structie rationeel moet zijn en, gebruik makende van de nieuwste materialen, getuigen moet van de mogelijkheden en de geest van haar tijd.
Met deze opvattingen moest hij komen tot de moderne functionele architectuur, die schoonheid schept in het rationele en in de ruimtewerking. De allereerste opgave van de architekt is het scheppen van ruimte. Ruimte, waarin de mens moet kunnen leven en bewegen. Ruimte waarin de mens niet alleen physisch moet kunnen bewegen, doch waarin ook zijn ziel zich met de grootheid en de adel moet kunnen omringen, die haar passen. Van deze opvatting van het ruimtebegrip, die leidt tot het vergeestelijken van de ruimte en het verruimen van de geest, was Huib Hoste diep doordrongen. Schreef hij zelf niet:
‘Wij mogen wellicht doen opmerken dat zulke intellectuele verruiming ditmaal misschien ook kan worden nagestreefd, langs het geestespotentieel van de architekt en de plastische kunstenaar’.
Een ruime ziel, een grote geest en een diepgoed hart, waren de eigenschappen van deze man. Kostbare geestelijke gaven, die men zelden, verenigd in één mens, aantreft.
Kende de wereld U, als man van kennis en wetenschap, door uw talrijke publikaties over moderne architektuur en woningbouw, wij mochten de uitzonderlijke eer en vreugde genieten, U van dichtbij te kennen als mens, met uw ingoed hart. Hoe dikwijls deden wij niet beroep op uw zeer gewaardeerde kennissen en uw meesterschap, en steeds waart gij bereid, met zoveel vriendelijkheid en zoveel toewijding, om aan het gevraagde te voldoen. Het kunsttijdschrift West-Vlaanderen, dat in zijn laatst verschenen nummer andermaal een artikel van uw hand mocht publiceren, verliest in U een zeer op prijs gestelde medewerker.
Ook de provincie West-Vlaanderen deed herhaaldelijk beroep op U, omdat zij overtuigd was van uw talent en uw hoge waarde. Zopas voltooidet gij een belangrijke bijdrage over de architektuur in West-Vlaanderen, die moet verschijnen in het standaardwerk dat over deze provincie wordt uitgegeven.
Hoe graag hadden wij U de gevraagde overdrukken nog kunnen overhandigen, U aldus een nieuwe blijk gevende van onze waardering. Hoe graag hadden wij U weerom begroet op de zitting van de jury voor de openbare prijskamp van ontwerpen voor het provinciaal technisch instituut te Kortrijk, wetende dat uw oordeel door de overige juryleden zeker zou op prijs gesteld worden.
De Heer van hierboven echter heeft U plots tot zich geroepen. In U verliest ons Vlaamse volk een zijner schoonste kunstenaars. Huib Hoste, gij schepper van schoonheid en van ruimte, thans beweegt gij U in de onmetelijke ruimte van Gods oneindigheid en geniet van Gods verblindende schoonheid.
Kerken hebt gij gebouwd, woonplaatsen van God op aarde, thans heeft God U in ruil een eeuwige woonstede bezorgd, waar gij met uw ruim hart, dicht bij het hart van God uw eeuwige schoonheidsdroom moogt beleven.
JOZEF STORME
Deze lijkrede werd uitgesproken door de h. Jozef Storme, voorzitter C.V.K.V. namens het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond en namens de Redactie van West-Vlaanderen, bij de begrafenis van Huib Hoste op 21 augustus 1957.