Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19
(1970)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
Rik LanckrockVele kunstvormen zijn inkommunikabel en hermetisch omdat de mogelijkheden en/of de bereidheid tot begrijpen en aanvoelen ontbreken. Ons onderwijs, onze kommunikatie-media, de kulturele bewegingen, de critici, laten op dit stuk enorm te wensen over. | |
Jaak FontierZeer vele kunstuitingen van vandaag zijn beslist niet hermetisch: de geometrische en constructivistische richtingen, de op-art, het kinetisme, de kunstlichtkunst, een groot gedeelte van de pop-art en de nieuwe figuratie vragen slechts ontvankelijkheid en een open geest. De mens moet leren zien, bevrijd van vooroordelen en traditionele kunstbegrippen. Wat vooralsnog ontbreekt, is een opvoeding tot een dergelijk zien. | |
Jos De MaegdMensen die in zichzelf opgesloten blijven kunnen elkaar niet ‘verstaan’, komen nooit tot echte communicatie; alle tekens blijven voor hen hermetisch. Het nastreven van een communicatie die op het niveau van de ‘public-relation’ staat, louter formalistisch, conventioneel en oppervlakkig is, lost niets op. Op de echte communicatie duidt Gezelle: ‘Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft’. Mensen die vrij zijn, anderen kunnen aanspreken en beluisteren, verstaan elkaars ‘tekens’ natuurlijkerwijze; voor hen is niets hermetisch. Begrijpen is: aanvoelen. | |
Emiel LanguiIk zie geen incommunicabiliteit noch hermetisme in de kunst van heden en zie derhalve niet in waarom deze waanbegrippen in stijgende of dalende lijn kunnen gaan. De tijd dat Van Gogh hermetisch was, ligt niet zo heel ver. Mij blijft Leonardo da Vinci. de meest hermetische aller meesters. | |
André RoelantHet is altijd zo geweest en het zal altijd zo zijn dat ware kunst maar een deel van de massa zal aanspreken. Het merendeel zal
Pol Mara: ‘Be soft on’.
‘Incommunicabiliteit en hermetisme? Nee, dat denk ik niet, de jonge generatie wil juist het tegenovergestelde bekomen’ (Pol Mara). | |
[pagina 98]
| |
Gaat de kunst naar een steeds grotere incommunicabiliteit en hermetisme? schijnkunst meer waarderen en kopen dan echte kunst. Trouwens, er is nooit zoveel ‘kunst’ verkocht dan vandaag; maar wat wordt het meest verkocht? | |
Albert SetolaDe incommunicabiliteit en het hermetisme zijn meestal het masker, hem door de critici voorgehouden, waarachter de kunst-schurk zich verstopt. Zijn onkunde is zijn mysterie en desgevallend het enige waarmee hij kan uitpakken. | |
Eugène van ItterbeekDe ‘incommunicabiliteit’ kan geen doel zijn van gelijk welke kunst. Sociale integratie betekent het openbreken van de geslotenheid. Indien de traditionele kunstvormen, zoals de poëzie en nu ook de roman, de weg van het hermetisme blijven opgaan, dan zal de sociale integratie van de kunstvormen zich ten koste van de stagnerende genres ontwikkelen. De romanliteratuur zal dan het gebied worden van sociaal vervreemden en zgn. artistieke eenzaten. Aan dit probleem moeten niet te veel woorden worden vuil gemaakt. Die evolutie is trouwens al aan de gang. | |
E. De WildeKunst is een vorm van communicatie. | |
Gaby GyselenVan dat hermetisme geloof ik niet veel. Er zullen wel altijd goede artiesten hun vrienden in vertrouwen willen nemen. Probeer erbij te zijn. | |
Gerard WalschapIntegendeel. Zij gaat naar een steeds onbeschaamdere en explicietere bekentenis dat zij door haar incommunicabiliteit en hermetisme niets te zeggen heeft. | |
Flor PeetersDit hangt voor een groot deel af van de receptiviteit van de luisteraar en het communicatievermogen van de kunstenaar. | |
Stan BaeleNEEN - Ware kunst is een wisselwerking van hermetisme en communicatie. | |
André DemedtsMogelijk zullen sommige schrijvers het zoeken in een taal die zij nog alleen gebruiken en anderen niet verstaan. Gezelle heeft eens op de rugkant van een schooltaak geschreven dat zo'n allerindividueelste uitdrukking nog de meest waarachtige zou zijn. Maar ze zou niemand kunnen verklaren wat er bedoeld wordt. Taal is uitdrukking én mededeling tezelfder tijd. | |
Robin HanneloreHelemaal niet! Met het hermetisme in de poëzie werd in de zestiger jaren definitief afgerekend. Poëzie is kommunie geworden. Het hermetisme in de dramatiek en de epiek wordt op dit ogenblik doodgeschreven in totaal levensvreemde kritieken en essays. Het leven zelf stoot elke vorm van hermetische kunst af, doet uiteraard afsterven wat al te kunstmatig of al te individualistisch is. | |
René SoeteweyWaarom? | |
Michel SeuphorIn de grond is niets mededeelbaar. Alles, zelfs de onschuldigste zaak, bewaart haar mysterie. Maar het eigene van de kunst is, dat zij tracht het incommunicabele mededeelbaar te maken. Vaak schenkt het kunstwerk ons in een flits nieuwe kennis, nieuwe klaarheid, soms zelfs zonder dat zijn schepper er bewust van is. | |
Roger SomvilleU vraagt me of de kunst evolueert naar een groeiende incommunicabiliteit en hermetisme? Jawel, de kunst, gedomineerd door de ideologie, die thans aan de macht is, de bourgeois-ideologie, evolueert onverbiddelijk naar een steeds groeiend hermetisme, omdat haar stuwkracht niet ligt in het uitdrukken van de algemene noden en verlangens, maar wel van deze van een sociale klasse, van sociale niveaus, die er nauwkeurig op gericht zijn hun privé belangen te beveiligen en die dus het sociaal en publiek leven fragmenteren. Tegen deze kunst staan de mensen uit de collectiviteiten op. Zij trachten - en zullen er morgen in slagen! - een kunst te verwerkelijken, die, stap voor stap, dwarsdoorheen hevige en moeilijk op te lossen tegenstellingen, de spiegel zal zijn van de menselijke betrekkingen. In de doorleefde geschiedenis zien wij elk dag reeds daarvan de voorafbeelding. | |
Guy van HoofWat bv. pop-art betreft, waar de massa wel over praat maar waarvoor haar begripsvermogen nog tekort schiet, kan men moeilijk van hermetisme spreken. Kan iets (‘iets’, want voor velen spreekt men in dat verband liefst niet meer over kunst) nog méér tot ons spreken dan de fotomontages over Marylyn Monroe of Jacky Kennedy? Of het meesterlijk pseudo-realisme van Segal? Kan men méér zeggen over onze wijze van zijn en samenleven dan Oldenburg? (cfr. de ‘kunst van het banale’: iets banaals is toch niet hermetisch? Of is de pop-art dan niet banaal?) Zulke kunst spreekt een duidelijke taal, werkt op onze verbeelding in. Maar wie leert ons die verbeelding te gebruiken? Leert ons leven met onze fantasie en onze creativiteit? Leert ons zien, smaken, groeien, worden, zijn? O, ja, we worden vet van zelfvoldaanheid, we worden onkruid vóór het televisietoestel of fossiel achter het autostuur. Wie maakt ons wakker? De kunstenaar. Hij wekt ons, uit gemakzucht, luiheid, valse romantiek, barok en huichelarij. In plaats van hermetisch te zijn, maakt de kunst juist vrij (indien wij weten hoe ze te benaderen, maar ook bij geneesmiddelen steekt een dosering.) Indien wij ons heel eventjes bezinnen over het (technisch) wonder dat de telefoon is, om maar dat te noemen, met welk een entoesiasme gaan we dan niet het licht- en bewegingsspel van Schoeffer ontdekken en bewonderen of het technisch vernuft van Pol Bury? Alleen het begrip kunst is hermetisch, want de meesten willen niet ontdekken dat de vlag een andere lading dekt. | |
Alfons van ImpeBeantwoord sub. 4, meen ik. | |
Maurits BilckeDe kunst zal in de toekomst zeker niet slechter begrepen worden dan in het verleden! | |
Daniël van RysselOmstreeks 1950 ontstond in Nederland en Vlaanderen een poëtische omwenteling die, door haar uiterste individualisme - nog op de spits gedreven door de steriele navolgers - vrij vlug is geëvolueerd tot een hermetische en enigmatische bezigheid van ‘kunst is de | |
[pagina 99]
| |
allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’-aanhangers. Onvermijdelijk moest dan ook een terugslag volgen. En inderdaad, twintig jaar later, wordt weer poëzie geschreven ‘die werkelijkheidsbeleving in eenvoudige vormen met eenvoudige verstaanbare taal tot uitdrukking brengt’ (Jan van der Vegt in Kentering, 10e jg., nr. 5, sept.-okt. 1969). De vraag is echter of deze nieuwe uitdrukkingsvorm enkel maar een tegemoetkoming is aan de niet-begrijpende lezer, of ook nog een gewijzigd inzicht van de auteur impliceert. Het is mij niet bekend hoe de Nederlandse dichters deze vraag beantwoorden, doch als Vlaams exponent van deze nieuwe richting onderschrijf ik gaarne de volgende (samengevatte) verklaring van Helmut Gaus in Yang - tijdschrift voor literatuur en kommunikatie, nr. 27, september 1969. De zogenaamde allerindividueelste emoties, waarvan de kunstenaars tot op heden dachten dat zij er de monopoliehouders van waren, zijn nagenoeg identiek voor alle leden van een zelfde kultuurgroep. Enkel de wijze waarop en de mate waarin wij voelen en denken, doet ons enigszins van elkander verschillen. Nochtans was de kunst er tot op heden steeds op gericht deze partikuliere verschillen enorm te beklemtonen en te overwaarderen; van het bestaan van gemeenschappelijke trekken en motieven daarentegen wou men zich ternauwernood bewustworden, alsof deze bewustwording de dood van het individu voor gevolg zou hebben. Van zodra men echter gaat inzien dat de mens nagenoeg gans zijn geestelijk goed, zijn denken en zijn streven gemeenschappelijk heeft met iedere andere mens, is de andere niet meer de grote rivaal van vroeger, maar ontstaat een solidariteitsgevoel en verbondenheid tegenover het leven, die deze bewustwording intensifieert tot een overtuiging. Van uit deze optiek wordt het onmiddellijk duidelijk dat het experiment om het experiment en het gewild hermetisme, het moeten afleggen tegen het noodzakelijk herstel van de verstoorde communicabiliteit. De revalorisatie van het woord is nodig om te kunnen zeggen wat men te zeggen heeft, en een eerste vereiste daartoe is: eenvoud. Eenvoudige dingen immers, en alle menselijke gedragingen zijn ergens eenvoudig, dienen zo eenvoudig mogelijk gezegd. Want het is gemakkelijker te kompliceren, te komplexeren en te associëren, dan te vereenvoudigen, m.a.w. met minder middelen meer te bereiken. In deze kunstopvatting schuilt echter één groot gevaar: nl. dat eenvoud voor sommigen synoniem zal worden van banaliteit, en dat deze banaliteit dan ten onrechte op een voetstuk zal worden geplaatst. Want deze nieuwe kunstopvatting is geenszins bedoeld om op een voetstuk te worden geplaatst, daar ze in wezen democratisch is. En ze is evenmin banaal, daar het centrale thema de mens blijft. Als essentiële kenmerken van deze nieuwe kunstopvatting zouden verder nog kunnen vermeld worden: het eenvoudig en zakelijk taalgebruik; het ontbreken van gezochte beelden, stijlfiguren en associaties; het herhaaldelijk pogen om opnieuw een epische poëzie te gaan schrijven; de waardering voor de medemens, en dit niet alleen als gratuite bewering. Sommige critici hebben er ook reeds de aandacht op gevestigd dat er heel wat verwantschap bestaat tussen deze poëzie en het werk van plastische kunstenaars als Roger Raveel, Raoul de Keyser, Etienne Elias, Joseph Willaert e.a. Het ligt voor de hand dat de eenvoud hier als gemeenschappelijke noemer werd onderkend, een eenvoud die, zoals Roland Jooris het uitdrukt, de werkelijkheid tot in haar essentie verduidelijkt. | |
Anne d'HarnoncourtIk word voortdurend verrast en verblijd door de uitzonderlijke afwisseling in het werk van hedendaagse kunstenaars overal ter wereld en kan aldus zeer moeilijk generaliseren. Als ik bijgevolg antwoord op uw vraag omtrent de toenemende ‘incommunicabiliteit’ van de kunst zoals deze nu evolueert, dan zou ik denken dat de nieuwste kunst op elk tijdstip moeilijk en ontoegankelijk voorkomt aan een doorsnee publiek, dat gewoon is kunst uit een vroegere tijd te bekijken, maar dat de kunst van vandaag, zoals alles, meer en meer publiek en steeds minder hermetisch wordt. Het toenemend gebruik van een uitgebreid gamma van uitdrukkingsmiddelen (doeken van dertig voet, environmentele sculptuur die licht en klank gebruikt, werken met aarde die het landschap oproepen waarin we bewegen) ontbolstert een streven om de toeschouwer te omringen met en op te nemen in het kunstwerk. Gelijklopend daarmee spreken de familiaire, banale beelden, gebruikt door talrijke pop-artisten, en de alledaagse objecten, samengebracht in assemblages, de toeschouwer aan op een meer vertrouwelijke maar directe wijze. | |
Timm Ulrichs‘Openbare’ of ‘privé’ kunst: er is geen alternatief. Beide mogelijkheden zijn wettelijk ‘Zal de artiest nog kunnen ademen te midden van verdichtingsverschijnselen?’ (G. Gyselen).
Albert Setola (afvalpapier uit stencilmachine...) Namaak verboden.
en noodzakelijk; de ene kunstoefening staat in onderling verband met de andere. |
|