Joe English, de spotprenttekenaar en zijn tijdgenoten
Een eigen plaats
Wie Joe English als ‘spotprenttekenaar’ benadert, komt vroeg of laat tot de onthutsende vaststelling dat hij eerder een lyrisch illustrator, dan een spotprenttekenaar met internationale betekenis was...
Joe English, die naar zeggen van zijn leermeester Juliaan De Vriendt, geen ‘vaardige uitvoerder’ was, wist in het kunstminnende en Vlaamsvoelende Vlaanderen, tijdens zijn studententijd naam te maken. Hij was in Leuven een geliefde figuur. Hij bewoog zich, als een koorddanser, midden de karikaturen die hij tekende en de ernst die hij beleefde. Hij was er in de ogen van de studenten een ‘lachende god’, die vlaggen voor de studentenbeweging ontwierp, waarnaar men (in dubbele betekenis) opkeek.
Hij illustreerde verschillende verhalen in Ons Volk Ontwaakt (1911).
Tijdgebonden, op een niet altijd artistiek verantwoorde manier, wist hij daarin telkens zijn ontroering, zijn liefde en zijn medelijden met de figuren die hij tekende, in zwart-wit te ‘verwoorden’.
Joe English vond in die verhalen, het leven van alle dag. Hij tekende daarin zijn dromen en zijn ontroering. Hij puurde uit elk verhaal, het meest verstilde en het locaal poëtische. Hij tekende het meisje dat, één ogenblik maar, het manneke in de maan tot in 't diepst van zijn ogen mag kijken. Hij bracht, in huiselijke taferelen, als verslaggever van zijn tijd, momentopnamen van die tijd. Met Zenen Zampe, die molenaar is, en diep in de meelzak schept. Tot op het ogenblik dat hij thuiskomt van z'n Paasbiecht, met de melding dat de pastoor hem had doen beloven de schepper drie duim in te korten. Wat bij zijn vrouw Ciska de bedenking ontlokte, dat hij er best aan deed, indien hij niet op het stroo wou liggen, hem aan de steel in te korten (ill. 1).
Deze ‘getekende’ humor, die tekenend was voor Ons Volk dat toen nog ‘ontwaakte’, zou het vandaag de dag niet meer doen.
Tijdens de stille jaren, vlak voor de eerste wereldoorlog, wist Joe English, met z'n naïeve prentkunst af en toe een glimlach te toveren, ook al zat het tegen-de-benen-schoppen er blijkbaar nooit in...
Dat ‘lichtjes schoppen’ kwam later, tijdens de eerste wereldoorlog, toen Prof. Daels hem in de gelegenheid stelde, de titelplaat van zijn brochure ‘Voor onze vrouwen’ te tekenen, die ons in bezet gebied, de in een kelder opgesloten vrouwen toonde, met daartegenover de Vlaamse IJzerjongens die de vlag van de S.K.V.H. (Secretariaat der Katholieke Vlaamse Hoogstudenten) de lucht instaken.
Joe English' medewerking aan deze brochure zou, naar later bleek, zijn ten dienste staan van de nog jonge frontbeweging enorm in de hand hebben gewerkt.
Hij zou nadien - hoe kan het anders - ook het IJzerkruis tekenen, dat in handen gekomen van een Waals vrijdenker, omwille van de tragische eenvoud die hij daarin zag, diens appreciatie kreeg. Hij verklaarde hem zelfs, dat hij in de toekomst,
Illustratie 1: Zenen Lampe, de molenaar, die te diep in z'n meelzak schept.
voor het ontwerpen van dergelijke dingen, geen toelating meer hoefde te vragen. Joe maakte daarop de sluitzegels van de S.K.V.H., mede met het ontwerp voor een grafzerk, te plaatsen op het graf van de gesneuvelde makkers, dat als ‘Heldenhuldezerk’, de geschiedenis is ingegaan...
Hij begon, nadat de wedstrijd in oorlogstekeneningen op een fiasco was uitgedraaid, van de onvoldragen tekeningen degelijke impressies te maken, die uitgegeven als prentkaarten, op
Illustratie 2: Illustratie uit De Stem uit België.