In de hemel wordt vooral muziek gespeeld...
Ik vind het goed, dat Renaat op het Erepark van Antwerpen begraven werd. Hij heeft in die stad het langst geleefd en gewerkt. De Vlaamse Kunstlaan, waar hij woonde, mocht nu wel in Renaat Veremanslaan herdoopt worden. Zelf had hij liever te Averbode gerust. Hij zei me dat menige keer. Naast Nest Claes, tegen de muur van de abdijkerk. Hij werd, jaren terug, plechtig tot ereburger van Averbode uitgeroepen. De abdij was zijn Monsalvat! Hij had er zijn werkkamer, en alle zijn latere werken werden er geschreven.
Ik ontmoette hem eerst te Averbode, op de viering van Karel Van den Oever. Hij bespeelde het orgel en ik moest de blaasbalg trappen. ‘We hebben goed gespeeld’, zei hij me, in het meervoud.
Hij was sedert lang beste vriend van mijn broer Jef zaliger. Veremans vond hem muzikaal zeer begaafd en situeerde hem tussen Bach en... Kees Pruis! ‘Als ge iets niet goed vindt, zal ik het herwerken’, zei hij hem soms, vooraleer een werk uit te geven. Natuurlijk veranderde er niets. Toen mijn broer Jan (ook een vriend van hem) te Antwerpen overleed was zijn deelneming een prachtig vierstemmig koor. Tussen twee glazen spuitwater, zittend op een terras te Averbode, zei ik hem: ‘Ge moest eens een driestemmige mis komponeren, voor mijn kerkkoor te Kontich’... Zijn énig antwoord was: ‘Ik heb nog nooit iets voor drie stemmen geschreven’. Ik was alles al vergeten, maar drie maanden later, in augustus 1960, belde hij me op: ‘Uw mis is af, ze heet St.-Norbertusmis’. Toen hij ze me voorspeelde, riep hij soms uit: ‘Schoon, hé?’. En als zijn vrouw hem dan zei: ‘René, kalm, denk aan uw hart’, dan was het antwoord: ‘Kan ik er gedoeme aan doen, dat het zo schoon is?’ Hij kon zijn eigen werk bewonderen, als zijn eigen kind, al was hij de ootmoed zelf.
Spijtig, dat de gewijzigde misliturgie het uitgeven van dit prachtig werk verhindert. Toen ik hem in de Eeuwfeestkliniek ging bezoeken, kort vóór zijn afsterven, zei hij me: ‘De zusters hebben me gevraagd, een simpele mis te schrijven op de Nederlandse teksten, om die hier te zingen, maar kan ik dat nu doen?’. Enkele dagen later was ze geschreven. Het is zijn laatste opus, uit dankbaarheid voor de zusters die hem verzorgden.
Schreef Bach, enkele dagen voor zijn dood, de koraal ‘Vor deinen Trohn tret' ich hiermit’, Renaat maakte van zijn laatste opus een lied van dankbaarheid en simpel godsvertrouwen. Het eindigt op: ‘Geef ons de vrede’. Die geniet hij nu voor eeuwig. ‘In de hemel wordt vooral muziek gespeeld’, was een van zijn spreekwoorden, ‘en vooral dan de werken, die hier niet werden uitgevoerd’.
Ik ben er zeker van, dat Renaat Veremans, meer dan eens, op het programma zal staan van de Koren der Engelen. Ik hoor hem zeggen: ‘Schoon, hé?’.
A. Valvekens