Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2(1838)–Anoniem Verzameling van 46 differente gezelschaps-liederen. Deel 2– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] No. 34. Afscheid van een jongman en eene jonge dochter. jongman. Adieu schoon Rozelinde! Voorwerp van mijn liefde ter; Ik beklaag u mijn beminde, Adju tot dat ik keer, Ik ga mij nu begeven, En varen door den stroom, Adju mijn troost mijn leven, Tot dat ik wederkoom. jonge dochter. Ach, ach, hoe is het mooglijk? Wat zeg je liefje zoet, Is het zoo onmedooglijk Wat gij op dezen dag doet? Is dat de belofte op heden, Die gij mij hebt gedaan; Steld gij mij zoo te vreden? Daar gij nu heen zult gaan. jongman. 't Is waar mijn liefste matroone, Ik heb u belooft mijn trouw, Wij moeten naar Lissabonne; Zoete lief omhels mijn gou; Ik heb u gewaarschuwt vader Moeder en Zuster mee: Als ik weer kom zal ik te gader Ons hart stellen in vree. [pagina 72] [p. 72] jonge dochter. U weggaan zijn mij wonden, Het baart mij meenig zugt, Al van den dood verslonden Ach, ach, wat ongenugt. Ik zal laten veel tranen, Maar gij en acht het niet, Wat droefheid zal mijn banen In veel ander verdriet. jongman. Aanziet de sterren steilen, Den Hemel toond gewis, De wind vernield ons zeilen; Mijn wegvaard zeker is, Adju mijn Roozelinde, Mijn zoeten Engel teer, 'k Beklaag u mijn beminde, Adju tot dat ik keer. jonge dochter. Mijn hart vol schrik en beven, Ach liefje wat een pijn, Gaat ge u op Zee begeven, Blijft toch nog wat bij mijn, Maar u lieftalligheden, Doet mijn geluk vergaan, Adien mijn Uitgelezen, Doet mij de dood doorstaan. Vorige Volgende