1980 - Roeselare herdenkt Rodenbach
In 1856 werd Albrecht Rodenbach te Roeselare geboren. Hij stierf er in 1880.
In 1956 plaatste de Rodenbachstad zich door onvergetelijke herdenkingsplechtigheden in het centrum van een fantastische belangstelling waarover nu nog entoesiast wordt nagepraat. En waarvan vooral het machtige openluchtspel, de grandiose Rodenbachstoet en de succesrijke opvoeringen van Gudrun en De Dichter en de Dood de onbetwistbare hoogtepunten waren. Ons Verbond moge er nu nog prat op gaan dat meerdere van zijn bestuursleden toendertijd de artistieke bezielers waren van het gebeuren. We vernoemen enkel maar Antoon Vander Plaetse, André Demedts, Roger Fieuw, Arno Brys, Gerard Vermeersch, Remi Van Duyn en Guido Cafmeyer.
Toen reeds was het overduidelijk dat in 1980 een en ander zou worden overgedaan. Zo allereerst de opvoering van Gudrun. Daartoe nam het Stadsbestuur van Roeselare het gewaardeerd initiatief en de regie werd opnieuw toevertrouwd aan een verbondslid: Mevr. Tine Balder. In de Stedelijke Expohallen, voor de gelegenheid omgetoverd in een indrukwekkende toneelruimte, bracht een verrassend homogene gelegenheidsgroep niet minder dan 6 officiële vertoningen. Er was een uitermate bevredigende belangstelling. De pers reageerde deels positief, deels negatief op het gebeuren. Zulks uiteraard na de galavoorstelling. Er werd in de eerste plaats voorbehoud gemaakt voor de lange duur van de voorstelling en in de tweede plaats voor de ontoereikende klankinstallatie.
Het was inderdaad juist dat Tine Balder en zulks gemotiveerd, karig schrapte - ze wilde niet raken aan de authenticiteit - en dat de verantwoordelijken voor de geluidstechniek er niet in slaagden het uiterst delicate probleem van de verstaanbaarheid voor het publiek in een minder geschikte speelruimte behoorlijk een oplossing te geven. Achteraf, dat wil zeggen na de galavoorstelling, blijkt men duidelijke verbeteringen te hebben kunnen aanbrengen. Wij mochten persoonlijk deze fel besproken opvoering meemaken en menen geplaatst te zijn om Mevr. Balder, alle vertolkers en alle medewerkers zonder uitzondering, voor wat zowel decor als kostumes, belichting, grime en wat weten we nog meer betreft, oprecht te kunnen feliciteren. En bij deze voegen we een eresaluut aan het Stadsbestuur voor het bijzonder prijzenswaardig initiatief.
En dat daarmee het Rodenbachlied van het stadsmagistraat niet was uitgezongen moge blijken uit het feit dat door het stadsbestuur in samenwerking met de Culturele Raad niet
Opening van de Rodenbachstoet, 1980 (foto M. Maes, Pittem)
minder dan 7 andere manifestaties werden gepland. We vermelden enkel nog een Nationaal Voordrachttornooi waarvoor in alle Vlaamse Provincies voorafgaandelijke schiftingswedstrijden werden georganiseerd.
Van de manifestaties georganiseerd door andere besturen, instellingen of groepen en dat met medewerking van het Stadsbestuur of van het Provinciebestuur vermelden we nog graag een Tentoonstelling A. Rodenbach, een Kunst- en Cultuur Happening, een Film- en een Tekenwedstrijd, en het onthullen van een Blauwvoetmonument in het Klein Seminarie. Daar het Roeselaarse Stadsbestuur op advies van de Cultuurraad voor deze herdenkingsfeesten geen RodenbachSTOET op het programma plaatste, inspireerde zulks de Rodenbach-Lutgardiswijk tot het nemen van een dergelijk initiatief. Wat kon het Gemeentebestuur anders dan geestdriftig zijn soliede schouders plaatsen onder wat spontaan uit het volk groeide. De huldestoet werd gepland voor 14 september. Hij groeide uit tot een overrompelend en onvergetelijk gebeuren alleen reeds omwille van het reusachtig aantal belangstellenden, dat op deze nazomerse zondag de Rodenbachstad a.h.w. overspoelde. Naar een script van Michiel De Bruyne zorgden een brede schare medewerkers voor een weliswaar niet steeds vlotte maar door middel van klank en kleur, beweging en dans, muziek en lied, historische evocatie van het leven en het werk van de Wonderknape van Vlaanderen. En zulks op een eenvoudige bezielde manier die de veertigduizend toeschouwers bij momenten diep ontroerde.
Diezelfde Rodenbachwijk had zich reeds bijzonder verdienstelijk gemaakt door het organiseren van een Provinciale Wedstrijd voor Beeldende Kunsten met een openluchttentoonstelling op 21 en 22 juni. Het was beeldhouwer Pol Verhelst die zijn opleiding kreeg aan de Roeselaarse Academie voor Schone Kunsten die de Eerste Prijs kreeg toegewezen door een jury samengesteld uit de heren W. Van Den Bussche, J. Seaux, Roger Vandommele, W. Seys en Adh. Vandroemme.
En dat alles dan voorafgegaan door een Letterkundige Prijskamp met het oog op de creatie van een Rodenbachspel. Wat een onvoldoende opleverde. Vervolgens officieel ingeleid in het stadhuis op 6 januari met André Demedts als feestredenaar. En doorheen het jaar geëntoereerd, opgeluisterd en besloten met de uitgifte van een Rodenbachpostzegel, de verspreiding van een Rodenbachembleem, de opening van een Rodenbachroute tot en met het houden van een Muziektaptoe met medewerking van de plaatselijke muziekverenigingen en korpsen uit Frans-Vlaanderen en Nederland.
En dan hadden wij het nog niet eens over de Marnixring, de Jonge Economische Kamer, de Kiwanis, het Davidsfonds, het Willemsfonds, het AWT, de BRT, het Batjescomité, de Westvlaamse Gidsenkrng, de Westvlaamse Kringen voor Heemkunde, de Rotary, de A. Blommestichting en vanzelfsprekend ook de Rodenbachstichting die allen met geestdrift en overgave Roeselare bedachten met manifestaties Rodenbach en het Vlaamse volk ter ere.
Hector Deylgat