Museactron: interieur.
Bosjesman. ‘Meneer, lopen die vandaag de dag nog rond?’ ‘Hoe kwam de prehistorische mens aan die vuursteen?’ ‘Kan ik die stenen nog vinden?’
Rond de maalstenen, nagebootst op Romeinse voorbeelden, uit basaltlava, wordt een grote kring gemaakt, de mouwen opgestroopt en hup... draaien maar. Nu kunnen ze zelf ervaren hoe zwaar het malen van graan toen was. Ze hadden wel de tekening in hun geschiedenisboek staan, maar hier mogen ze het zelf eens proberen.
Iets verder is er een gedeelte van een prehistorisch huis gereconstrueerd: je mag er binnen gaan, ontdekken hoe het gebouwd werd en welke materialen gebruikt werden. Een schildering doet mensen uit die tijd herleven. ‘Hoe weten jullie dat men die kleding droeg?’
Je mag de prachtige eikehouten deur bewonderen en zelfs dichtduwen. Een mooie maquette en een 12 min. durende video-film over het leven in de prehistorie maken de verwondering en bewondering compleet. ‘Leefden die mensen zo?’; ‘Kon men dat toen ook al?’ Van de gezichten kan men de interesse aflezen: hier wordt iets meegegeven voor de toekomst. ‘Mijnheer, zijn deze musea 's zondags ook open? Dan kom ik met mama en papa nog eens terug’.
De Romeinse, Merovingische en de Karolingische periode en de Middeleeuwen passeren de revue. Als je echt met de kinderen bezig bent (en dus zij ook met jou), zijn we al een drietal uren verder...
Dan wordt het groepje in twee gesplitst: de ene test zijn kennis aan de museumcomputer, de andere groep mag spelen aan de speeltafel. De museumcomputer wil eerst je naam, voornaam en je leeftijd weten en dan kan je meervoudige keuze-vragen beantwoorden. De computer beoordeelt jouw antwoord met een passend muziekje en een melding: Petra, dat is buitengewoon of Jan, dat is fout. Meerdere technieken zijn ook in dit museum niet meer weg te denken.
Op de speeltafel liggen er puzzels en klei klaar, waarmee men zelf zijn voorwerp kan reconstrueren of boetseren.
Het apotheekmuseum toont ons de oudste, private apotheek van België, waarbij het beroep van de apotheker en de gebruikte objecten ingrediënten zijn voor een begrijpelijk verhaal dat op kindermaat is gesneden.
Het bakkerijmuseum toont niet alleen de werkobjecten van bakkers- en banketbakkers, maar heeft ook een oven... Voordat de rondleiding begint maken de kinderen hun eigen koekje. Op het einde van het historisch verhaal kijken de kinderen reikhalzend uit naar hun eigen koekje.
Gesteld dat men de voormiddag besteed heeft aan het regionaal archeologisch museum, dan kan men in de namiddag het apotheekmuseum en het bakkerijmuseum bezoeken. Groepen die jammer genoeg minder tijd hebben, bezoeken het RAM in anderhalf uur en het apotheekmuseum en bakkerijmuseum in 1 uur: bij deze werkwijze dienen er natuurlijk concessies op pedagogisch vlak gedaan te worden. Ook op het financieel vlak zet het kindvriendelijk karakter zich duidelijk verder: gidsen staan gratis ter beschikking, 30 fr. per persoon voor de drie musea met vrije toegang voor de begeleiders. Voor scholen in de nabijheid zijn er meerdere mogelijkheden: met één ingangskaart kan men bv. in mei het RAM bezoeken en in december het apotheekmuseum. Voor scholen, die verder gelegen zijn, kan een daguitstap, eventueel doch niet noodzakelijk, gecombineerd worden met een speelse activiteit in de omgeving.
Kinderen uit het buitengewoon onderwijs (Type 1, 2 en 8) brachten telkens meerdere uren in dit museumcomplex door! Daar waar het in de geschiedenislessen soms moeilijk is om de interesse gedurende een uur te behouden, blijken kinderen van het lager en middelbaar onderwijs hier meerdere uren aandachtig te blijven.
Geschiedenis is niet alleen kijken en luisteren, maar ook zelf beleven!
Sinds 1990 is er een intense samenwerking op toeristisch vlak doordat de conservator tijdelijk belast werd en wordt met de oprichting en uitbouw van een Dienst Toerisme. Hier wegen de negatieve overwegingen zeker niet op tegen de positieve: alhoewel men minder tijd kan vrijmaken voor de eigenlijke museumwerking, kan men des te meer energie steken in de P.R. van het Museactron. De Dienst Toerisme geeft kleurrijke brochures uit en neemt deel aan binnen- en buitenlandse beurzen (Brussel, Antwerpen, Kortrijk, Utrecht, Amsterdam, Keulen, Essen, Lille). De gevolgen van deze campagne blijven zichtbaar in de fors gestegen bezoekersaantallen van het jaar 1991 en van de eerste helft van het jaar 1992. De aanwezigheid van het Museactron met een eigen stand op een internationale beurs in Parijs (de enige museumstand uit Vlaanderen) bewees nog maar eens dat Museactron innovatieve initiatieven wil blijven nemen.
In een later stadium zal, op verzoek van het College van Burgemeester en Schepenen, gevraagd worden om weer meer energie te steken in de museumwerking, zodat er een coördinatie ontstaat tussen de verschillende museale componenten in Maaseik: het Museactron, het Minderbroedersklooster, de