ruimten is makkelijk en zal geenszins de rust van de zitkamer storen.
De werkzaamheden van de bewoonster geschieden in de grootstad en wel langs een laan waar de autos aanhoudend achter elkaar aanschuiven; wie zal zich erover verwonderen dat zij hier gezocht heeft naar het contrast: contrast enerzijds met de ouderlijke woning te Etikhove, waar - wij hebben het meegemaakt - benden jongelui konden binnenvallen en plezier maken onder de instemmende blik van Valerius De Saedeleer, die als een goede aartsvader van uit zijn zetel toekeek; contrast anderzijds van een week-end-afzondering van de mensen. De niet doorbroken blanke buitenmuren verraden een gevoel voor een soort ascetisme; het enige groot raam van de woonkamer volstaat ruimschoots om het wiegende groen van de struiken te volgen en het wisselende geel van het duinzand.
Op enkele meters afstand van dit week-end-huisje ligt de eigen woning van architect Callebout, welke nog in aanbouw was toen wij er binnengelaten werden; zij is opgevat in een geest die sterk verwant is aan die van het huisje De Saedeleer, met dien verstande nochtans dat het hier gaat om een bestendige woning die terzelvertijd woon- en werkhuis is.
Bij de in dit artikel afgebeelde stadsgevels zien wij duidelijk de uitdrukking van een steeds groeiende behoefte aan licht en lucht in de stadswoning. ‘Zoveel mogelijk, Mr. de architect’.
Bij huize Callebout is de toestand anders: het huis is om zeggens ‘gepoot’ in een tamelijk vlak duinenlandschap dat wel met struiken beplant is; er staat echter geen enkele grote boom - die kunnen aldaar niet gedijen - die enigszins de barre wind zal breken die 's winters aldaar loeit en brult. Hebben werk- en woongedeelte een groot raam, dat telkens een prachtige en goed gekozen uitkijk levert, zij zijn, indien ons geheugen ons niet bedriegt, beschut door een grote luifel, waardoor een overdekt terras gewonnen werd.
Bij ons bezoek was het buitenste van dit gebouw nog helemaal niet te beoordelen, maar de plattegrond ervan heeft ons sterk geboeid. Hij bestaat uit twee lange, naast elkaar liggende stroken, de brede waarop een hall met vestiaire aansluit vormt aan de ene kant de woonkamer, aan de andere de teken- en studeerkamer; de smallere strook betredend komt men in de ontbijtkamer palend aan de ene zijde aan de keuken met dienstingang, aan de andere zijde aan de slaapkamer die aansluit op de kleedkamer, badkamer, kasten enz. Wij hopen die woning, maar dan afgewerkt en ingericht terug te mogen zien. Dit belooft een zeer geraffineerde woning te zullen zijn, waar het echter niet mogelijk zal zijn zich desgewenst af te zonderen, en waar wij menen, voor een wieg en een vriendenkamer geen plaats voorzien is.
De dubbele villa door A. en L. Dugardijn te Zeebrugge gebouwd, steekt aardig af tegen de menigvuldige architectuurdoodzonden die aan onze kust bedreven worden (afb. 10).
ARCHITECT HUIB HOSTE
Lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.