30
Madeleine Jacobs
driemaal Laureate met haar Angelakoor
Madeleine Jacobs en haar Angelakoor.
Ze woont te O.-L.-V.-Waver nabij de kerk en is laureate van het Lemmens-instituut, de hogere muziek- en orgelschool te Mechelen. Ze kende daar de Monseigneurs Van Nuffel en Vyverman, evenals een mooi gezelschap vooraanstaande musici, w.o. Gaston Feremans, Marinus De Jong, Staf Nees e.a., allen haar vrienden of muzikale opvoeders. De Lemmensschool bracht haar o.a. de liefde bij tot het Gregoriaans. Haar opvoeding was zowel thuis als in de school gebaseerd op een uitgesproken godsdienstige inhoud. En dat alles, samen met haar ingeboren liefde voor het Vlaamse volk, riep in haar een wonder apostolaat wakker voor alles wat muziek, kristelijk en Vlaams is. Die drie woorden omschrijven duidelijk haar ideaal. Daarvoor en daarvan leeft ze. Het werktuig dat God haar verleende om haar ideaal te verwezenlijken is nu, wonder genoeg, niet zozeer het orgel of de piano. Het werd haar geliefd Angelakoor, door haar zelf gesticht in '56 en bestaande uit een elite van 60-70 meisjes uit het Instituut der Ursulinen te Mechelen. Deze eenvoudige en nederige en vriendelijke juffrouw bezit in haar leven nog slechts één doel, en daar stevent ze dan ook met alle hardnekkigheid op af. Dat doel werd, met uitsluiting van alles wat een vrouw redelijkerwijze op deze wereld verlangen mag, de muziek, de verspreiding van deze heerlijke gave Gods onder de mensen. En ze zegt het zelf zo treffend: Wanneer ik ooit aan de deur van de hemel kom, en ze vragen naar mijn verdiensten, dan kan ik alleen muziek aanbieden. Of nog eenvoudiger maar des te prangender: In deze tijd van import en schlagers is het hoognodig dat er iets voor de Vlaamse muziek gedaan wordt.
En zij gaat voorop: met haar Angelakoor concerteert zij in Vlaamse dorpen en steden, draagt zij ook de Vlaamse overtuiging en muziek uit naar den vreemde. De door haar gevormde kinderstemmen galmden niet alleen menigmaal in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel, of in de Koningin Elisabethzaal te Antwerpen, of voor de koning en de koningin in het Paleis te Laken, doch ook Radio Hilversum en Salzburg en O.R.T.F. te Parijs hoorden het Angelakoor, onder leiding van Madeleine Jacobs. En begin november, concerteerde dit reeds overbekend meisjeskoor viermaal te Stockholm, driemaal met religieuze muziek nog wel (Gregoriaans, motetten, Oud-Vlaamse liederen en liederen van eigen Vlaamse toondichters) en dat in grote kerken of katedralen van de hoofdstad of in Upsala. Eén dag werd voorbehouden aan de profane muziek, met een internationaal repertorium, waarbij het Vlaamse lied dan toch weer het leeuwenaandeel voor zich opeiste, doch waarbij eveneens Engelse, Franse, Zuid-Afrikaanse, Hongaarse en Nederlandse liederen in de oorspronkelijke taal werden ten gehore gebracht. En als we zo'n programma doorkijken en als we vernemen dat Madeleine ook nog een kinderkoor, de ‘Meiklokjes’, dirigeert, evenals een oud-ledenkoor, dan begrijpt men dat zij geen tijd heeft om haar lesen repetitie-uren te tellen, geen tijd heeft om pretentie te krijgen, geen tijd om aan zichzelf te denken. Dan staan we in bewondering stil voor dit meisje, dat weinig zegt, doch zoveel te meer doet voor Vlaanderen.
Jos van Rooy