tegen de platten van een boek in de UB te Wroclaw was als dekblad een blad uit een Spiegel historiael-handschrift geplakt. De afdruk van de tekst van het fragment is - in spiegelschrift! - zichtbaar aan de binnenzijde van de platten (deze platten bevinden zich nu te Berlijn, SBPK, ms. germ. qu. 570, Heft 3; het fragment is Wroclaw, UB, hs. IV F 88e-II). Met behulp van een spiegeltje kan men de tekst leesbaar maken.
onderkomen bood in de boekerij van het Ritterstift Comburg, waar het tot op de dag van vandaag een van de topstukken is.
De Spiegel historiael-handschriften liepen kennelijk meer risico dan de handschriften met Der naturen bloeme en de Rijmbijbels. We kennen slechts één, rijk geïllustreerde Spiegel-codex en ook maar één verzamelhandschrift met miniaturen. De meeste handschriften zullen niet of nauwelijks versierd geweest zijn. In elk geval laat geen enkel fragment een spoor van verluchting zien (dit geldt trouwens ook voor de fragmenten van de andere werken).
Natuurlijk zouden we graag precies weten hoeveel Spiegel historiael-handschriften er ooit geweest zijn, maar daarover kunnen we slechts speculeren. Het aantal handschriften dat geheel van de aardbodem verdwenen is (weggegooid of in de kookpot beland), kan nu eenmaal niet bepaald worden. We kunnen alleen proberen na te gaan van hoeveel handschriften nog fragmenten over zijn.
Zoals gezegd, werden in de zestiende en zeventiende eeuw heel wat perkamenten codices gebruikt - om niet te zeggen: misbruikt - voor de vervaardiging van nieuwe boekbanden of archiefomslagen. Maar ook deze banden hebben niet het eeuwige leven. Bij restauraties of bij vervanging van zo'n band, kwamen de fragmenten van de oorspronkelijke middeleeuwse boeken weer tevoorschijn. Ook in onze tijd worden zo nog steeds leuke vondsten gedaan, meestal in bibliotheken en archieven. Het spreekt vanzelf, dat we zulke fragmenten goed