|
| |
| |
| |
Vergadering van 31 Mei 1939.
Zijn aanwezig: de heeren A.H. Cornette, Bestuurder; L. Goemans, Bestendig Secretaris;
de heeren Fr. Lateur, L. Van Puyvelde, J. Salsmans, J. Muls, F.V. Toussaint van Boelaere, J. Van Mierlo, R. Verdeyen, F. Timmermens, J. van de Wijer, Em. De Bom, L. Baekelmans, A. Van Cauwelaert, L. Monteyne, J. Eeckhout, Ern. Claes en E. Blancquaert, werkende leden;
de heeren J. Grauls, W. Van Eeghem, Fr. Baur, J. Lindemans, Fr. De Backer en F. De Pillecijn, briefwisselende leden.
Hebben zich laten verontschuldigen: de heeren A. Ver-Meylen, A. Carnoy en L. Grootaers.
***
De Bestendige Secretaris geeft lezing van het verslag der April-vergadering. Het wordt goedgekeurd.
***
Onderscheidingen. - Nationale Orden. - Bij Koninklijk Besluit respectievelijk van 18 April en 17 Mei 1939 werden Prof. A.H. Cornette, Bestuurder van de Academie, tot Commandeur der Kroonorde en Prof. E. Blancquaert tot Commandeur der Leopoldsorde benoemd.
Beiden werden door de vergadering hartelijk toegejuicht.
| |
| |
| |
Aangekochte boeken
| - | A Dictionary of the Low-Dutch Element in the English Vocabulary, Part V, bij J.F. Bense. Lit. Ph.D.; |
| - | Yesten en Li, door Bernard Kellermann; |
| - | De Taalschat van het Limburgsch Leven van Jesus, door Prof. Jac. Van Ginneken; |
| - | Histoire de la Langue Française des origines à 1900, par Ferdinand Brunot. |
| |
Aangeboden boeken
Door den hr. Ern. Claes:
| - | Die Dorfmusik; |
| - | Donkelhof und Wasinghaus. |
Door Prof. Dr. J. Van Mierlo:
| - | De Dienaar Gods. Adolf Petit. |
Door Dr. J. Lindemans:
| - | Geschiedenis van Opwijk. |
Door de Standaard-Boekhandel:
| - | Bibliotheek der Nederlandsche Letteren. Geestelijke Epiek der Middeleeuwen, door Prof. Dr. J. Van Mierlo, S.J. |
Door bijzonderen:
| - | In de Schaduw, door René Cnudde; |
| - | Keus uit de Koppelverzen van Dionysius Cato over de Zeden, in Nederlandsche Verzen vertaald, door Dr. Med. Prof. R. Schockaert. |
| |
Mededeelingen van den Bestendigen Secretaris.
1. Lidmaatschap der Academie. - Bij koninklijk Besluit van 19 Mei 1939 werd het ontslag van werkend lid en de verkiezing tot binnenlandsch eerelid der Academie
| |
| |
goedgekeurd van de heeren A.J.J. Van de Velde, Fr. Van Cauwelaert, Fr. Daels, P. Bellefroid, Cam. Huysmans, Fl. Prims en H. De Man.
De heeren Huysmans, Bellefroid, Van Cauwelaert, Daels en Vande Velde hebben de Academie dank gezegd voor hun verkiezing tot binnenlandsch eerelid.
2. Internationaal Congres van de Zee te Luik. - Het bestuur van dit Congres, dat in Juli a.s. plaats grijpt, verzoekt de Academie een officieele afvaardiging te willen aanduiden om aan de werkzaamheden van het Congres deel te nemen.
De heer J. Muls aan wien deze opdracht wordt aangeboden, neemt die aan.
3. Washington. - Universitas catholica Americae. - Deze universiteit viert op 11, 12, en 13 November a.s. de 50e verjaring van hare stichting en noodigt de Academie uit om zich op haar jubilaire plechtigheden te willen laten vertegenwoordigen.
4. Koninklijke Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten. - Twee brieven zijn ons vanwege deze Academie toegekomen: de eerste (i.d. 27 April ll..) aangaande eventueele stichting van prijzen en fondsen waaromtrent de raad onzer Academie wordt ingevraagd, de tweede (i.d. 15 Mei ll.) waarbij onze Academie om een ruildienst van publicaties wordt verzocht.
Op den eersten brief werd voorloopig geantwoord met verwijzing naar Dr. Goemans' ‘Ontwerp van regeling aangaande de prijzen van de Académie de Belgique tusschen deze en de ontworpen Vlaamsche Academische instelling in de
| |
| |
Verslagen en Mededeelingen onzer Academie (April 1937, p. 224 en vv.) verschenen.
De vergadering gaat akkoord om den ruildienst met de nieuwe Academie van 1939 af aan te vangen.
| |
Mededeelingen namens de commissies
I. - Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - Prof. Dr. Van Mierlo, secretaris, legt verslag ter tafel over de morgenvergadering door de commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Van Puyvelde, Van Mierlo, Toussaint (voorz.), Salsmans (onderv.), Baekelmans en Em. De Bom;
en de heeren hospiteerende leden: Cornette, Goemans, Baur, De Backer, Van Eeghem.
Aan de dagorde staat:
1o) Verkiezing van een secretaris ter vervanging van Kan. Prims. - Wordt verkozen E.P. Van Mierlo.
2o) Bespreking over de bevoegdheid onzer commissie.
De bespreking wordt ingeleid door den h. Goemans. Hij herinnert aan het doel, dat bij de stichting dezer commissie werd nagestreefd. Aan de bespreking nemen deel P. Van Mierlo, die meent dat onze commissie kan voortgaan ongeveer zooals ze steeds praktisch heeft gewerkt; heer Toussaint van Boelaere, die in 't bijzonder voorstelt onze commissie ruimer op te vatten door haar te noemen: commissie voor cultuur-geschiedenis: omvattende de letterkunde en ook de andere kunsten in verband met de cultuur: op voorstel van den heer Goemans zal er een algemeene commissie ingesteld worden bestaande uit het
| |
| |
bestuur der Academie, de leden van de bestuurscommissie, de voorzitter en den secretaris der commissiën, om geheel het probleem der herziening te bespreken en definitief te regelen. De mogelijkheid wordt nog in vooruitzicht genomen van een voortzetting der vroeger begonnen Biographie, of van een omwerking van het Biographisch Woordenboek van Van den Brande.
3o) P. Van Mierlo leest dan een nota als antwoord op het verzet van Dr. Beuken in Album philologicum voor Prof. Dr. Th. Baader tegen zijn betoog voor het auteurschap van Martijn van Torhout als eenig dichter van de in een Oudenaardschen codex opgenomen werken. Dr. Beuken had voornamelijk het auteurschap betwist voor den Dietschen Catoen en voor het Bouc van Zeden op grond van de veel voortreffelijker redactie in het Comburgsche hs.: wat P. Van Mierlo nooit betwist heeft, maar wat niets bewijst tegen het auteurschap van Martijn van Torhout voor de redactie dier werken in den Oudenaardschen codex; welke redactie veel primitiever is dan die van het Comburgsche handschrift.
De voorzitter stelt voor de lezing in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen, en de Commissie beaamt dit voorstel.
II. - Bestendige Commissie voor Onderwijs en Nederlandsche Lexicographie. - Wegens afwezigheid van den hr. L. Grootaers, secretaris, legt Lode Monteyne, dd. secretaris, verslag ter tafel over de morgenvergadering door de Commissie gehouden.
Waren aanwezig: de heeren Goemans, Van Puyvelde, Verdeyen (voorz.), Cornette, en Monteyne;
alsook de heeren hospiteerende leden: Van de Velde, De Bom, Blancquaert, Van Eeghem, Lindemans.
Aan de dagorde staat:
1o) De Germaansche Philologie in de Belgische universi- | |
| |
teiten. - Lezing door Prof. Dr. Fr. De Backer, briefwisselend lid.
Spreker tracht te bewijzen dat overlading van het programma der philologische faculteit leidt tot een beperking van het wetenschappelijke en technische gehalte van de Belgische Germanisten. Aandacht wordt gevergd voor allerlei bijvakken, wat nadeelig is voor de studie van het hoofdvak, dat niet kan uitgediept worden. Het universitair onderwijs vormt wel vaklui, doch geen echte geleerden met scheppende wetenschappelijke kracht. Van de germanisten wordt een veel te lange inleidende studie gevergd.
Spreker stelt diepgaande wijzigingen voor van de studies. Hij verlangt o.m. een betere voorbereiding van den toekomstigen Germanist, wiens algemeene vorming tegelijk beperkter en diepgaander zijn moet. Hij dringt er op aan, dat de Germanistische vakken grondiger zouden onderwezen worden. Ook acht hij het noodzakelijk, dat groote waarde zou worden gehecht aan het persoonlijke werk van den student. Alhoewel de spreker een grooter soepelheid in de programma's als onontbeerlijk beschouwt voor het bereiken van zijn doel, waarschuwt hij toch voor een te ver gedreven specialiseering.
Op deze lezing volgt een korte gedachtenwisseling, waaruit blijkt dat de jongste hervormingen toegebracht aan het programma van de athenea niet van aard zijn geweest om het ontwikkelingspeil der studenten te verhoogen. Verder wordt de vraag behandeld of de Universiteit voor doel heeft vaklui of geleerden te vormen. Aan deze discussie nemen deel de hh. Cornette, van de Velde, Verdeyen, Blancquaert, Goemans, de Backer.
Besloten wordt deze lezing op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen.
De hr. Verdeyen stelt voor aan den Minister den wensch over te maken dat aan de vorming van de atheneum-studenten op het gebied der moderne talen meer andacht zou worden gewijd. Ook stelt zij voor de aggregatie met één jaar uit te stellen.
De hr. De Backer wordt met de formuleering van de voorstellen belast.
| |
| |
| |
Dagorde
1. - Commissie tot herinrichten der Bestendige Commissies. - Het is noodzakelijk gebleken de programma's van de werkzaamheden der Commissies te herzien en aan te passen aan de nieuwe omstandigheden door de oprichting van de Kon. Vlaamsche Academie voor Wetenschappen, Letteren en Kunsten ontstaan.
De bespreking in de Commissie voor Geschiedenis, Bioen Bibliographie van morgen aangevangen zou het heele probleem van de Commissie dienen in oogenschouw te nemen.
Daarom wordt er beslist tijdelijk een Commissie in te stellen bestaande uit de Bestuurscommissie, de voorzitters en secretarissen der Bestendige Commissies, nl. de heeren Cornette, Carnoy, Goemans, Van Mierlo, Vermeylen, Muls, Toussaint, Verdeyen, Grootaers en Blancquaert.
2. - Lidmaatschap. - Verkiezing van werkende leden. - Geheime vergadering.
De Academie gaat in geheime vergadering over tot het verkiezen van werkende leden ter vervanging van de afgetreden werkende leden die tot binnenlandsch eerelid zijn benoemd.
Werden tot werkend lid verkozen de heeren briefwisselende leden:
W. Van Eeghem ter vervanging van den heer A.J.J. Van de Velde; J. Grauls ter vervanging van den heer Fr. Van Cauwelaert, Fr. Baur ter vervanging van den heer Fr. Daels, J. Lindemans ter vervanging van den heer P. Bellefroid, Fr. De Backer ter vervanging van den heer Cam. Huysmans; de Pillecijn ter vervanging van den heer Fl. Prims; G. Walschap ter vervanging van den heer H. De Man.
| |
| |
Overeenkomstig het besluit door de Academie in haar zitting van 8 Maart l.l. genomen, wordt het briefwisselend lidmaatschap afgeschaft en het aantal werkende leden door deze de verkiezing tot het officieel cijfer gebracht.
Lezing door den Heer J. Muls, werkend lid: Verwantschap en verschil tusschen Noord- en Zuidnederlandsche schilders van dezen tijd.
De Voorzitter wenscht spreker geluk met zijn zeer geducomenteerde en treffende lezing en stelt voor die in de Verslagen en Mededeelingen op te nemen, wat door de vergadering eenstemmig wordt beaamd.
|
|
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd