10
Ivo Ceulemans
65
Ivo Ceulemans beschouwt zichzelf als een vrijzinnige, maar hij getuigt van zùlke breeddenkendheid en verdraagzaamheid, dat men zijn geestesgesteldheid evengoed kristelijk zou kunnen noemen. Als hij zegt dat men bij de kristenen moet zijn, in de katholieke kerken, om met de muziek in kontakt te komen, en dat de muziek als bindmiddel tussen
de vrijzinnigen niet bestaat, dan is dat voor onze huidige pastoors zeker een ernstig onderwerp om er in betrekking met de liturgie over na te denken.
Overigens geraakte Ceulemans aan de muziekbezetenheid door zijn eigen moeder, die een goede stem had en die zijn jeugd als het ware vulde met het goede lied. Later belandde hij in het stadsonderwijs, dat hem overigens niet veel prangende herinneringen heeft nagelaten. Hij bekleedde er echter met ere zijn post. Het liet hem trouwens toe zijn hart aan zijn viool te verpanden en het Conservatorium te bezoeken, waar hij de volledige cyclus doormaakte o.a. bij Peter Saenen, D'Haeyer, Karel Candael: harmonie, contrapunt, fuga, kompositie, orkestratie, een muzikale volledigheid en overvloed, waaruit hij later zou kunnen putten. De muzieklessen en zijn muziekproduktie werden inderdaad weldra zijn hele leven. Zijn voornaamste bestreving als leraar (en later direkteur) van de Hobokense Muziekacademie is: zijn leerlingen te doen aanvoelen wat muziek is en dat in een atmosfeer van gezelligheid en wederzijdse waardering.
Bij hem gaan helpen en vragen boven kommanderen. Breeddenkend mens als Ceulemans is, weet hij alle muziek te waarderen die naam waardig. Wat zijn eigen komposities betreft, vertoont hij een zekere schuchterheid en terughouding. Hij moet iemand naast zich hebben, en dat heeft hij helaas niet meer, sedert zijn vrouw gestorven is. Hij voelt eveneens de nood aan trouwe vrienden en die bezit hij nog wel. Ze hebben hem van een dreigende ineenstorting gered. Ik heb de eer genoten een fragment van zijn vioolconcerto te mogen beluisteren: dodekafonische muziek. Maar waar ik vaak naar experimenten van dit soort heb geluisterd, beleefdheidshalve meestal, daar werd ik ditmaal echt geboeid. Ja, dit was ware muziek, grote muziek. En ik bleef lange tijd in de ban van die basso continuo. Ik had geluisterd naar een tovenaar met klanken, een waarachtig kunstenaar.
Jos van Rooy