Keyser, Prins, Factoor, ende gemeene Kamer-Broederen, der Kamer AENSIET LIEFD' tot Vlaerdingen, Wenschen alle Rijmkonst-lievenden Lesers geluck ende zaligheyt.
ALzo 'tOctroy by de E. Heeren Magistraten deser Stede Vlaerdingen in voortyden verleent tot het oprechten van een Reden-rijcx-kamer binnen der selver Stede, jeghenwoordich over de hondert Jaren was out gheworden; ende wy ofte onse Voorzaten, gheduyrende den selven tijdt, niet meer als twee beroepinghen vande Hollantsche Kameren binnen deser Stede hebben gedaen, ende sedert de leste ons nochtans op veele ende verscheyden beroepingen van andere Rethorijcke Kameren hebben laten vinden. So ist, dat wy goet gevonden hebbende, zo tot vernieuwinge van onse voorschreven Octroy, als tot danckbaerheydt ende vergeldinghe vande weldaden, de Redenrijcke-Kameren wederomme alhier te nodigen, de kaerte hier naer volgende met consent van ons Magistraten, aen alle Vrye Redenrijcke-kameren in Hollant hebben uytgezonden. Op welcke beroepinge ons oock een goet deel, ende niet vande minste der voorschreven Kameren, ten bestemden daghe zijn verscheenen, die hare Reden-rijcke wercken van Spelen, Refereynen ende Liedekens hebben verthoont, ende dat met zodanigen uytnemende vermaeckelijckheyt van veele Menschen, dat ons goet ghedocht heeft de zelve een ijder door den druck gemeen te maken. Te meer oock om dat eenige vande verscheenen Kameren haer in't uytdelen vande prysen, niet al te wel en ghenoegen, ende dat een yegelijcken de billickheyt daer inne gepleecht soude moghen oordelen, ende de quaet-belovers ziende de hare by d'an-