Herinnering aan mijn vriend Renaat Veremans
Jeugdportret van Renaat Veremans © Jean van der Haeghen, Deurne.
Tussen ons lag een afstand van twintig levensjaren; en het was alsof die afstand niet bestond.
Beiden hebben wij oorlogen doorgemaakt en leefden in een tijd van verwarring en omwenteling, die voorafgaan aan een nieuw tijdperk - gaf dit de ‘binding’?
Over het verschil van jaren tussen ons, sloeg de vriendschap een brug; daaruit kwam de waardering die wij hadden voor elkaars kunst en elkaars anders geaarde persoonlijkheid.
Renaat was opgegroeid in Lier, in een door en door Vlaams midden (ik zou willen, durven zeggen, dat hij door en door een ‘produkt’ was van de Vlaamse bodem!). Ik hoorde daarentegen, door mijn opvoeding in Andalousië, aan het licht en de zon van Spanje. Dat maakte ons zeker zeer verschillend van elkaar! Wat was het dan, dat ons van beide kanten aantrok?
Wij ontdekten het later. Beiden hadden wij, bij onze geboorte, de gave van eenvoud meegekregen en... wij waren beiden oprecht. Het was Flor van Reeth, mijn oude vriend en toen kersverse vriend van Renaat Veremans, die ons in 1919 samenbracht. Flor was terug uit Engeland, waarheen hij in 1914 met zijn gezin was gevlucht. Ik zelf kwam net uit het kamp van Amersfoort en droeg nog gedeeltelijk mijn soldatenplunje. Flor, die vóór mij in Antwerpen was aangekomen, had al contact opgenomen met het nieuwe leven, de nieuwe toestanden, de nieuwe generatie die was opgekomen: met alles wat veranderd was gedurende onze