53
Gerda Van Cleemput
Jongerenprijs Boekenweek 1969
Gerda Van Cleemput begon al verhaaltjes te schrijven toen ze nog maar twaalf was. Vier jaar later zette Maria Delannoy haar definitief op het spoor van het kinderverhaal. Van dan af liep alles gesmeerd. Haar eerste reeks ‘Moeli en Harlekijn’ werd ‘ontdekt’ door Altiora en in 1963 uitgegeven. Ook de Goudvink te Schelle interesseerde zich voor haar spannende navertellingen. Tenslotte mengde de uitgeverij Van In te Lier zich eveneens in het jeugdboekenconcert van Gerda Van Cleemput, concert waarvan de themavariaties al bijna niet meer te achterhalen zijn, evenmin als het succes bij de vrouwelijke jeugd. Ten bewijze hiervan een indrukwekkende briefwisseling tussen lezeressen en schrijfster. Ik geloof overigens niet dat een auteur in Vlaanderen de sfeer van onze tienermeisjes zo goed en zo direkt in zijn geschriften weet te treffen als Gerda. Ze
schrijft zoals ze het vertelt aan haar eigen kinderen, in een voor hen verstaanbare taal, zonder literaire gezochtheid of procédé. De wereld van het meisje speelt in elk van die verhalen een rol, een noodzakelijke rol, gestoffeerd met kleine en grotere tiener-problemen, die Gerda niet uit de weg wil gaan. Haar werk kan niet anders dan tevens pedagogisch gericht zijn, zonder dat dit er vingerdik opligt. Uit de aard van de zaak zelf is dat werk ook steeds veredelend, vermits het door een goed mens en een kindervriend geschreven wordt. Zo brengt het vreugde, zowel aan de lezers als aan de schrijfster zelf.
In 1967 bekwam Gerda de Prijs voor het Verdienstelijke Kinderboek, einde 1969 kwam daar de Jongerenprijs (Boekenbeurs) bij: dit is beslist het begin van een schitterende carrière, die wij deze schrijfster van harte toewensen.
Jos van Rooy