[nummer 206]
Ter inleiding
‘1985 - Jaar van de Muziek’ is de aanleiding om her en der Adriaan Willaert te herdenken. Hoewel 1485 als zijn geboortejaar daar toch maar een twijfelachtig aanknopingspunt toe is, is die herdenking (samen met Bach, Händel, Schütz, Berg...) meer dan terecht om muziekhistorische redenen en puur muzikaal-esthetische kwaliteiten.
‘...
missen, motetten en madrigalen, geschapen door het grote beroemde genie van de schitterende Adriano, voor wiens wijsheid de meest wijze moet onderdoen...’, zo voerde uitgever Francesco Marcolini in 1537 publiciteit voor het werk van Adriaan Willaert. Het aantal gelijkaardige getuigenissen over ‘messer Adriano’ is zeer groot en strekt zich nog uit tot verschillende decennia na zijn dood. De man aan wie in het Italië van de 16de eeuw zo veel superlatieve kwalificaties en mythologische vergelijkingen werden opgedragen was afkomstig uit Vlaanderen. Het rijke muziekleven in die bloeitijd van de renaissance werd trouwens in belangrijke mate gedragen door zovele Vlaamse zangers, musici, componisten. Wanneer de Italianen eind 16de eeuw de fakkel definitief overnemen geven ze volmondig die schatplichtigheid aan het Noorden toe. Zo schrijven Gioseffo Zarlino (leerling van Willaert) of later Giulio Monteverdi (broer van de beroemde Claudio) over Adriaan Willaert als over de meesterlijke voltooier van de kunst van de polyfonie, als het klassieke model waarop de theoretische regels om hoge kunst te beoefenen werden vastgelegd. Zowel in religieuze en profane vocale muziek als in een aantal instrumentale werken
Adriaan Willaert musiceert voor de doge in Venetië, een geromantiseerd tafereel door Edouard Hamman, 1854. Stadhuis Roeselare.
Zicht op Venetië, houtsnede van Jacopo dei Barbori.
vatte hij als het ware de kennis van zijn tijd samen, maar gaf hij ook de weg aan waaruit via zijn talrijke leerlingen de nieuwe stijlstroming van de barok zou ontstaan. In die zin heeft hij inderdaad ‘school’ gemaakt, niet alleen in Venetië, maar door zijn Vlaamse en Italiaanse leerlingen ook ver daarbuiten.
Aan aspecten van zijn leven en werk, en aan het tijdskader in Ferrara en Venetië (en ter vergelijking ook Brugge) waarin hij actief was, is dit nummer van ‘Vlaanderen’ gewijd. De beschouwingen omtrent deze zo geroemde figuur houden echter ook een schaduwzijde in. Want in de huidige muziekpraktijk komt de naam Adriaan Willaert nog amper voor en de discografie - hoe uitgebreid die ook lijkt te zijn - bevat slechts een miniem deel van zijn werk, is veelal verouderd en weerstaat inzake uitvoeringspraxis niet aan enige kritiek.
Dat de tentoonstellingen, publikaties en concerten die in 1985 aan Adriaan Willaert worden gewijd, een opstoot mogen geven tot een terecht opnieuw leren kennen is de voor de hand liggende verzuchting.
Hendrik Willaert