Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2(1838)–Anoniem Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2– Auteursrechtvrij Vorige Volgende No. 38. Het te laat berouw van een jager. Daar zou 'er een Jager uit jagen gaan, En uit jagen zoo zou hij gaan? En hij vond 'er niet te jagen Als twee overschoone maagden, En de jongste dat was zijn lief. Goeden avond zeî hij, goeden avond alle beî, En de Jongste die moet met mij, Gaan wandelen door het groene, Langs de schoone lindeboomen, Daar de geele goude roosjes staan. Den dag die verdween en den avond kwam aan, Deze maget was moe van te gaan, Op een stoeltje liet zij haar zetten. Op een beddetje liet zij haar leggen, Want de slapenstijd kwam aan. [pagina 79] [p. 79] Ik keerde mij niet om of ik sprak hem niet aan, En zoo zijnen wij opgestaan, Wij trokken aan ons mooije kleeren Om van elkander te keeren, Om nu van elkander te gaan. Oorlof dan Jagertjes wie gij zijt, Als gij slaapt bij een jonge meid; En al zijn zij wat jong van jaren, Wilt haar magedom nog wat sparen, Dat het u daarna niet en spijt. Vorige Volgende