52
Hilaire Van Biervliet
80
Kunstschilder Hilaire Van Biervliet werd in 1891 te Kortrijk geboren, zodat hij thans omzeggens aan de vooravond van zijn tachtigste verjaarfeest toe is.
Het geheim van zijn taaie levenskracht is de imperatieve scheppingsdrang, waarmee hij reeds van jongs af heilzaam werd geïnfekteerd. Het is zijn rusteloze en suksesvolle aktiviteit die hem jong houdt, ondanks zijn hoge leeftijd, waarop dit blad speciaal de aandacht wenst te vestigen.
Wie de retrospektieve tentoonstelling bezocht, die hij nog zeer onlangs op verzoek van de stedelijke magistratuur in zijn geboortestad heeft gehouden, zal hem, op grond van de bijzonder lofwaardige recente doeken die daarin figureerden, die eerbiedwaardige leeftijd alvast niet hebben kunnen toeschrijven.
Zijn werk is feitelijk altijd modern geweest, omdat het van stonden aan met opvallende eigentijdse optiek getuigenis heeft afgelegd van een suggestief uitbeeldingstalent, dat resulteerde van een zelfstandige en volkomen wegwijze persoonlijkheid en dat nooit uit opportunistische berekening werd afgestemd op, of op aanleuning werd aangestuurd tegen om het even welke van de menigvuldige innoverende kunststrekkingen, die hij tijdens zijn lange loopbaan - niet zelden als ééndagsvliegen! - aan bod heeft weten komen. Niemand kan inderdaad betwisten, dat in zijn pikturale prestaties geen reminiscenties aan en
Hilaire Vanbiervliet: schilderij.
zelfs geen toevallige verwantschap met die van anderen kunnen worden aangewezen.
Als landschap- en als figuurschilder is hij nooit een schroomvallig kopiist geweest van het zintuiglijk-waarneembare. Wat hem door de natuur, door sociale impulsen of door religieuze stemmingen ter interpretatie werd opgedrongen, heeft hij altijd vrijelijk behandeld en gekomponeerd in de toonaard van een ietwat zwaartillende gemoedsgesteltenis, die in kontradiktie is met de opgeruimdheid, die hij altijd in zijn omgang met anderen aan de dag legt. Het ligt niet in mijn bedoeling hem als kunstenaar over het paard te tillen met de bekentenis, dat ik de overtuiging ben toegedaan dat zijn werk hem lang zal blijven overleven en dat de vrees niet kan worden gekoesterd, dat, in welke zin de kunstsmaak in de toekomst ook mag evolueren, het estetisch gehalte van zijn scheppingen zich gemakkelijk zal laten devalueren. Lezers, die hem persoonlijk niet kennen, zullen het mogelijks op prijs stellen te mogen vernemen, dat hij gesproten is