De stichting
In april 1924 waren Flor van Reeth en Felix Timmermans op bezoek bij Ernest van der Hallen, die een werkhuisje had gehuurd op het Lierse Begijnhof en dat hij ‘Ruusbroeohuisje’ had gedoopt. Daar zei Timmermans: ‘Laten wij gedrieën ermee beginnen, vandaag, en pelgrimeren naar de ideale schoonheid’. De Pelgrim-Beweging was geboren.
In de uitgave ‘Na tien jaar... Felix Timmermans leeft voort!...’ (Altiora, Averbode, 1957) wijdde Flor van Reeth een hoofdstuk aan zijn Pelgrimherinneringen. Wij lichten daaruit de volgende passus:
Met de grootste geestdrift werd ons idee door de verdere kunstbroeders begroet. Als een weerlicht zo vlug kwam alles tot stand. Op 8 maart schreef Felix Timmermans mij het volgende: ‘De pelgrim moet gaan, als ik er mij wat kan mee bezighouden. Maar 't moet!... Ik heb veel werk! Veel tinteling om te werken. En dezen Zomer moet Brueghel af. En dan de mystiek met hare gouden portalen!’ De drie stichters gingen dadelijk aan het werk. Beslist werd, dat er twaalf Pelgrims zouden zijn, net zoals er twaalf apostelen waren. Renaat Veremans werd als een der eersten opgenomen. Daarna volgden: Eugeen Yoors (kunstschilder-glazenier), Gerard Walschap (letterkundige), Frans Delbeke (letterkundige), Herman Deckers (kunstschilder), dom Gregorius De Wit (kunstschilder), Dirk Vansina (letterkundige), Anton van de Velde (letterkundige-dramatisch kunstenaar) en Jan Van Puyenbroeck (kunstschilder).
Als ere-Pelgrims werden aanvaard: Juliaan De Vriendt (kunstschilder), Johannes Jörgensen (letterkundige), Frederik van Eeden (letterkundige), Dr. Moller (letterkundige) en Sigrid Undset (letterkundige). Posthume leden waren: Joe English (kunstschilder), René Lombaerts (kunstschilder), Karel van den Oever (letterkundige) en Léon Bloy (letterkundige).
Over de namen van de eerste twaalf Pelgrims bestaat nergens betwisting. De enige overlevende stichter, Flor van Reeth, vermeldde slechts Juliaan De Vriendt als erelid, daar waar het Pelgrimarchief vijf namen citeert. De namen van de posthume leden werden door Flor van Reeth meegedeeld; in het archief worden ze niet vermeld.
De eigenlijke stichting van de Pelgrim had plaats te Merksplas, in juni 1924. Deze bijeenkomst geschiedde onder leiding van Dr. Emiel Valvekens, o. praem., die bij die gelegenheid vroeg wie als Pelgrim-voorzitter zou fungeren. Daarop liet Flor van Reeth zich ontvallen: ‘Onze voorzitter is Jezus Christus in het tabernakel’. Dit werd door de vergadering aangenomen.
Als secretaris werd Herman Deckers aangesteld, vermits hij daartoe - mede door bepaalde levensomstandigheden - het best geschikt was. Hij stelde trouwens ook een vast lokaal ter beschikking aan de Meir te Antwerpen. Daar hadden de vergaderingen plaats, tijdens dewelke het Pelgrim-ideaal meer geconcretiseerd werd. Om Pelgrim te worden, moest aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
1. | werkelijk artist zijn; |
2. | katholiek zijn in overtuiging en leven; |
3. | modern gericht zijn, in eenheid met de psychologie, die op dat ogenblik in Vlaanderen heerste. |
Naast de twaalf kern-Pelgrims werd een groot aantal andere kunstenaars aanvaard; hun namen werden bijeengebracht onder het hoofdstuk ‘De Pelgrims’. Met nieuwjaar 1926 gaven zij een ‘Manifest’ uit, dat wij hierbij integraal afdrukken.