Koning David, ivoren beeldje op ware grootte, Egypte 6de eeuw, in november 1972 gestolen uit het Museum Van Maerlant.
Jacob van Maerlant. Wapene Martijn! (Damme, 1943), de samenspraak tussen Jacob en zijn fictieve vriend (Martinus van Utrecht) met een verantwoording door Dr A.E. Van Beughem en een vertaling in ‘Nieuw Nederlandsch’. De editie werd verlucht met twee reproducties uit het handschrift-Heber. Van de geplande reeks is na deze
Wapene Martijn niets meer in huis gekomen.
Toch slaagde het museum erin nog andere uitgaven te verzorgen. Op 4 oktober 1949 werd een kunsteditie van Het leven van St.-Franciscus gedrukt met een oplage van ‘vijf exemplaren op Japans papier gemerkt van A tot E, naast 500 exemplaren’. De editie werd geïllustreerd met vijf oorspronkelijke tekeningen van de kunstenaar Aubin Pasque en werd beknopt ingeleid door J. Van Mierlo. In 1953 volgde een dubbele uitgave: La peinture ancienne au Musée van Maerlant: Maîtres du XVIe siècle en De oude schilderkunst in het Museum Van Maerlant. Ze bevatten vijf bijdragen van Georges Marlier en een inleiding van C.J. Neuhuys. De schilderijen (o.a. van Jan Van Eyck, de Meester van de Maria-Magdalenalegende, Albert Bouts, Barend Van Orley, Lucas Cranach de Oudere) werden tijdens de zomer van 1953 tentoongesteld.
In 1968 stelde C.J. Neuhuys nog een catalogus samen met als titel La Salle du Téméraire, catalogue rédigé à l'occasion des cérémonies de Charles le Téméraire et de Marguerite d'York, dans la maison du Bailli à Damme. Neuhuys wilde een stuk geschiedenis evoceren in de belangrijkste zaal van het museum, maar het werk wekte weinig interesse. De moeizaam opgebouwde en prestigieuze verzameling geraakte verspreid. Neuhuys, die in Versailles woonde, vreesde dat hij de gang van zaken onvoldoende kon volgen en in september 1980 werd alles verkocht.
Dat het museum de naam Van Maerlant droeg, was in zekere zin misleidend. Het huis bevatte eerder een keuze aan meubels, aardewerk, tin en oude wapens. Heeft het museum voor de studie van Jacob van Maerlant een rol gespeeld? Het zorgde inderdaad voor publikaties in verband met Maerlants werken. Er berustte een 15de-eeuws fragment van de Spieghel Historiael en het bezat ook miniaturen uit een evangelieboek en getijdenboeken. Maar alles heeft zijn tijd; aan het Museum van Maerlant herinneren nu nog alleen de publikaties en het huis St.-Jan in de Van Maerlantstraat.