Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 19
(1970)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 87]
| |
Rik LanckrockMoeilijke vraag. Het nieuwe is immers nooit volledig nieuw. Vaak is een teruggrijpen naar oude waarden noodzakelijk en gewenst om een ander elan aan de artistieke schepping te geven. De kunstgeschiedenis is een gekompliceerde keten waarin het verleden dikwijls bevruchtend inwerkt op het heden, waarin het verleden door een eigentijdse belichting menigmaal een andere dimensie krijgt. In de dramatische kunst is het hernemen van klassieke tema's schering en inslag. Dit is geen verarming. Integendeel. | |
Jaak FontierDe kunst gaat vooruit en kijkt vooruit. Vooral in onze zo snel evoluerende tijd kunnen de grote tradities slechts verleden blijven. Het ziet ernaar uit, dat de kunst in de nabije toekomst nog weinig gemeen zal hebben met de artistieke uitingen uit het verleden. | |
Jules van AckereVolgens mij zeker niet. Men kan wel omzien maar niet achteruit gaan. En dit ‘Back to Back’ of neo-classicisme of hoe ge het noemen wilt is aan de oorsprong van vele vergissingen, ook bij de klinkende namen, b.v. Hindemith met zijn maniërisme dat tot verdorring heeft geleid, vele zwakkere werken bij Stravinski (vioolconcert, The Rake's Progress enz.), de onbenullige pasticcio's van Poulenc en andere componisten, zelfs Bartók is er niet aan ontsnapt (2e pianoconcert), de ‘collages’ van Luciano Berio die meent zijn Sinfonia (1968) met citaten uit The Fairie Queen, Mahler en R. Strauss interessant te maken! | |
Jos De MaegdSteeds hebben diegenen die het leven niet aandurfden, m.a.w. niet trouw waren aan hun levensopdracht, gekozen voor het verleden, voor het veilig en knusjes opgebruiken van de ‘erfenis’ van grote voorgangers. Die voorgangers waren echter slechts groot in de mate ze ‘traditie’ maakten, en niet in de mate ze van de ‘traditie’ - begrepen dan als een erfdeel - profiteerden. | |
Emiel LanguiIn geen enkel geval. | |
Albert SetolaEr bestaat een overdreven neiging te denken dat alles van de grond af moet veranderen; zo kunnen wij nochtans ook de bomen niet dwingen zich te gaan vormen naar onze betonnen waanwereld. Wie zich laat leiden door de mode doet zijn natuur en zijn kunst geweld aan; hem wacht veel lof! | |
Eugène van ItterbeekMoet ik nog vraag 3 beantwoorden! Het verleden is de bibliotheek waaruit ik dagelijks lees. Ik probeer de geschiedenis in te lopen. Ik ben ervan overtuigd dat de geschiedenis sneller gaat dan ik vermoed. Vandaar mijn gevoelen voortdurend gewurgd te worden door de tijd. Ik wil mij niet als een blinde, in naam van een vermeende progressiviteit, in de toekomst werpen. Onze verhouding tot het verleden kan velerlei vormen aannemen. Het gaat hier niet om een of andere Bergsoniaanse durée-filosofie, maar over een drietal gevallen uit mijn lectuur, die ook literair-historisch niet zonder belang zijn. Er is een hedendaagse poëzie, zoals die van een Lorca, een Pablo Neruda of een Vasko Popa, die geïnspireerd wordt door een oude folkloristische ervaring en die aldus, als het ware buiten de loop van de geschiedenis, een zuiverheid heeft bewaard waarnaar wij blijven hunkeren. Hier is een ‘oude folkloristische traditie’ (Rodenko) werkzaam, waaraan de atlantische landen geen deel meer hebben. Die situatie geeft aan de poëzie van een Popa een benijdenswaardige tijdeloze gaafheid. De avant-gardistische dichtkunst, die haar creativiteit in het hedendaagse bewustzijn vindt, staat vol bewondering voor die spontane scheppingskracht. In dat verleden ligt ook voor de moderne ‘atlantische’ mens een naïef, maar niet minder waardevol heimwee naar het tijdeloze besloten. Een andere situatie is die van de Amerikaanse dichters en kunstenaars die door Olson gevormd werden. Zij hadden helemaal niet het gevoel voort te bouwen op de grondvesten van een oude cultuur. Zelfs het woord ‘dichter’ was voor de jonge Robert Creeley een abstract begrip. Toch blijft voor deze mensen, die hun poëzie als het ware in het luchtledige creëerden, het verleden een bron van inspiratie. Olson zelf grijpt terug naar de etymologische wortels van de taal, zijn spraakritme is een terugkeer naar de moeder-taal. De poëtica van Olson is een linguistische theorie die gegrondvest is op de studie van de Maya-talen. Al de genoemde dichters hebben op de Europese avant-garde een grote invloed uitgeoefend. De Vlaamse en Hollandse experimentelen die uit een behoefte aan een grotere betrokkenheid op de eigen tijd gebroken hebben met het westerse klassicisme, zijn in feite hun inspiratie gaan zoeken bij dichters die, buiten elke culturele traditie om, als het ware rechtstreeks met het verleden verbonden waren. Ook de surrealisten zochten met hun ‘écriture automatique’ het onbewuste leven dat zich mettertijd in het individu had ontwikkeld, in zijn oorspronkelijke staat op te delven. Ook die methode steunt op een regressieve levenshouding. Een derde en meer intellectualistische verhouding tot het verleden is typisch Europees. Het is een creativiteit die voortdurend refereert naar de bronnen van de Europese beschaving, naar de Bijbel, de Grieks-Latijnse beschaving. De produkten daarvan heten Dante, Petrarca, Shakespeare, Rabelais, Erasmus, Racine, Pascal, Hooft, Goethe enz. Die culturele traditie blijft nawerken, ook bij de anti-traditionalisten, in een houding van reflectie en een behoefte aan rationele verantwoording van de artistieke opties, ook wanneer die bv. teruggaan tot Marx of Freud. We zitten hier in de cyclus van de revisionismen. Een typische hedendaagse uitloper van die esthetica is Tel Quel. Hoe anti-historisch Tel Quel ook in haar methodes gericht is, toch is het filosoferen over kunst, zoals de Tel-Quelisten dat doen, een typische West-Europese verworvenheid. Zonder studie en ernstige esthetische vorming is het haast niet meer mogelijk tot de kunst toegang te krijgen. Bij elke moderne dichter is het de moeite waard zijn creativiteit te leren verstaan vanuit diens bijzondere gerichtheid op het verleden én op de eigen tijd. Een dicht- of kunstwerk is veelal een oorspronkelijk geheel van al de hier genoemde elementen. Dat heeft eigenlijk niets met eclectisme te maken, maar het is de uitdrukking van een bepaalde wijze om bewust in de tijd te leven. De oorspronkelijkheid kan men meten aan het eigen karakter van de ‘imitatie’. Die culturele situatie van de artistiek scheppenden zal in de toekomst steeds maar toenemen. Zonder kennis zal het in de toekomst onmogelijk zijn artistiek werkzaam te zijn. | |
[pagina 88]
| |
Denkt U dat men naar de grote tradities van het verleden zal moeten terugkeren (bv. onder de vorm van een esthetisch eclectisme)? | |
E. De WildeKunst zonder verband met de maatschappelijke werkelijkheid lijkt mij niet bestaanbaar. We kunnen evenmin in de kunst als in de wetenschap of de sociale ontwikkeling naar het verleden terugkeren. | |
Gaby GyselenWat bedoelt U met terugkeren naar de grote tradities van het verleden? Dat een artiest moet blijven putten uit de inventaris van de plastische tophits? Altamira, Pompeï, Bruegel nabootsen maar sterven zonder een moment zelfontdekking? Laten wij de neo-gotiek niet weer eens over doen; het was zo al erg genoeg. | |
Gerard WalschapElke terugkeer naar vormen uit het verleden (neo-gotiek, praerafaëlisme), is onvruchtbaar gebleken, maar men kan wel met vrucht terugkeren tot een kenmerk dat in het verleden onmisbaar en eeuwig scheen te zijn, bijvoorbeeld, om slechts dat te noemen, dat kunst geen gemakkelijk spel is, dat kunst iets zeer moeilijks is, dat het kunstwerk een product is van een buitengewoon kundig en van nature begaafd mens, die met hartstocht een grote inspanning heeft geleverd. | |
Flor PeetersMen moet het verleden kennen doch er niet naar terugkeren, omdat wij leven in het heden en vanuit dit heden moeten scheppen. Een terugkeer is een vorm van imitatie, wat nooit kunst is geweest. | |
Stan BaeleNEEN - In de XXIe eeuw pas zal men kunnen vaststellen wat de grote tradities waren in de XXe eeuw. De lange golf van de grote traditie is heden nog zeer onduidelijk maar zij is er. Er zullen steeds kunstenaars bestaan die naar de grote tradities van het verleden teruggrijpen. Er zullen altijd kunstenaars bestaan die een toekomstbeeld creëren. Daarnaast zullen er altijd kunstenaars (?) bestaan die hun huik naar de wind hangen, en ik denk hier aan consumptie. | |
André DemedtsDe echte hernieuwers, de enigen die belangrijk zijn en blijven, kiezen voor de waarheid die uit het leven komt. Door hun persoonlijkheid zijn ze oorspronkelijk. De nalopers volgen hen na als ze succes oogsten en zo ontstaat er een stroming. Daar alle stromingen al eens mode geweest en weer verdwenen zijn, mag men verwachten dat ze terug zullen keren. Maar de echte kunstenaar is enig en onvervangbaar. | |
Robin HanneloreMen hoeft niet terug te keren, men zwalkt op het immense ritme van iets dat men met begrippen als ruimte en tijd heeft willen konkretiseren, maar dat in feite niet onder woorden te brengen is. Wie de golvende beweging in dat kleine stukje kultuurgeschiedenis van de mensheid, dat wij kennen, niet ziet, moet wel hardstikke blind zijn. Estetisch eklektisme zou ipso facto als reaktie alweer ethisch-humaan eklektisme oproepen, juist zoals elke romantisch getinte tijdsgeest een nieuw soort van realisme evokeert. Omdat de mens kompleks is, is de kunst dat ook, en juist zoals elke mens resulteert uit een kettingreaktie van generaties, is ook de kunst iets dat uitgelokt wordt én uitlokt of dat gebaard wordt én baart. Het woord traditie maakt mij tenandere al even misselijk als het woord mode. | |
René SoeteweyDat de kunstenaars gewoon hun beroep uitoefenen; tot welk resultaat dit leidt, kan men zo niet voorzien; heeft Picasso niet gezegd dat men eerst moest vinden en daarna gaan zoeken? | |
Michel SeuphorDe grote tradities van het verleden zijn voortdurend in ons werkzaam, zelfs al ontkennen wij ze hardnekkig. Wij dragen ze in ons, spijt onszelf. Wij gaan vooruit, maar met alles wat wij in ons dragen. (Klee bij voorbeeld is nu eens primitief en dan weer modern, naïef en geraffineerd, even dicht bij de schilders, die reeds lang hun plaats in de galerij verwierven, dan bij zijn eigen tijd). | |
Roger SomvilleHet gaat er dus niet om ‘terug te keren’ tot ‘de grote tradities van het verleden’, maar wel om rekening te houden met de betekenis, de zin van de geschiedenis, om ‘samen te brengen’ om te scheppen van het werkelijke leven uit, vanuit een nieuwe inhoud. De grootste, waarachtigste en meest ontroerende verwezenlijkingen zullen deze zijn, die een synthese brengen van de vorm en de inhoud. En in deze veroveringstocht heeft de traditie steeds haar rol te spelen. Want wat telt is niet origineel te zijn te allen prijs, maar wel het leven te ontdekken, af te tasten en uit te drukken, daarbij terzijde gestaan door degenen die het gisteren volledig hebben uitgedrukt. | |
Gaston ClaesTerugkeren naar de grote traditie van het verleden in de literatuur? Laat ons het eenvoudiger stellen. Gewoon maar rondom zich kijken. De mensen observeren. Het leven van elke dag. De kleine en grote levensproblemen van elke dag. En dan een verhaal schrijven, wortelend zowel in wat mogelijk en aktueel is, als in de eigen fantazie. Maar om Godswil, zonder geforceerde problematiek en zonder effektjagerij. | |
Alfons van ImpeDe jeugd van vandaag - dus de generatie van morgen - is er een van de onverbiddelijke waarheid: geen smoesjes, geen utopische idealen, maar feiten, en kritiek, en recht van spreken. Het teater - en de kunst in het algemeen - zal m.i. die richting uit moeten, wil het in het zog van de belangstelling blijven, wil het opnieuw gemeenschapskunst worden. Of het een estetisch eklektisme of iets anders zal zijn, hangt af van de vraag welke de smaak van de tijd zal zijn, en wie deze smaak zal bepalen. | |
Maurits BilckeMen keert nooit terug naar het verleden. | |
Anne d'HarnoncourtU vraagt of de kunst terug zal moeten keren tot de grote tradities van het verleden, maar zelfs de radicaalste kunst heeft klaarblijkelijk altijd nog wortels in de stijl en de inhoud van de kunst uit het verleden. De abstracte expressionisten leerden veel van de cubisten, die op hun beurt in de leer gingen bij Cézanne, die - spijt zijn radicalisme - gevormd werd door de Franse, klassieke, academische traditie. De meest recente kunstenaars worden nog in de een of andere vorm voortdurend geconfronteerd en beïnvloed door de kunst uit het verleden, wat evenwel hoegenaamd geen afbreuk doet aan hun eigen oorspronkelijkheid. | |
[pagina 89]
| |
Michel Seuphor heeft de decoratie getekend van deze twee vazen van Sèvres (1965). Een voorbeeld van het samengaan van een klassieke vorm en een moderne tekening.
‘De grote tradities van het verleden zijn voortdurend in ons werkzaam, zelfs al ontkennen wij ze hardnekkig’ (Michel Seuphor). | |
Timm UlrichsEen terugkeer tot het traditionele schijnt mij noch mogelijk, noch wenselijk; ontwikkelingsprocessen van het bewustzijn, die de kunst inleidt, die zelf kunst kunnen zijn, zijn niet omkeerbaar. Historische toestanden zijn (voor mij) slechts dàn relevant, als zij actualiseerbaar zijn, nog denkstof voor het heden inhouden. (Esthetiek is geen kunsthistorisch begrip, wanneer de ‘schone’ kunsten niet daarmee ook reeds schoongepraat zijn). |
|