[nummer 208]
Inleiding
Dit Vlaanderen-nummer schets het beeld van de manier waarop de Scheldestroom, van de bron tot de monding, als iconografisch thema in tal van schilderijen uitgewerkt is. Dit initiatief, uitgaande van de V.V.V.-Klein-Brabant-Scheldeland, ontstond naar aanleiding van twee verjaardagen van schilders, die het Scheldelandschap op hun eigen wijze vele malen in beeld brachten: Isidore Meyers en Tony Van Os.
Het leek aangewezen om het werk van beide artiesten in een ruimer kader te plaatsen. Zo werd het mogelijk de Schelde zelf als onderwerp in de schilderkunst op de voorgrond te brengen.
Eveneens onder impuls van de V.V.V.-Klein-Brabant-Scheldeland zal het Stadsbestuur van Sint-Niklaas in de genoemde Waaslandse stad begin 1986 een gelijkaardige expositie organiseren, die het werk van talrijke Scheldeschilders zal belichten.
Tevens heeft de V.V.V.-Klein-Brabant-Scheldeland bewerkt dat een retrospectieve tentoonstelling zal gewijd worden aan het oeuvre van Tony Van Os. Met een veertigtal schilderijen van deze kunstenaar zal in de loop van 1986 in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen een nationale hulde gebracht worden aan zijn artistiek talent.
In dit nummer wordt de Schelde in de schilderkunst op geografische wijze behandeld. In de eerste bijdrage wordt een overzicht gegeven van de Beneden-Schelde, van Gent tot Schelle. Daarbij wordt ook het gebied van de Boven-Schelde behandeld. Er mag echter op gewezen worden dat vanaf de bron tot voorbij Oudenaarde de Schelde weinig aantrekkingskracht genoot. In het Gentse dan verdrongen de schilderachtige dorpjes langs de bijrivier de Leie de belangstelling voor de rivier.
Jacques Leduc (1921-)
Antwerpen bij nacht (1945)
olieverf op doek, 70 × 90, Privé-verzameling.
De Schelde krijgt vooral aandacht van de schilders van de Dendermondse School en de talrijke artiesten die in Klein-Brabant en het Waasland werkzaam waren.
Stroomafwaarts komen we voorbij de haven van Antwerpen. De havenactiviteit is eveneens een geliefkoosd thema voor vele kunstenaars geweest. De monding met de brede stroom en reeds woelige golven is vooral voor de romantische schilders een veel gekozen onderwerp.
Overlapping is helaas niet altijd te vermijden: veel kunstenaars werkten bijvoorbeeld in Klein-Brabant, maar schilderden ook in de Antwerpse haven.
Om het oorspronkelijke initiatief in de verf te zetten, worden biografische notities van Isidore Meyers en Tony Van Os opgenomen.
Chronologisch wordt dit nummer afgebakend van 1800 tot 1950. Deze periode laat toe de Schelde als iconografisch thema te belichten vanaf de romantiek tot het expressionisme en behelst daarmee enkele belangrijke decennia van de landschapschilderkunst.
Moge dit nummer een overzichtelijke bijdrage leveren tot de Schelde-iconografie en meteen het werk van de talrijke schilders, die hetzij veelvuldig, hetzij occasioneel, de Schelde in beeld brachten, meer bekendheid verlenen.
Onze dank gaat uit naar de redactie van het tijdschrift Vlaanderen en de mede-auteurs: Jean-Pierre De Bruyn, René Turkry en Roger Geerts.
Yolande Hertsens