Het filosofische essay
Dirk Magerman
Literair Vlaanderen lijkt t.o.v. de Nederlandse taalbroeders soms aan een vorm van bloedarmoede te lijden. Toch is beslist niet het hele domein van de literatuur aangetast. Een gelukkige uitzondering vormt zeker het filosofische essay. Dit artikel wil in kort bestek enkele bedenkingen verwoorden en een paar boeken voorstellen. In het kader van dit nummer beperkt het zich tot auteurs en boeken, die duidelijk christelijk geïnspireerd zijn. Voorafgaand wil ik nog wijzen op een opvallend, ietwat merkwaardig feit: deze rij van eminente wijzen wordt bijna uitsluitend door mannen gevormd. Ik ben bijgevolg blij dat ik een niet limitatieve opsomming van namen kan openen met een vrouw: Edith Cardoen, Herwig Arts, Gerard Bodifée, Jacques Claes, Louis Dupré, Wim Thys (†), Jan Van der Veken, Libert Vander Kerken, Antoon Vergote, Max Wildiers.
Deze markante en vrij goed gekende figuren kenmerken zich door hun betrokkenheid, hun engagement. Dat situeert zich niet op het maatschappelijk vlak, het blijven tenslotte wetenschappers, docenten, schrijvers en zij verloochenen dit niet. Hun engagement ligt in hun denken, hun standpunten. Zij aarzelen niet voortdurend en expliciet waarden aan te reiken en te revalueren, zonder nochtans een conservatief-verdedigende houding aan te nemen. Zij zoeken naar verticalisering, naar het transcendente, naar het diepste mens-zijn. Hun overtuiging is tegelijk het fundament van hun openheid, hun bereidheid tot dialoog, ook met andersdenkenden. Een mooi voorbeeld hiervan is het recent verschenen boek Wereldbeelden, dat J. Van der Veken samen met de vrijzinnige Leo Apostel schreef. Verder is de grote verscheidenheid in benadering en invalshoeken opvallend. Het betreft hier uiteraard meer dan persoonlijke stijlkenmerken of verschillen in verwoording.
Alhoewel zij allen filosofische essays schrijven, werkt de ene auteur vanuit een klassiek-filosofische achtergrond, een ander vanuit de cultuurfilosofie of de godsdienstpsychologie. Nog anderen verkiezen een ethische of een specifiek godsdienstige en zelfs bijbelse benadering, maar ook mystiek en natuurwetenschappen
blijken inspiratiebronnen te zijn. Ten slotte nog even dit, voor we de auteurs zelf aan het woord laten. Wat minder opvalt, maar zeker niet onbelangrijk is, is de integriteit van deze auteurs. De tijd waarin schrijvers ver boven de gewone man of vrouw verheven waren, ligt lang achter ons. Toch hoeft men zich vandaag niet noodzakelijk in de aandacht te werken door het niet-selectief en dus veelvuldig bespelen van de media, met als doel z'n waar zo goed mogelijk te verkopen. Wie reeds werken van bovengenoemde auteurs heeft gelezen, of wie het geluk heeft gehad een uiteenzetting van één van hen te hebben gehoord, weet dat er andere en betere wegen zijn om de literatuur en de lezer te dienen.
We kunnen in dit artikel slechts enkele auteurs en boeken aan bod laten komen. De keuze om Max Wildiers als grijze eminentie eerst in de kijker te plaatsen, ligt voor de hand. Zijn Kosmologie in de westerse cultuur, een recente, grondige herwerking van het vaak bekroonde Wereldboek en teologie van de middeleeuwen tot vandaag is beslist een standaardwerk. Het boek voert de lezer van de middeleeuwse levensbeschouwing, over Copernicus, Darwin, Teilhard de Chardin, Whitehead e.a. naar een hedendaagse kosmologie en theologische zingeving. Dit historisch-kritisch essay is zo bekend en veelvuldig geroemd, dat het haast overbodig wordt er hier langer bij stil te staan. Dat doen we wel bij het kleine, maar fraai uitgegeven boekje, Het verborgen leven van de cultuur. Dit essay dient zich aan als een uitstekende cultuurfilosofische inleiding en laat zich bovendien vrij gemakkelijk lezen. Cultuur is een moeilijk te definiëren begrip, aldus Wildiers. Ze heeft immers een complexe geschiedenis, blijft steeds in opbouw en hoe ruim kan je cultuur interpreteren? In elk geval behoren, naast de kunst, ook wijsbegeerte en wetenschap tot het bevoorrechte gebied van de cultuur. De auteur slaagt er toch in een algemene, bruikbare omschrijving aan te reiken: ‘Cultuur verwijst naar wat wij bij een volk het meest waarderen en bewonderen’. De westerse cultuur heeft een revolutionaire verandering gekend in de 16de-17de eeuw. Het oude cultuurtype, dat oudheid en middeleeuwen heeft overheerst, werd bepaald door eerbied en bewondering voor de majestatisch-onveranderlijke en hiërarchisch geordende wereld. Vanaf de 17de eeuw creëert men een totaal ander wereldbeeld en tracht men via wetenschap en techniek natuur en wereld te beheersen. Dit heeft verstrekkende gevolgen, wanneer deze denkbeelden zich vertalen in nieuwe maatschappelijke structuren en gedragingen. Maar in onze tijd groeit een
nieuwe twijfel en roept de overheersing van de technologie ernstige vragen op zoals: wat is de zin en wat zijn de (negatieve) gevolgen van de vertechnisering van de samenleving. Daarom zal humanisering van deze samenleving een absolute noodzaak zijn.
Een andere rasechte filosoof is Libert Vander Kerken. Bij het grote publiek is hij vooral gekend als schrijver van korte essays in ‘Standaard der Letteren’. Zijn stukjes willen mensen inspireren wanneer ze even halt houden om te bezinnen. Zijn