In Memoriam
Maria Vlamijnck
Letterkundige
Maria Vlamijnck, letterkundige, is plotseling gestorven op 22 januari 1993 in haar woning in Koksijde. Zij was vijfenzeventig geworden en was in november 1992 nog plechtig gehuldigd door het Nieuwpoortse stadsbestuur voor haar gehele literaire loopbaan. Deze loopbaan is vrij laat gestart. Maria Vlamijnck was geboren in Sheffield (GB) op 12 maart 1917, waar zij als kind, met haar ouders de wijk had genomen voor het nakende frontgevaar. In 1921 kwamen ze terug naar de Westhoek waar Maria haar jeugd doorbracht in Nieuwpoort. Deze stad zal ook haar literaire oeuvre kleuren: Vierboete (1963), haar eerste roman over de oude verdwenen vuurtoren van Nieuwpoort, Het beleg van Nieuwpoort (1977), De slag bij Nieuwpoort in 1600 (1981) voorts een boek over de Nieuwpoortse schilders (1989) en onlangs nog een naslagwerk Bibliografie van Nieuwpoort. Van studie heeft Maria Vlamijnck moeten afzien, wegens gezondheidsproblemen en financiële moeilijkheden. In 1946 ging zij in Brussel wonen en werken, o.m. in een commercieel bedrijf, waar zij zich met het vertalen van technische teksten moest bezighouden. Maar daar is ook haar literair talent tot volle rijkdom gegroeid. Zij publiceerde verschillende romans: Een steen op een graf (1965), De weg terug (1971), De heer van geuzen-Yde (1978), De donkere nacht van Julia Fonteyn (1981) onderscheiden met de Dr. F. Snellaertprijs van de Vereniging van Vlaamsnationalistische auteurs en recentelijk Toledo (1991), onderscheiden met de Karel Barbierprijs van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Maria Vlamijnck publiceerde ook gedichten, zoals in de bundel Het geluk, je moet het vergeten (1983) of vroeger Het oog van de orkaan (1977), waarin het bittere gedicht ‘Sterven in Brussel’ diep in de herinnering
zal blijven; de auteur verbleef maar liefst 32 jaar in de hoofdstad. In de serie Cahiers van de Vereniging van Westvlaamse Schrijvers is nummer 110 (1985, nr 1) aan leven en werk van Maria Vlamijnck gewijd. Inleiding en samenstelling ervan waren in handen van Yvo J.D. Peeters. In 1978 is Maria Vlamijnck teruggekeerd naar de Westhoek, waar zij haar jeugd doorbracht en die haar werk diep heeft getekend. Een vlotte verteltrant, een snedige en verzorgde stijl en een steeds goed gedocumenteerde inhoud zullen de kenmerken blijven van haar literatuur.
Fernand Bonneure
Het C.V.K.V. en de redactieraad van Vlaanderen nodigen hun leden en lezers van harte uit op de
JAARVERGADERING
op zondag 13 juni 1993 in Aalst
Op deze ontmoetingsdag worden in het bijzonder veel Oostvlaamse kunstenaars en abonnees verwacht.
Vanaf 10 uur is er verwelkoming in Kasteel De Rozerie, Brusselsesteenweg 75.
Om 10.30 uur: Eucharistieviering waarin Mgr. Arthur Luysterman, bisschop van Gent, voorgaat. De viering wordt opgeluisterd door de Cappella Collegii Alostani o.l.v. Gaston de Cock.
Na het aperitief is er om 12 uur de statutaire vergadering. Het woord van Werner Vens, voorzitter van het C.V.K.V., en het jaarverslag door penningmeester Adiel Van Daele worden gevolgd door een literair-muzikaal programma. Jacques Hoste leest voor uit Stemmen van steen, zijn nieuwe roman in wording, en Anton van Wilderode brengt een aantal Paulus-gedichten uit Apostel na de Twaalf. De Cappella Collegii Alostani zorgt voor een vocaal intermezzo.
Om 13 uur is er het vriendenmaal. De tafelrede wordt gehouden door redactievoorzitter Prof. Dr. A. Keersmaekers. De jarige en bekroonde C.V.K.V.-leden worden gehuldigd door verbondssecretaris Robert Declerck. Zij worden bedacht met een houtsnede van de Oostvlaamse kunstenaar Roland de Winter.
Verdere inlichtingen bij de provinciale voorzitter van Oost-Vlaanderen, Patrick Lateur (tel. 053/77.15.47)