Grafiek aan het nationaal instituut voor schone kunsten te antwerpen
Ter informatie eerst een woordje over het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Wat is dat voor een school of instelling?
Het is de top van de piramide die het kunstonderwijs in Vlaanderen voorstelt.
Na de brede basis van jeugdateliers, van het lager en het hoger secundair onderwijs dat in tal van steden en gemeenten van het Vlaamse land 20.000 geroepenen herbergt in dag-, avond- of week-end-cursussen, volgt de vier-jaar-durende specialisatie in de officiële stedelijke, provinciale en rijksacademies of in de vrije Sint-Lucasinstituten. Het is uit die ateliers voor schilderen, grafiek, monumentale kunst, beeldhouwen, juweelontwerpen enz... dat uiteindelijk een dertigtal uitverkorenen na een ingangsexamen terecht komen in het Hoger Instituut te Antwerpen dat we in België als de tegenhanger kunnen beschouwen van het Hoger Instituut van Ter Kameren (‘La Cambre’) voor de Franstaligen.
Het is geen school meer in de klassieke zin van het woord, omdat er geen leerstof meer wordt onderwezen of gedoceerd, want er zijn geen professoren meer die zorgen voor een bestendige begeleiding. Nu en dan komen gastprofessoren (bekende kunstenaars uit diverse Europese landen of ook uit eigen land) die de studenten gedurende een korte periode volgen in hun werkzaamheden of een bepaalde visie op het artistieke gebeuren belichten, wat dan bedoeld is om de horizon op het kunstgebeuren te verruimen.
Het is dus een soort werkgemeenschap waar materieel alles beschikbaar is wat nodig is om zich op artistiek gebied uit te leven (atelier, model, persen, licht en verwarming enz...) en waar verder het bestendig contact met de medestudenten open is en stimulerend werkt.
Het toeval heeft gewild dat de jongste drie jaar enkele zeer goede grafici uit verschillende regionen van Vlaanderen en ook uit het buitenland daar zijn samengewaaid: Jan Vandeweghe uit Knokke, Bart'd Eyckermans en Ingrid Ledent uit het Antwerpse, Hugo Besard uit Etterbeek en de Chileen Ruperto Urzua.
Wat ze met elkaar gemeen hebben is hun waardering voor de techniek. Bij de grafiek kan men aan het probleem van het vaktechnische niet zomaar voorbijgaan.
Het volstaat niet een artistieke bevlieging op papier te schetsen en die technisch te laten uitvoeren als ets of litho door iemand anders, zoals dat tegenwoordig wel eens het geval is met bijvoorbeeld de massaproduktie van pseudo-originele kleurenlitho's die in de kunsthandel te koop zijn.
Neen, een echt graficus moet het volledige groeiproces van zijn werk zelf meemaken, vanaf het ontwerp naar de tekening op de steen of op de etsplaat tot het zelf drukken van de prenten, met daar tussenin, niet te vergeten, het afschuren en kornen van de steen, het polijsten, het vernissen en het roken van de etsplaten, het werken met schraapen polierstaal enz... Het fysisch labeur hoort bij de liefde voor het vak, door het zweet dat men erbij laat krijgt men respect voor het materiaal en groeit de spanning rond de creatie die komt als een bevrijding: het eindresultaat, de afdruk, zoals de geboorte van een kind na een lange moeilijke zwangerschap. Vakkennis is voor de graficus noodzaak en wanneer je het werk van die jonge mensen aandachtig bekijkt kun je ervan overtuigd zijn dat hun kennis niet oppervlakkig is, maar degelijk en grondig.
Er is echter meer nodig dan techniek alleen. Er is de artistieke inspiratie, het kunnen vertolken van zijn ideeën, het plastisch kunnen weergeven van wat men denkt en voelt.
De basis hiervan is de tekenvaardigheid, het is een taal die elk van hen met een zeer persoonlijk accent spreekt.
Ik zal trachten deze plastische taal of als je wil, het creatieve element, bij die vijf grafici te benaderen.
Dat die vijf grafici reeds enige waardering van buitenuit hebben genoten mag blijken uit het groot aantal prijzen die ze hebben behaald, vermeld in hun curriculum vitae.
Ik heb een sterk vertrouwen in hun kunnen, hun creativiteit en hun doorzettingsvermogen en ben ervan overtuigd dat, mede door de groeiende belangstelling voor de grafiek in Vlaanderen en de stimulerende kracht die hiervan uitgaat, én door hun geëngageerd zijn met het maatschappelijk gebeuren in onze tijd, hun werk een nog grotere rijpheid en diepgang zal krijgen.