Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1939
(1939)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 173]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zuid- en Noord-Nederlandsche Bibliographie over Natuur- en Geneeskunde tot 1800
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GVoeding [1687 Gabbema] Friesche Lust-Gaarde ofte Boom-Heester-Bloem en Kruyd-Waarande, Bestaande uyt der Gewaszen Beschrijvinge die in d'Europesche en d'aangrenszende Landschappen bekent zijn. Met heure oprechte Naamen in verscheydene de gebruykkelijkste Taalen, als der selver Herkomst en Uytlegginge daar over, Beneevens heure Gestalte. Onderscheyd. Oeffening. Eygenschap en Deugden, Als ook de Verdigtzelen en Aanmerkingen die ons de Aadelouwdheyd der Digteren en Gedenkschriften van de Grijze en Nieuwe tijd heeft naagelaten. Vervaardigt en Uytgegeeven Door de Heer Simon Abbes Gabbema, Historij-Schrijver van de Lands-Heerlijkheyd van Friesland. Te Leeuwarden, By Hendrik Rintjes, MDCLXXXVII (19.2 × 15.5 cm, (42) + 660 + (58) pp, Bi A.J.J.V., Kon Bi Brussel VH 5970). Geboren te Leeuwaarden rond 1620 en aldaar rond 1700 overleden, was Simon Abbas Gabbema doctor in de rechten van de Universiteit Leiden en archivaris van Friesland. Voor de beschrijving van het boek zie: Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. 1935 pp. 1906-1102. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geneeskunde. [1598 Gabelhover]. Medecyn-Boeck Daer inne, Wt bevel des Doorluchtighen Hooch-gheborenen Vorsten, ende Heeren, Heeren Lodewijck, Hertoghe tot Wirtenberghe, ende tot Teck, Grave tot Mompelgart, etc. Privilegie uit 's Gravenhaag op 11 April 1597. Voorreden van den drukker tot den lezer en van Gabelhover tot den lezer. Het boek bedraagt 5 deelen: 1o ziekten en gebreken van hoofd tot voeten, aldus van de bijzonderste lichaamsdeelen, 2o ziekten en gebreken van vrouwen en kinderen, 3o koortsen en besmettelijke ziekten, 4o heelkundige behandeling van wonden, 5o geneesmiddelen. Op het einde een register voor ieder der 5 deelen. Oswald Gabelhover, of Gabelchover werd geboren te Tubingen in 1538 en overleed op 31 December 1616; gedurende 37 jaren, arts van het hof van Wurtenberg, begon hij een geschiedenis van Wurtemberg waarvan het hs in de bibliotheek te Stuttgart berust. Hij schreef ook. Nuetzlich Arzneybuch fuer alle des menschlichen Leibes Anliegen und Gebrechen, Tübingen 1589 in 4. Dierkunde. 1760 Gallandat D.H. Korte verhandeling over de vena medinensis of vleeschworm. Vlissingen 1760 in 8 (Bi Un Amst.) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lector, Stads Operateur en Vroedmeester te Vlissingen in Zeeland. Te Middelburg. En men vind-se te koop t'Antwerpen by J.J.G. De Marcour, Boek-verkooper op de Oude Koren-merkt. M.DCC.LXVIII. (16.7 × 10.6 cm., 108 + (7) pp, Bi Un Gent Me 2660, Bi Un Amst.) Overzicht in 499 paragrafen onder 24 hoofdstukken verzameld. Van dat werk een uitgave in 1764 in 8 te Middelburg in 1772 in 8 ook te Middelberg (Bi Un Amst.). Verloskunde. 1769 Gallandat D.H. Noodige onderrichtingen voor de slaafhandelaren. Middelburg 1769 in 8 (Bi Un Amst.) Raadgevingen betreffende het vermijden van besmettingen, de voeding, en het gebruik van gezond drinkwater. Verloskunde. 1771 Gallandat D.H. Redenvoering over de vroedkunde. Middelburg 1771 in 8 (Bi Un Amst.) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 176]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door D.H. Gallandat, Med. Doct. Lect. Anat. & te Vlissingen (In Verhand. Maatsch. Wet. Haarlem 1780 XIX2 pp 203-226, Bi Un Gent Hi 2045). Gebruik van een proefvocht, genoemd liquor vini probatorius, bereid uit operment, kalk en water, waarin dus sulfide aanwezig is. Loodverbindingen geven aanleiding tot een zwarte kleur. Geneeskunde [1754 Gaubius] Bericht der Geneezinge van een Meisken met een zeker soort van beroerdheid bezet, dewelke door hulp van de Electriciteit hersteld is; door den Heer Allamand, Professor te Leyden, in brieven medegedeeld aan het Genootschap: waar agter volgen eenige stukken behoorende tot de Historie der Geneezingen voor de Electriciteit, aan de Maatschappye toegezonden, door den Heer J.D. Gaubius, Professor te Leiden. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1754 I pp 485-497, Bi Un Gent Hi 2045) Gunstige resultaten, vooral wanneer de noodige maatregelen, namelijk ten opzichte van een matige voeding, worden gevolgd. Geneeskunde. 1755 Gaubius H.D. Geneeskundige zielsbestieringe, vertaald door W. Servaas, Leyden 1775 in 8. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 177]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hieronymus-David Gaub of Gaubius, Heidelberg 24 feb 1705 † Leiden 29 nov 1780. Hij studeerde te Harderwijk, Leiden, Parijs en Straatsburg, en werd stadsarts te Deventer, en dan hoogleeraar te Leiden in de chemie en in de geneeskunde. Hij was niet zeer geestdriftig over de toepassing van de inenting.
Gaubius H.D. Zie 1741 de Farvacques, J. Swammerdam. Heelkunde. 1705 Gaukes Yvo. Genees- en heelkonstige redenvoering van de scheurbot. Utrecht 1705 in 8. (Bi Un Amst.) De brief wordt door den vertaler David van Hoogstraten opgedragen aan den geneeskundige Herman Lufnen, en naar het oorspronkelijk gedagteekend uit Hamburg 5 van wintermaand 1683. Het stukje eindigt met een lang Nederlandsch gedicht van D. van Hoogstraten getiteld: Schetze der Geneeskonst Aen den Heere Joan Mosch Arts. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geneeskunde. 1690 a Gehema Jan. Abrah. Grouwelijke medicijnse moortmiddelen van aderlaten, koppen, enz. Uyt het Hoogd. vert. 's Gravenhage 1690 in 8 (Bi Un Amsterdam). Jan Abraham van Gehema, ca 1662 † 1700, van Poolschen oorsprong, studeerde de geneeskunde bij C. Bontekoe. Zijn brief van 1683 verscheen eerst in het Latijn: De morbo vulgo dicta Plica Polonica litterulae, Hamburg en den Haag 1683, 1692 in 12, Frankfurt 1690 in 12. Zijn verhandeling Diatriba de febribus, den Haag 1683 in 8 is werkelijk de Latijnsche vertaling van het Nederlandsch van Bontekoe. Anatomie. 1652 Gelée Theoph. 't Pit der anotomia ofte ontledinge. Uit het Fransch vertaald door Arn. Van Wymis. Amsterdam Jak. Benjamin 1652 in 12. (Bi Un Amst.) Dat merkwaardig boekje, met een alphabetisch register, behelst 7 ‘Tracktaten’ · de anatomie van de uitwendige en inwendige leden van het menschelijk lichaam, de heelkundige bewerkingen, de geneesmiddelen, de behandeling van zware ziekten, de ‘Coude n heete branden’, de lepra, een reeks van drie woordenlijsten, vocabularius anathomiae, vocabularius infirmitatum, vocabularius herbarium. Dat werk verdient een bijzondere studie, ook op gebied der technische woorden. Verscheidene eigenaardige platen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meester Hans van Gersdorp moet hier Johan von Gersdorf zijn, geboren in Silezië die de heelkunde te Straatsburg uitoefende in de 16e eeuw. Hij deed anatomische onderzoekingen op de lijken die hij aan de galgen vond en vervaardigde werktuigen om kogels en andere voorwerpen uit het lichaam te halen. Hij schreef Feldbuch der Wundarznei, Strassburg 1517 in fo, Frankfurt 1551 in 8: dat werk bevat veel materiaal uit de boeken van Guido Cauliacus en van Albucasis. Heelkunde [1767 van Gesscher] Proeve over de voornaamste lang. duurige gezwellen, Door David van Gesscher, Chirurgyn te Amsterdam. Te Amsterdam, By Jan Morterre, MDCCLXVII (19.8 × 12.1 cm, XVI + (8) + 277 pp, Bi Un Gent me 2574) Van dit werk verscheen een 2e druk, Amsterdam 1785 in 8 (Bi Un Amsterdam). Opdracht aan Petrus Camper, hoogleeraar te Groningen, geteekend uit Amsterdam 9 Juni 1767. Bestudeert in 8 hoofdstukken de kliergezwellen, de beursgezwellen, het vetgezwel, de vleeschgezwellen, de waterhoudende gezwellen, de gezwellen der bloedvaten, eindelijk de ‘twyffelagtige gezwellen zooals keelgezwel, koude verzweeringen en lymphvaten gezwellen.’ Een uitvoerig alphabetisch bladwijzer. Heelkunde [1771 van Gesscher]. Verhandeling over de bestaanbaarheid en noodzaaklykheid der Afzetting in verscheiden Heelkundige gebreken door David van Gesscher. Heelmeester te Amsterdam; Lid van de Hollandsche, en Zeeuwsche Maatschappyen der Weetenschappen. Te Amsterdam, By Fredrik de Kruyff, Boekverkooper op de Zeedyk, 1771. (22.1 × 14 cm, (8) + 162 pp, Bi Un Gent me 3181) Beschrijving van talrijke gevallen. Geneeskunde [1771 van Gesscher] Het maaksel en gebruik van een verwydend kaarsje, ter behandeling van verscheiden ziekten van de blaas, en den pis-weg, door David Van Gesscher. (In Verhandel. Zeeuwsch Gen. 1771 II pp 303-328, Bi Un Gent Hi 1902) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gesscher (In Verhandel. Zeeuwsch Gen. 1771 II pp 644-645, Bi Un Gent Hi 1902) Opdracht aan J. Vander Haar, heelmeester der stad en van het ziekenhuis van 's Hertogenbosch, voorrede, inhoud. Bespreking van de methoden der steensnijding, van de ziekten der oogleden, van de knoest- en kreeftgezwellen in de 13 brieven behandeld, van de ontwrichtingen en breuken, van het gebruik van de veerkrachtige hars van Cayenne (door de Indianen caotchouc genoemd) in de heelkunde. Heelkunde [1778 van Gesscher]. Antwoord op de vraag: Kan de hegting der bloedvaten, na het afzetten van een voornaam deel, ooit veilig worden nagelaaten? Door D. van Gesscher, Heelmeester van het St. Pieters Gasthuis te Amsterdam, Lid van de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem, van het Zeeuwsche Genootschap der Weetenschappen te Vlissingen, en van het Konstgenootschap, onder de Zinspreuk, Besteed den tyd, & & & te Utrecht. (In Verhandelingen Geneesk. Gen. Amsterdam 1778, III pp 191-273, Bi Un Gent me 366a. Ook Bi Un Gent me 46271) Betreft een amaurosis, een ontaarding van het beengestel, een beenbederf van het borstbeen. Heelkunde [1781 van Gesscher] Beschryving van eene zeer aanmer- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kelyke hoofdwonde, door David van Gesscher, Heelmeester van het St. Pieters Gasthuis, te Amsterdam. (In Verhand. Bat. Gen. Rotterdam 1781 V pp 206-215) Die gevallen zijn: hoofdwonde, ontwrichting van het dijbeen, bekorsting van de scheen en kuitbeenderen, kneuzingen en beenbreuken, zakbreuk, toesluiting van den pisweg. Heelkunde. 1770 van Gesscher Dav. Heelkunde van Hippocrates. Amsterdam 1790 in 8 (Bi Un Amst.) De oorzaken zijn: de bogchel, het scheeve lichaam, de inbuiging der ruggegraat, de scheeve hals en de vooroverkromming door ouderdom. Studie van verscheidene gevallen na behandeling met werktuigen. Heelkunde. 1794 van Gesscher Dav. Beginselen der algemeene oefenende heelkunde. Amsterdam 1794 in 8 (Bi Un Amsterdam). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Na een historische overzicht, beschrijving van verscheidene gevallen. Geneeskunde. 1782 van Geuns M. Waarneeming van eene binnen den buik verstropte darmbreuk, met waterbreuke vergezeld. Haarlem 1782 in 8. Matthias van Geuns (Groningen 1735 † Utrecht 1817) werd doctor in de medicijnen te Leiden in 1761 en vestigde zich als arts te Groningen. In 1776 werd hij hoogleeraar te Harderwijk en in 1791 te Utrecht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zijn zoon Stephanus Johannes (Groningen 1767 † Utrecht 1795) werd in 1790 doctor in de medicijnen te Harderwijk, en in 1791, als medewerker van zijn vader, hoogleeraar te Utrecht, voor de geneeskunde, de plantenkunde en de physiologie. Plantenkunde. 1789 van Geuns Matth. Stev. Joa. Verhandeling over de inlandsche plantgewassen, omtrent welker nuttige eigenschappen men met grond verwachten kan, dat, ten nutte van het Vaderland, verdere nasporingen kunnen gedaan worden. Haarlem 1789 in 8 (Bi Un Amst.) Studie van talrijke nuttige planten. Water. 1791 van Geuns Mz. S.J. Verslag van eenige proefnemingen met houtskolen ter zuivering van bedorven water. Alg. Konst- en Letterbode 1791 II p 9 a. Het jaar van de uitgave kan 1559 zijn, als de dagteekening van de Octroye in acht wordt genomen: ‘Ghedaen te Bruessel den twintichstē dach van Decembre int Jaer ons Heeren duysent vijf hondert achtenvijftich.’ Het boekje wordt opgedragen aan Joris van Egmont, bischcop van Utrecht. Zeven hoofdstukken en conclusie op 27 fos, tafel, octroye en twee prenten, de eene | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verbeeldende den dood, de andere twee hasewinden die den Gordiaanschen knoop doorsnijden. Dat werkje verdient een bijzondere studie, in verband met de uitgave van 1597 en de verhandeling van Godevaerts in 1571, vooral als men denkt dat Gherinus een reukstoffenverkooper is, zooals hij zich zelf aromatarius noemt. Pest. [1597 Gherinus]. Excellent Tractaet Om te verhoeden, preserveren, cureren ende (met Godts hulpe) te genesen de haestighe sieckte oft Peste. Eertijts ghemaeckt, by D. Jacobum Gherinum Licentiaet inder Medecijnen ende Chirurgijnen: residerende binnen der stadt van Antwerpen, by hem beproeft ende bevonden warachtich te wesen, Anno 1555. In den grouwelijcken omgane der selver sieckte soo binnen Gorcum, Worcum, Utrecht, als in meer andere steden. Eertijts Gedruckt met gratie ende Privilegie by Henrick vander Loë. Men vintse nu te coope op de Cattelijne veste inden Arent int hoeffyser, by Peeter van Tongheren. Anno 1597 (15 × 9.2 cm, 153 + (6) pp, Kon Bi Brussel III 17319 A, Bi Un Amsterdam). Het exemplaar van de Kon Bi werd in 1877 uit de Bibliotheek van Dr Broeckx verkocht, en draagt de volgende geschreven regels: ‘Le present exemplaire paraît être le seul qui subsiste encore. Jacques Gherin était né à Anvers au XVIe siècle. Son seul ouvrage connu est le présent Traité sur les moyens préservatifs et curatifs de la peste qui ravagea Gorcum, Worcum et Utrecht en 1586.’ Het privilegie, in het Fransch opgesteld, is gedagteekend uit Brussel ‘Lan mil cincq cens septante & ung’, en laat ‘maistre Jacques Gheerin’ toe te laten drukken ‘tant en franchoys que flameng’. Een ‘prologhe’ is geteekend ‘Jacob Gheeris’. Na een voorrede komt het overzicht verdeeld in 22 hoofdstukken om te eindigen met een inhoudstafel. Er valt op te merken dat de schrijver zich Gheeris noemt, en niet Gherin of Gheerin. De datum op het titelblad is niet duidelijk, wat het 4e cijfer betreft; wel kan het 1591 (trouwens overeenstemmende met het privilegie) en niet 1597. Broeckx in zijn Essai sur l'histoire de la medecine belge (p. 281) geeft 1597 als jaartal. Andere uitgaven worden genoemd, doch niet met zekerheid door Gheeris geschreven: Een excellent boecxken vander pesten, Hantw. Jan van Ghelen 1559 in 8; Een seer excellent tractaetken teghen dese contagieuse sieckte der pestilentien, Antw. vander Loe 1571 in 8. De uitgave van 1559 blijkt toch wel tot Gherinus te behooren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 185]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inenting. 1771 van Ghert A. en Cremers F.H. Het verschil tusschen van Ghert en Cremers, naamentlyk of den jongen Heer Cassa na de inenting der pokken die andermaal door de natuurlijke weg heeft bekoomen? Briefsgewijs ondersocht en beslist. Breda 1771 in 8 (Bi Un Amst.) Beschrijving van 5 gevallen. Geslachtsziekten. [1796 Girtanner]. Verhandeling over de Venerische ziekte, door Christoph Girtanner, Doctor in de genees- en heelkunde, lid van de Koninglyke Maatschappye der wetenschappen te Göttingen. Uit het Hoogduitsch. Te Leyden, by A. en J. Honkoop, MDCCXCVI (20.3 × 12.4 cm, XX + 432 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2088). Voorrede van den vertaler die zich niet noemt, Opdracht aan Willem Cullen, hoogleeraar te Edinburg, voorrede van C. Girtanner uit Pyrmont op 12 juli 1788. Het werk wordt verdeeld in 4 boeken: I geschiedenis, oorsprong, gissingen, besmetting, II plaatselijke toevallen, III voorbehoeding, IV algemeene studie, V de ziekte bij de kinderen. Onder venerische ziekte bespreekt Schr. den druiper evenals de Syphilis. Op het einde een alphabetisch register. Paediatrie [1797 Girtanner] Verhandeling over de Ziekten der Kinderen, en derselver Natuurkundige opvoeding, Door Christoph Girtanner, Doctor in de Genees- en Heelkunde, Lid van de Koninglyke Maatschappye der wetenschappen te Göttingen. Uit het Hoogduitsch. Te Leyden, bij A. en J. Honkoop, MDCCXCVII. (22.7 × 13.6 cm, XXII + 556 pp, (Bi Un Gent me 2747, Bi Un Amsterdam) Opgedragen aan Johann Heinrich Fischer, lijfarts van den vorst van Nassau-Weilburg, begint het boek met een voorrede van Schr. uit Göttingen 2 april 1794. De vertaler noemt zich niet. Behandeling der kinderen van het geboorte af en nauwkeurige beschrijving van al de ziekten die de kinderen kunnen aantasten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 186]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Christoffel Girtanner, geboren te St Gall in Zwitserland in 1760, overleed op 17 mei 1800 te Göttingen, studeerde de geneeskunde te Göttingen, in Frankrijk en in Engeland en werd raadgever van den prins van Saxen-Coburg. Van hevig karakter bestreed hij de Fransche omwenteling. Van hem: Abhandlung ueber die venerische Krankheit, Göttingen 1788 in 8; Neue Nomenclatur für die Deutsche Sprache, Göttingen 1791 in 8; Anfangsgründe der antiphlogistischen Chemie, Göttingen 1795 in 8; Abhandlungen über die Krankheiten der Kinder und ueber die physische Erziehung derselben, Göttingen 1794 in 8. Natuurkunde. 1485 de Glanvilla Bartholomaeus. Dat boeck van den proprieteyten der dinghen, Haerlem Bellaert 1485 in fo. Van Goch M. Zie 1728 Croissant. Pest. [1571 Godevaerts]. Een boecxken van die furieuse en quade contagieuse sieckte der Pestilentie, in twee deelen oft tractaten ghedeylt, ghecopuleert en̄ gemaect doer Jacobum Godefridi Hakendouer vā Loeven gheboren, Chyrurgijn ghegageert der vermeerder Coopstadt vā Antwerpen, en̄ nu vā nieus gheaugmenteert en̄ ghecorrigeert van den voorschreven Aucteur, met approbatie vā diversche Aucteurs, als Hipocrates, Galenus, Avicenna, Rasis, Cornelius Celsus, en̄ meer andere. Anno 1571. Het eerste deel van die Cure preservative allen Menschen seer profijtelijck. Het tweede van die Cure curative allen Barbiers, Chyrurgijns, ende experte Hantwerckers in Chyrurgia, profijtelijck waer af te inhoudt staet op dander sijde. De opdracht aan de stadsoverheid van Antwerpen is geteekend door Jacob Godevaerts van Hakendover. In het 1e deel, met 9 hoofdstukken, wordt aangeraden door purgeeren, reinigen, onthouding, rust de gezondheid normaal te behouden, en Gods hulp in te roepen. In het 2e deel wordt de ziekte in bizonderheden beschreven in 6 hoofdstukken. De toelating tot drukken is gedagteekend 13 sept. 1570. Het boekje is medegebonden met een verhandeling van Jacob Gheerinus, Een Excellent Boecxken vander Pesten, Thantwerpen, by my Jan vā Gehlen 1558. (zie 1558 Gherinus). Pest. 1636 van Godewijck, P. Remedie voor de pest. In rijm. Dordrecht, H. van Esch 1636 in 4; 1654 in 4. (Bi Un Amsterdam). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 187]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opdracht aan de Raden van Zeeland, byvoeghsel bevattende een reeks Latijnsche verzen uit Vida, voorrede aan den lezer en een uittreksel uit een voorrede van Aldrovandus in zijn boek over de dieren. In 79 paragraphen beschrijft Goedaerdt de insecten volgens zijn ondervinding. In een bijvoegsel van Joannis de Mey wordt de Ephemera bestudeerd. Ieder onderzochte soort wordt met oorspronkelijke teekeningen duidelijk gemaakt. Mijn exemplaar bevat een titelblad met den tekst: ‘Histoire Naturelle des Insectes Selon leurs Différentes Metamorphoses Observees Par Jean Goedaert. Première Partie. A Amsterdam 1700.’ De Catalogus van de Bi Van Hulthem (no 7075) vermeldt dit werk met de dagteekening 1669. Na dit 1e deel komt een 2e deel Metamorphosis..... Het tweede deel door Johannem Goedaert. ((18) + 288 + (16) pp) Opdracht aan de Raeden van Zeeland; 51 beschrijving van 51 soorten met teekeningen. Alphabetisch register voor de 2 eerste deelen. Metamorphosis.... Het derde en laetste Deel. ((16) - 236 pp). Een derde opdracht aan de Raden van Zeeland. Ditmaal geteekend door Clara de Bock, weduwe van Joannes Goedaert; voorrede van den uitgever J. Fierens gedagteekend 1 Januari 1669; daarom kan die datum voor de uitgave worden aangenomen. Maar vermits de uitgever in het bericht van 1 Januari 1669 in het 3e stuk den dood van Goedaert vermeldt, moeten stellig de twee eerste stukken vóór 1669 verschenen zijn. Na de voorrede leest men de volgende verzenstukken van J. le Gouche. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 188]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op het derde Deel van de Natuyrelijcke Metamorphosis van Sr Joannes Goedaert.
Wie sal Natuurs geheym door 't duffe Breyn navorssen,
Nu 't Beeldt van Godes Geest in ons soo dick met schorssen
In 't Erflijck-sonden-pack omschorst leyt? Wie doch? wien
Sal d'alderminste saeck in 't binnenste doorsien?
Niet een Eylaes! niet een! hoewel seer swacke Spieren,
Om d'eyndeloose nest van 't heele Al t'omswieren
In ons maer over zijn, verdient het echter Lof
Als men door willen pooght. De Dierkens die in 't stof
Geduurigh vroetelen, die doen ons 't hooft schier breken,
Als men door schranderheyt na haren aert gaat steken.
Goedaert, die aerdigh was, die sochte na den aert
Van al en yder, hoe, en op wat wijs gebaert
Sy werden, hoe 't haer ginck, wat wisselingh van saken
Haer in haer levens tijdt gestadigh quam genaken.
Dus vint hys' eerst in 't Ey, dan schout hys' als een Worm
Eerst kleen allengskens groot tot haar volwasse Form;
Verscheyden van Coleur. Wat voedtsel datse eten,
Waer haer onthoudingh is dat heeft by me geweten,
Door eygen ondersoeck. Dan vint hys' als een kint,
t'Welck in sijn teere Jeught met swachtelen omwint
Gespelt is in de Luur, of wel als een Mummie
Gebalsemt na de Doodt met ed'le Specerie:
Soo leggen sy als doodt. Dan rijsende eens weer,
Gelijck als uyt de doodt, versien van vlerck, en veer:
Daer vliegt dan 't geen eerst kroop op brave vlugge wiecken.
Komt Christen mensche, komt, leert hier wat Christ'lijcks riecken.
Hier 's Balsem voor de Ziel soo ghy hier wel op let.
De Weereldt is uw Ey, daer ghy zijt ingeset
Als ghy ter Weereldt quaemt, hier sult ghy oock nu moeten
Uyt gaen, om als een Worm uw Meester te ontmoeten;
Soo was hy op der Aerdt, veracht, gelijck een Worm.
Wat moest dat cierlijck Hooft niet uytstaen menig storm,
Van 't Pharisees gebroet, en hare Onderstaten?
O Jesu als 't ons druckt wilt ons dan niet verlaten!
Siet ghy dees Dierkens aen, gelijck als een Mummy,
Als Doodt, soo weet ó Mensch! ó Christen Ziel! dat ghy
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oock eens in 't nare Graf met uwe Romp sult rotten,
En dat ge oock op 't laetst op Godts Basuyn sult vlotten,
Om weder op te staen. Dan vlieght ge wel tot Godt.
O Heer! ó Heer! wanneer vergunt ghy ons dit Lot!
J. le Gouche
Een ander op den Autheur.
Godt haelt de Goede thuys op sijn bestemden tijt;
Daer rusten sy van moeyt' en van de bitse Nijt.
Geluckigh die soo rust! Goedaert, die na de aerden
Der Dierkens stadigh socht, die leeft noch op der Aerden;
Hoewel de aerd' hem deckt. God riep hem al te vroegh.
Sijn braef begonnen Werck onrijpe Vrucht maer droegh,
Als hy op sijn bevel ten Hemel moest verhuysen,
Hier latende sijn Romp in d'onderaertsche kluysen:
Dus wordt het door de Mey in Winter-tijdt voltoyt.
Nu leeft hy door den druck, en sterft wel licht'lijk noyt.
Was niet sijn Aerd te Goed om t'eenemael te sterven?
Soo moet nu Goedaerts Aerdt een goeden Naem be-erven,
Die in gedachten blijft. Moest al dat Goet was wegh?
Wat bleef daer op der aerd? als 't enckel duyvelsch', segh?
Door den selven
Op den Uytgever van dit Werck, D. Joannes de Mey.
Wat wonder dat de Mey lust heeft, om dese werken
Te brengen aen den dagh? is 't niet omdat wy merken
Dat ons de Mey-maendt vrucht,
Gaet schak'len dees genucht?
Om dat dees Dierkens dan vaek eerst te voorschijn komen,
Op Kruyden van het Velt, of cierelijcke Boomen,
In schoonen Hof geplant,
Of by de Water kant?
Door den selven.
In zijn voorrede aan den lezer zegt de uitgever J. Fierens dat dit derde stuk verschijnen kan, dank aan de medewerking van Dr. Joannem de Mey, die trouwens aan het eerste deel verklaringen en byvoegsels heeft geschonken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nu komen beschrijvingen, genummerd A tot Y, aldus 24 (I en J voor een letter genomen). Daarna aanmerkingen over verscheidene insecten en nauwverwante dieren en als bijvoegsel een Appendix de natura Cometarum (pp 201-236). Wat een verhandeling over de Cometen hier komt doen blijft een raadsel. In een Latijnsche uitgave komt het bijvoegsel over de Cometen niet. Metamorphoseos et Historiae naturalis Insectorum Pars tertia & ultima, Autore Joanne Goedartio, Aucta observationibus Et appendice D. Joannis de Mey, Ecclesiastae Medioburgensis & Med. Doct. Medioburgi, Apud Jacobum Fierensium, Bibliopolam, inde Gist-strate. (15 × 9 cm, (16) + 159 pp, Bi A.J.J.V.) In deze Latijnsche uitgave is geen datum te vinden.
Jan Goedaerdt, Hollandsche natuuronderzoeker en schilder geboren in 1620 en overleden in 1668. Volgens Hoefer verscheen de Nederlandsche uitgave te Middelburg, zonder datum; de opdracht draagt echter het jaartal 1662 in de Latijnsche taal: Metamorphosis et Historia naturalis Insectorum, cum commentario Jo. de Mey, Middelburg 1662-1667. Een Fransche vertaling verscheen te Amsterdam in 1700, 3 vol in 12, een Engelsch door Lister te York in 1682 in 4. Een Latijnsche uitgave verscheen ook te London 1685 in 8. Bouwkunde [1681 Goeree] d'Algemeene Bouwkunde, Volgens d'Antyke en hedendaagse manier, Door een beknopte Inleiding afgeschetst, en van veel onvoegsame bewindselen en verbasteringen Ontswagteld en Verbeterd; Door W. Goeree. t'Amsterdam, By Wilhelmus Goeree, op 't Rokin in Cicero 1681 (18.6 × 11.3 cm, (14) + 213 pp, Bi A.J.J.V.) Een titelprent verbeeldende de technische kunsten, opdracht aan Johannes Hudde burgemeester en Nicolaes Witsen oudschepen van Amsterdam, voorrede tot den lezer. Het werk bedraagt de geschiedenis der bouwkunde, de werkzaamheid van bouwkundige schrijvers, een overzicht der bouworden, een inleiding tot de uitwerking der vijf bouworden, de algemeen huisbouw, het versieren en het verlichten der gebouwen, de hofstede der landbouwers, het dammen en het sluyzen. Op het einde een uitvoerig alphabetische bladwijzer. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 191]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technologie. 1682 Goeree W. Natuurlyk en Schilderkonstig ontwerp der menschkunde. Amsterdam Wilh. Goeree 1682 in 8. (Bi Un Amsterdam). Het boek wordt opgedragen aan Konstantyn Huygens; na de opdracht komt de voorrede aan den lezer. Met verscheidene teekeningen bespreekt Schr. de beeldende eigenschap van het menschenlichaam, het maaksel der ledematen, de werking van karakter, aandoeningen, bewegingen, bezigheden van het lichaam, naakt en gekleed. Daarna een anatomisch overzicht, vooral van beenderen en spieren, en ten slotte een alphabetisch register.
Hugo-Willem Goeree, geneeskundige en godgeleerde, overleed te Middelburg rond 1643 waar hij de geneeskunde uitoefende. Zijn zoon Willem Goeree (Middelburg 11 Dec 1635 † Amsterdam 3 mei 1711) werd boekhandelaar en bestudeerde de bouw-, de schilder, de graveerkunst, ook de plant- en de geneeskunde. De zoon van Willem, Jan, geboren te Middelburg 2 oct. 1670, overleden te Amsterdam 4 Jan 1731, beoeffende de teeken- en de letterkunde. Geneeskunde. 1573 Goethals Gilissen. Der siecken schat, Brugghe 1573 in 12. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 192]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
By De Erven Joh. Ratelband en Compagnie. (21 × 16.3 cm., (16) + 120 pp, Kon Bi Brussel VH 6548). De dagteekening wordt gegeven door de opdracht van de uitgevers aan Abraham des Amorie, uit Haarlem 2 maart 1734. Uit de voorrede kunnen wij berekenen dat de Schrijver in 1729 overleed. Het overzicht over het snoeien bedraagt 36 hoofdstukjes. Heelkunde [1800 Goffin] Heelkundige waarneming Wegens eene zwaare geschote wonde diep in de zelfstandigheid der herssenen ingedrongen, welke hoewel langen tyd zonder eenige toevallen genezen zynde, egter op het onvoorzints den Lyder stierf. Door J.F. Goffin Heelmeester der Burgerwees- Vondeling- en Zinneloos-huis dezer Stad. Residerend Lid van dit Genootschap. (In Verhandel. Genootsch. Geneesk. Antw. 1800 III pp 214-216, Bi Un Gent me 556) Opdracht aan de beheerders van de Indische Compagnie, geteekend uit Amsterdam op 28 februari 1670; voorrede en daarna een verklaring in de Fransche taal ‘Commission pour | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 193]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
le Sieur Vreeswyck’ waardoor hij vergunning krijgt om in Canada ertsenmijnen uit te baten; die verklaring is geteekend uit Parijs 18 december 1865. De studie der ertsenaders bedraagt 15 punten en eischt een reeks werktuigen waarvan de lijst wordt opgemaakt. Spr. beschrijft de ovens om te ertsen te smelten en te roosten en bijzondere proeven, zooals met sterk water (salpeterzuur). De uitlegging van de tafel van Hermes verdient een bijzondere studie. Medegebonden als 3e stuk met ‘De Groene Leeuw’ 1674. Chemie. 1671 Goossen van Vreeswyk. De gouden leeuw of den asijn der wijsen. Amsterdam, Pieter Arentsz 1671 in 8. Opdracht aan Martels, Heere van Danckeren; voorrede waarin Schr. zegt dat hij heeft ‘geleert de Anima uit alle Metalen en Mineralen te trekken, als mede uit eenige Souten, die dienstig zyn in de Medicynen als ook in den Metalischen arbeid, en Alchymie’; die voorrede eindigt met de woorden: ‘Geschreven in myn Laboratorium tot Amsterdam, desen 6 May, 1672’. Met behulp van figuren en medewerking van gedichten wordt het verkrijgen van metalen en van vluchtige geesten uiteengezet. Op het einde een hoofdstuk getiteld ‘Schat der Schatten Voor d'Alchymisten; Door Philips Theophrastus, Bombast, Paracelsus den Grooten’ (pp. 169-184), een sluitrede en een alphabetische bladwijzer. Medegebonden als 2e stuk, met ‘De Groene Leeuw’ 1674. Chemie. [1674 Goossen] De Groene Leeuw, Of het Licht der Philosophen; Vertoonende alle Koninklijke Handelingen in het openen en ontsluiten der Metalen, Mineralen, Vegetabilische en Animalische saken, het onderkennen van hare Natuur en Souten, seer dienstig tot vele heerlijke Medicynen, tot verscheide Schoone Verwen en Tincturen, en meer andere nutte voortreffelijke werken der Konst, uit eigen ondervinding gunstig voor- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gestelt, Door Goossen van Vreeswyk, Berg-meester. Met vele noodige Kopere Platen verciert. t'Amsterdam gedrukt voor den Autheur, zijn mede te bekomen by Johannes Janssonius van Waesberge. 1674 (14.9 × 8.7 cm, (16) + 246 + (10) pp, Bi A.J.J.V.) Medegebonden met De Roode Leeuw 1672 en Het Kabinet der Mineralen 1670. Opdracht aan Hans Albrecht van Treileren; voorrede aan den lezer en daarna een Fransch gedicht ‘A l'honneur de l'Autheur de ce Traicté’ van B. Pielat Medec. Doctor. Alchemischtische verhandeling waarin tweespraken voorkomen, namelijk tusschen de Alchymisten en den Ouden Man, en tusschen het ‘Sout’ en het ‘Antimonium’, soms ook in verzen. Het werk sluit met een alphabetisch bladwijzer en de uitlegging der alchemistische teekenen. Chemie. 1684 Goossen van Vreeswyk. Silvere rivier ofte Koningsfontein. 's Hage P. Haagen 1684. Goris G. Zie 1707 Bourgeoise. Heelkunde. 1731 de Gorter. De gezuiverde heelkonst, ter onderwijzende van den leerende en konstoeffenenden heelmeester, Leiden 1731 in 8, en 1735 (Bi Un Amsterdam). Met de volgende Latijnsche vertalingen: Leiden 1742 in 4, Florence 1745 in 4, Padua 1750 in 8, Weenen 1762 in 8. De Bi Un Amsterdam bezit de volgende Nederlandsche uitgaven: Amsterdam 1746 in 8, Amsterdam 1751 in 8, Amsterdam 1761 in 8, Amsterdam 1790 in 8. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tijd van den dag waarop de bloemen open gaan en zich sluiten. Plantenkunde [1774 de Gorter] Kruidkundige verhandeling over Jerem XVII vs 6. Door David de Gorter, Jz. (In Verhand. Maatsch. Wet. Haarlem 1774 XV pp 126-146, Bi Un Gent Hi 2045). Betreft Tamarix. Plantenkunde [1782 de Gorter] Leer der plantkunde, Door D. de Gorter, Meester der Vrye Konsten, Doctor in de Wysbegeerte en Geneeskunde, Oud Professor in de Genees- en Kruidkunde te Harderwyk, en Lyfartz van Haare Ruskeizerlyke Majesteit, Lid van de Keizerlyke Akademie der Natuur-onderzoekeren, van de Keizerlyke Akademie der Weetenschappen te St Petersburgh, van de Koninglyke Akademie der Weetenschappen te Stockholm, van de Koninglyke Maatschappy der Weetenschappen te London, van die te Haarlem, Rotterdam en Vlissingen, als mede van die ter bevordering van den Landbouw te Amsterdam, Eerste deel. Te Amsterdam, By Jan Willem Smit. MDCCLXXXII (21 × 12.2 cm, (10) + 362 pp, Kon Bi Brussel VH 6140) Titelprent verbeeldende een plantentuin, waaronder 4 verzen: O Jongeling! beschouw waar u Linnaeus leidt,
En leer hier 't onderscheid der Boomen, Kruiden, Bloemen.
Doch denk, wie ons die schonk: 't is Gods voorzienigheid;
Wiens schikking nooit genoeg door 't Schepsel is te roemen.
M.E. de Gorter. Gebr. Schultz.
Het boek wordt opgedragen aan de overheid van Zutphen, door D. de Gorter, uit Zutphen 14 oct 1782. Baronnesse van Rouwenoort, en de dame Welmers-van Damm schreven voor het werk de volgende gedichten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de leer der Plantkunde,
Met veel moeite op verzoek van veele Vrienden in de Nederduitsche Taal beschreeven, Door mynen waarden Vriend, David de Gorter. Gy, Flora's Vriend! toont met verstand
Het Kunstig Samenstel der Bloemen,
De nuttigheid in Kruid en Plant:
Ja, alles wat men fraai kan noemen
Hebt gy, in juiste Moedertaal,
Nu in dit keurig Werk beschreeven.
Gy leert ons, door een kies verhaal,
Wat nut Stam, Blad, en Wortlen geeven;
En met een opslag van het oog
Geslacht en Soorten t'onderscheiden.
De zugt, die U hier toe bewoog,
Om ons opmerkzaam voort te leiden,
Doe ieder uit Uw noeste vlyt
Met lust een dankbaar voordeel trekken:
Uw Naam, Uw Lof verduur den tydt,
Ja moet tot Neêrlands roem verstrekken.
Uit oude Vriendschap.
Alexandrina, Baronnesse
Van Rouwenoort tot Sevenaer.
Uilenpas den 9 September 1782.
Op de Leer der Plantkunde,
Van den Wel Edelen Hooggeleerden Heer D. de Gorter Schonk Rome eertyds ten prys een groene Lauwerkroon
Aan hem, die door 't Penceel, de dood in schyn deed leeven,
Of die zyn gulde Luit op een verheeven toon
Van Pindus-spitze Kruin, ten Hemel had gedreeven.
Had Neërlands Maagd, dit loon aan vlyt en kunst gehegt,
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zy vierde straks Uw hoofd, die deeze twee wil paaren,
Die Flora's Lustpaleis, uw trouw hebt toegezegt,
Haar schoonheid openbaart, haar schatten wil vergaaren,
Die dringt in 't ingewand der aarde, en toont de kragt
Van Plant en Kruid en Bloem, door 't Eeuwig Alvermogen,
Ten dienst van Adama Kroost, uit niet hervoort gebragt,
Met Naam en Nuttigheid, ten klaarsten stelt voor oogen.
Linnaeus Voedster Zoon, die treedt in 't moeilyk Spoor,
Dat Hy bewandeld heeft, en met zyn Hand geweezen.
Geleerdheid voert Uw lof, tot in haar Tempelchoor.
Zolang men Planten kent, zo word Uw Naam gepreezen.
Op 't prachtig marmer, dat haar Altaar onderstut,
Staat door de Hand der Kunst Uw Beeldnis ingedreeven.
Uw Vlyt, Uw yvervuur, dat blaakt tot 's Menschen nut,
Zal by den laat'ren Neef, noch met verwond'ring leeven.
G.A.H. Welmers,
Geb. van Damm.
Zutphen
den 16 September 1782.
De inleiding bespreekt de geschiedenis der plantenkunde tot de rangschikking van Linnaeus. De deelen en eigenschappen der planten worden opgesomd in het Latijn en in het Nederlandsch, op zeer uitvoerige wijze, op pp 33-76. Daarna volgen de kenmerken der geslachten met figuren, een overzicht der systematiek, de onderscheiding van de soorten en de synoniemen.
Men zal bemerken dat het boek als 1e deel voorkomt. Een 2e deel bestaat waarschijnlijk niet volgens A.J. Vander Aa, Biographisch woordenboek (1862, VII, p. 305); de Kon Bi Brussel bezit alleen het 1e deel.
Plantenkunde [1786 de Gorter D.] Bericht nopens het vogel-gras, van den Heer D. de Gorter, J.z.M.D. en Professor, enz. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1786 XXII pp 471-473, Bi Un Gent Hi 2045).
Betreft Panicum Crus Galli. Geneeskunde. 1733 de Gorter Joh. Korte beschrijving van een algemeen doorgaande ziekte en in deze tijd nog woedende en deszelfs genezing door swetinge. Vertaald door A. Lambrechts. Amsterdam 1733 in 8 (Bi Un Amsterdam) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het stukje, geteekend op 12 april 1744 te Harderwyk, is van beschrijvenden aard. Een latere uitgave zou verschenen zijn zonder datum, misschien in 1752 (Bi Un Amsterdam).
de Gorter, J. Zie Anonymus 1741. Geneeskunde. [1761 de Gorter] Gezuiverde Geneeskonst, of kort onderwys der meeste inwendige ziekten; Ten nutte van Chirurgyns, Die ter Zee of Velde dienende, of in andere omstandigheden, zig genoodzaakt vinden dusdanige ziekten te behandelen. Door Joannes de Gorter, Medicinae Doctor en Professor. Derde druk, merkelyk vermeerderd. Te Amsterdam, By Isaak Tirion, vooraan in de Kalverstraat, in Hugo Grotius. MDCCLXI. (21.9 × 14 cm, (24) + 305 + (15) pp, Bi Un Gent me 182, Bi Un Amsterdam). De schrijver te oud geworden om een nieuwe uitgave te bezorgen, zoo was een vriend van hem, die onbekend blijft, deze 3e uitgave te bezorgen. De eerste uitgave verscheen te Amsterdam in 1744, de 2e in 1751 in 8. Na een lange voorrede bevat het boek de volgende hoofdstukken: algemeene ziekten, ziekten des hoofds, van den hals, de borst, den buik, de urine- en geslachtsorganen, de huid. Ten slotte lijst van kunstwoorden en alphabetisch register. Verloskunde. 1786 de Gorter J. Kort begrip der vroedkunde. Amsterdam 1786 in 8. (Bi Un Amsterdam) Jan van Gorter, geboren te Enkhuysen 19 feb. 1689 en overleden op 11 sept. 1762, studeerde de geneeskunde te Leiden en werd doctor in 1712; hij practiseerde te Enkhuysen tot in 1725, werd hoogleeraar te Harderwyk, daarna in 1754 arts van Keizerin Elisabeth van Rusland. Hij schreef talrijke verhandelingen in het Latijn; buiten de bovengenoemde in de Nederlandsche taal, noemt Hoefer nog: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De zoon van Jan van Gorter, David van Gorter (ca 1720 † 1783) was medicus en plantkundige, en werd ook arts van het Russisch hof; terug in Holland hield hij zich vooral met plantenkunde bezig. Anatomie. [1686 de Graaf] Alle de Wercken, so in de Ontleed-kunde, als andere deelen der Medicyne, Beschreven door de Hr Regnerus de Graaf, In sijn leven Naukeurig Ontleder en gelukkig Geneesheer tot Delft. T'Amsterdam, By Abraham Abrahamse. 1686 (17.3 × 11.0 cm, (32) + 671 pp, Bi Un Gent me 347). Titelprent verbeeldende een vrouw (de Wetenschap) een graf met een lijk schouwende. Voorrede aan den lezer, een portret met het onderschrift: Regnerus De Graaf Delphis Medicinae Doctor; de volgende verzen van den vertaler: De Over-Setter tot den Leeser.
Staâ buyten, dien het hert van Nasôs Minne-schigt
Door-griest is; happig volk, staâ buyten, dien u ooren
En oog betovert vindt, op 't minste stuyp gesigt
Van Prent of letter, niet gemaalt om te bekoren,
Min aan te stooken 't vier, dat reets te lugtig brant.
Wat 's dog een Lapje vel? voorwaer geen lachens waardig.
Wijl 't stinkt en leevend' rot. Maar konstig was de handt,
(Helaas, al mee vertot!) die altoos eeven vaardig,
En wonder 't wonder-stuk, van Vrou-natuur bedekt,
Ont-dekte; niet ten spot, maar leering voor Geleerde.
Dit's Graaflyk, eerlijk, kuysch! Sijn Geest, noyt over-rekt,
Schoot niet te kort; maar 't lijf, dat een-maal rust begeerde,
Gaf 't op: dies slaapt de Graaf. Hy sturf niet: wijl sijn Mondt,
Sijn Siel-mondt, nu nog spreekt, en hier soo wel blijft leven,
Als daer hy salig is. Tuygt dit met my terstondt,
Wijs-Giers van d'Artzeny, dien eerst niet was gegeven
De Sleutel van dees' Kas, daar Heyl besloten is
Voor d'Heel-Konst, 't regte waar, dat dus lang lag in 't duyster.
Dit was mijn sorg, ik dagt, sal dan de Schijn-vernis
Van een uytheemsche Taal dees' on-verwelkb're luyster
Ont steelen d'Artz, die hier 't puyk van den Aart-Kloot tart?
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Neen, 't waar niet regt. Gy, laat dees' kleyne moeyt' dan veylig
Voor neus-wijsg' op spraak sijn. En gy, die 't rottig hart
Vol kittel sugt besit, staâ buyten, 't Bladt is heylig.
Een Latijnsche uitgave verscheen in 1678 onder den titel: Regneri de Graaf Opera Omnia, Lugd. Sumpt. Io Anto. Huguetan & Soc. 1678 (18 × 11.6 cm, XX + 390 pp, Bi A.J.J.V.). De vergunning van deze uitgave van Lyon dagteekent van 23 feb 1678, terwijl het drukken op 4 juni 1678 eindigde.
Het boek bedraagt 8 verhandelingen: 1o het onderzoek van de voortteelende ledematen bij den man, 2o een brief aan Lucas Schacht te Leiden over de voortteelende ledematen bij de vrouw, 3o een nieuw ontwerp van de geslachtsorganen der vrouw, 4o een verdediging der geslachtsorganen, 5o de beschrijving en de eigenschappen van het alvleeschsap, 6o de clysteren, 7o een brief aan V.F. Plempius te Leuven op hetzelfde onderwerp, 8o het gebruik van de spuit in de anatomie. Het boek bevat verscheidene platen en na ieder verhandeling een alphabetischen bladwijzer.
Regnerus de Graaf, geboren te Schoonhaven 30 juli 1641, overleden te Delft 17 Aug. 1673, studeerde te Leiden en te Angers. De volledige werken verschenen in het Latijn te Leiden in 1677 en 1705 in 8. Hij practiseerde te Delft van af 1666. Zijn onderzoekingen over het pancreas en het pancreasvocht, en over de vrouwelijke geslachtsorganen hebben hem beroemd gemaakt. Hij ontdekte de waarde der microscopische waarnemingen van Antoni van Leeuwenhoek en wees hem den weg van de Royal Society van London. Anatomie. 1660 vander Gracht J. Anatomie der uitterlicke deelen van het menschelick lichaem. Verm. met een tractaat, van het verhaal van het hart. In 't einde een bijvoegsel voor den omloop des bloets van Harveius. 2e druk Rotterdam 1660 in fo. 's Graven Hagae 1634 in fo (Bi Un Amst.) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 201]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nootschap ziet, noopens de keuze der middelen, in het byzonder op die hachlyke omstandigheid, wanneer de ziekte tot haare geneezing volstrekt ontbindende middelen vereischt, terwyl ondertusschen de staat van ontbinding, waartoe reeds alle vochten gebragt zyn, byna zodaanige middelen schynt te verbieden. Door A.J. 's Graeuwen, P.z. Med. Doctor, Pensionaris Hon. en Griffier der Stad Zierikzee. (In Handel. Geneesk. Gen. Amst. 1787 XII pp 1-200, Bi Un Gent me 366a). Op de volgende wijze behandelt Schr. de besmetting (p. 593) de besmetting ‘wordt te weeg gebragt door eene onmiddelijke aanraking, dan eens door besmette kleederen.....; dan weder door de Lucht, tot op eenen, zoms aanmerkelijken afstand voordgedreven, of wel door middel van de dampen en uitwaassemingen der Zieken daar mede omgevoerd: als wanneer dusdanig eene Lucht gezegd wordt besmettelijk, dat is met besmettelijke deeltjes bezwangerd te zijn. Sommigen dezer Besmettingen nu bestaan in een vast vergift (Contagium fixum) het gene zonder aanraaking van het besmette deel, of onmiddelijke tusschenkomst en vereeniging der besmette stoffe zich niet overplant, gelijk het Schurft en andere vurigen uitslag, het Venus-smet, het gift van den Dollen-honds-beet, enz. Of in eene vlugge besmetting (Contagium volatile) dat is, die eene vlugge eigenschap bezitten, gelijk de Peststof, en die der kwaadaartige Koortsen met of zonder Uitslag, die van veele Roodeloopen, het Pok- en Maazelsmet, en andere Epidemieke Ziekten, waar onder ik ook den Kinkhoest rekene.....’. Zulke gedachten staan zoo ver niet van onze moderne opvattingen. Heelkunde. [1769 Gram] Waarneming over een Lieschbreuk, door middel van de Breuksnede gelukkig genezen door F.H. Gram. Heel en Vroedmeester te Rotterdam (In Verh. Zeeuwsch Gen. 1769 I pp 595-605, Bi Un Gent Hi 1902.) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 202]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grasper H.J. Zie 1719 Cohausen. Hygiene. 1760 Grave Ant. Plan en project ter bekoming eener direkter doorgaande circuleering en verversing van water door de gragten en canaalen der stad Amsteldam. Amsterdam 1760 in 4. Grave. Zie 1688 Van de Velde J. Heelkunde [1776 Greeve]. Waarnemingen over genezene hoofdwonden, verteld met fractuuren in het cranium. Door Gerard Greeve. (In Verhandel. Zeeuwsch Gen. 1776 V pp. 147-199, Bi Un Gent Hi 1902). Twee waarnemingen uit Utrecht in 1774. Heelkunde [1778 Greeve] Waarneming van een zeer aanmerkelyke splyting in den ruggegraat, verzeld met een groot waterhoofd. Door G. Greeve. (In Verhandel. Zeeuwsch Gen. 1778 VI pp 601-612, Bi Un Gent Hi 1902). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 203]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geboren te Aberdeen in 1724, overleden te Edimburg in 1773, arts te London en eerste geneesheer van den koning van Engeland. Geneeskunde. 1793 Greve Wilh. Hondsdolheid. Rotterdam 1793 in 8 (Bi Un Amst.) Zie Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. 1931 p 660. De verdeeling bedraagt: I Den Nederlandtschen Hovenier | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(98 pp.), II Den Verstandighen Hovenier (80 pp.), III Den Ervaren Huyshouder (pp 1-38), IV Den neerstighen Bien-houder (pp 41-56), V Den Verstandighen Kock (pp 57-88). Landbouw [1687 van der Groen] Den Nederlandtschen Hovenier, Zynde het I Deel van het vermackelyck Landt-leven...... Tot Brussel, By Peeter Vleugaert, Boeck-Drucker, woonende op de Hout-Marckt. MDCL XXXVII (20.5 × 16 cm, 24 + 50 + 112 + 53 + 92 pp, Bi Un Gent Acc 8386). Zie Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. 1931 p 663. Deze tweede uitgave werd evenals de 1e met de medewerking van P. Nyland bewerkt, en bevat de zelfde 5 deelen. Landbouw. [1721 van der Groen] Den Nederlandsen Hovenier. Zijnde het I Deel van het vermakelijk Land-leven...... 't Amsterdam, By de Wed.: van Gijsbert de Groot... 1721 (19.8 × 15.4 cm., 24 + 40 + 106 + (6) + 88 + 88 pp., Bi Un Gent 175P3, Kon Bi Brussel III 16209 A). Zie Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. 1931, p 666. Deze uitgave gelijkt op deze van 1687, grootendeels met gothische letters gedrukt. De figuren zijn met andere koperen gietafdrukken en zijn omgekeerd. Landbouw [1783 Gronau] Verhandeling over de zaai- en weilanden, door C. Gronau, predikant op de Meden in de Ommelanden van Groningen. (In Verhandel. Bat. Gen. Rotterdam 1783 VII pp 153-172, Bi Un Gent Hi 9621) Gruiwardt, Ferd. Zie 1723 Herls Corn. Geneeskunde [1779 Guattani] Aanwyzing om de uitwendige slagader-gezwellen, op eene gemaklyke wyze te geneezen; door Carolus Guattani; Heelmeester van wijlen Paus Clemens (Ganganelli) den XIV. Oppersten Heelmeester van twee Hospitalen te Rome; Lid Correspondent van de Koninklijke Akademie der Wetenschappen en van die der Heelkonst, te Parijs. Vertaald en vermeerderd met een Aanhangsel van Waarneemingen, Om de Wonden der uitwendige Slagaderen te geneezen, meerendeels alleen door het bezwagtelen van het geheele deel; door Jacob van der Haar, Oud Chirurgijn Generaal by de Troepen van den Staat, ten dienste van zijne Groot Brittannische Majesteit: Oud Premier Chirurgijn van 's Lands Leger | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hospitalen, en thans Chirurgijn van de Stad en het Hospitaal der Hoofdstad 's Hertogenbosch: Lid van de Hollandsche Maatschappije der Weetenschappen, te Haerlem. Met Plaaten. Te Rotterdam, By Reinier Arrenberg, MDCCLXXIX. (21.6 × 13.4 cm, (18) + 112 pp, Bi Un Gent me 2478, Bi Un Amsterdam). Eerst deze twee verzen van J. Martens: 't Is wreed! zoo Heelkonst zonder noodzaak pijn verwekt. Maar ook, wen zij spaard pijn, daar pijn tot heil verstrekt. Het boek wordt opgedragen aan Petrus Camper door Jacob van der Haar; de voorrede is ook door J. Vander Haar geteekend uit 's Hertogenbosch op 23.11.1778. Het overzicht bedraagt 22 waarnemingen van Guattani en het aanhangsel 4.
Guido de Cauliaco. Zie de Cauliaco, in mijn 5e bijdrage, Versl. en Meded. Kon. Vla. Acad. 1938 p 489. Oogen [1597 Guillemeau-Baten]. Tracktaet van alle de ghebreken der Oogen, die hondert ende derthiene in getale zijn, de welcke de Ooge onderworpen is. Door Jaques Guillemeau van Orleans, ordinaris Chirurgijn des Conincx, ende gesworene der Staet van Parijs. Uut de Fransoysche sprake overgeset door D. Carolum Battum Tot Dordrecht. By Abraham Caen, 1597. Met Privilegie voor 6 Jaren. (13 × 8.7 cm., 18 + 205 + 16 pp, Bi Un Gent G 14356) Zie Versl. en Med. Kon. Vla. Acad. 1933, p 549. Van dat werk van J. Guillemeau vertaald door Car. Baten verscheen in 1678 een andere Nederlandsche vertaling door Joh. Verbrigge, geneesmeester te Middelburg: Oogen [1678 Guillemeau-Verbrigge] Hondert en dertien Gebreken en Genezinge der Oogen. Eertijdts beschreeven door Mr. Jaques Guillemeau, En nu vermeerdert door Mr Johannes Verbrigge, Chirurgijn en Gasthuys-Meester binnen Middelburgh in Zeelandt. Nevens een Kleyne beschrijvinge der tanden. t'Amsterdam, By Jan Claesz. ten Hoorn, Boeckverkooper over 't Oude Heeren Logement, 1678 (14 × 8.7 cm, titelplaat + 22 + 232 pp, Bi Un Gent me 2201, A 39889) Zie Versl. en Med. Kon. Vla. Acad. 1933 p 550. Heelkunde. 1598 Guillemeau. De Fransoysche Chirurgie of alle de manuale Operatiën der chirurgie. Door Jaques Guillemeau van Orliens. Wt den Fransoyschen in nederlandtsche tale overgheset door D. Carolum | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Battum. Tot Dordrecht, gedruckt by Isaac Jansz Canin 1598 (Bi Un Amsterdam, Kon Bi Brussel VH 7863); Dordrecht 1652 in fo (Bi Un Amsterdam). Jacques Guillemeau (Orleans 1550 † Paris 1613), heelmeester van Charles IX, Henri III en Henri IV, en krijgsarts van de Spaansche legers in Nederland. Geneeskunde. 1751 van Gulpen Theod. Schakel der genees- en heelkunde. Rotterdam 1751 in 8 (Bi Un Amst.). Guyot. Zie 1755 Cramer. Diergeneeskunde. 1714 van Gyzen Jan. 's Klaagend Nederland, bezogt met sterfte onder het rundvee. Amsterdam 1714. (Bi Un Amst.). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HHeelkunde [1757 ten Haaff]. Eene kwalyk geneezende Breuk van het Dyebeen, door Kunst herbroken, En zeer spoedig recht geneezen; door G. ten Haaff. (In Verhand. Maatsch. Wet. Haarlem 1757 III, pp 158-182 Bi Un Gent Hi 2045). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
veroorzaakte Blindheid te genezen, door middel van het Kristallyne Vocht uit het Oog te nemen. Door Gerard Ten Haaff, Meester in de Heelkonst te Rotterdam, Operateur van den Steen te Delft, en Lid van de Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen. Te Rotterdam, By Reinier Arrenberg, 1761. (15,8 × 8,8 cm., 52 + (2) pp, Bi Un Gent me 3170, Bi Un Amsterdam). Opdracht aan B.S. Albinus-Leiden en T. Schwenke in den Haag. Na de voorrede de volgende strophen van J. Vander Haar uit 's Hertogenbosch 17 20/4 61: Op de Korte Verhandeling Om de Blindheid te genezen, door het wegnemen van het Kristallyne Lichaam, uit het Oog door Gerard Ten Haaff, Heel- en Hand-arts te Rotterdam, Operateur van den Steen te Delft, en Lid van de Hollandsche Maatschappye der Wetenschappen.
Geliefde Heelkonst, Ziels Vriendin!
Myn hart, myn lust, myn wil, myn zin.
Gy hebt in Nederland nog echte en waare Zoonen;
Die U steeds koestren door hunn' vlyt,
Al schoon de haat ne bitze nyd
En dwaaze onwetenheid U lasteren en hoonen.
Myn trouwe leeger Vriend, Ten Haaff,
Treed rustig voort, en toond ons braaf
Op 't voetspoor van Daviël, la Faye en and're Franschen,
Van Sharpen Warner elk een Brit,
Wat kracht gy schoone konst bezit:
Wie wraakt dan dat ik cier' zyn hoofd met letterkransen?
Den droeven armen blinden mensch,
Maakt hy weer ziende, en toond naar wensch
Aan elk, dien God 't gebruik der Oogen heeft gegeven,
Hoe Hemelsch deze konstgreep is,
Wanneer de naare duisternis
Door hulp der Heelkonst straks verdwynt en word verdwenen.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 208]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ach! dat hy veele volgers had!
En dat niet meer van Stad tot Stad
Een onbekenden drom van zwervende Oculisten,
Met veel geschreeuw en weinig wol,
In domheid groot in goudzucht vol,
Van Neêrlandsch Borgeren kunn' Oog- en geld verquisten.
Driemaal gelukkig Rotterdam
Toen daar Ten Haaff als Heel-arts quam!
Erasmus Borgerstad moet nimmer hem vergeten!
Een schat van konst uit 't Oorlogsveld
Heeft hy met zich daar neergesteld,
En doet aan ieder zien zyn Vader, en zyn weten.
Wel aan myn Vriend vaar voort; uw naam,
Zy 't voorwerp steeds der schelle Faam!
Leer op dien trand aan elk der brave Nederlanders
U na te streven op dat spoor,
Gelyk ik wensch met Ooge en Oor,
En daarom wagt in 't kort ook wederom iet anders.
De verhandeling wordt versierd met een plaat met de verklaring van de 5 figuren. Geneeskunde [1762 ten Haaff], Bericht nopens eenen verdronkenen door het aderlaten in de hals-aderen hersteld; door G. ten Haaff. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1762 VI pp 696-705, Bi Un Gent Hi 2045). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
doctor. (In Verh. Bat. Gen. Rotterdam 1774 I pp 517-522. (Bi Un Gent Hi 9621). Het product vertoont de eigenschappen van olie en kan onder meer tot het verlichten worden gebruikt. Chemie 1780 ten Haaff G.G. Over den zouten aanslag der turfkoolen. 1780. Het stuk is gedagteekend 28 april 1780. De Studie bedraagt de drie zuren uit het rijk der delfstoffen, Vitrioolzuur, Salpeterzuur en Zoutzuur. Uit het zoogenoemd Groeiend rijk komen het phosphorisch zuur voor, en daarna de natuurlijke zooals deze van de plantensappen, de ‘gegeste’ zooals wynsteen en azijn, en de ‘door konst gescheidene’ zooals de bloemen van benzoëhars, het zuur van de suiker. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heelkunde. 1781 ten Haaff G. Verhandeling over de voornaamste Kwetzuuren, die den Scheeps-heelmeesteren voorkomen. Rotterdam 1781 in 8 (Bi Un Amsterdam); 2e druk Rotterdam 1728 in 8 (Bi Un Amsterdam). Schr. beweert dat men een gezwel, waar bij of waarin men klopping ontdekt, niet dadelijk voor een slagaderbreuk moet houden, omdat de klopping door de onderleggende slagaderen kan veroorzaakt worden. Geneeskunde [1792 ten Haaff] Inwydings-Redevoering Over de noodige kennis van den aart en de huishoudelijke gesteldheid van het menschlijk lichaam, mitsgaders, over de onaffscheidbaare verwantschappen, die er, tusschen de Genees- en Heelkunde, plaats hebben. Uitgesprooken door G. Ten Haaff, in zyn Edele leven Med. Doctor & Lector Chirurgiae Clinicae, Oud-Premier Chirurgyn by 's Lands Leger-Hospitalen, Stads-Chirurgyn by 's Lands Leger-Hospitalen, Stads-Chirurgyn. Examinator bij de Oost-Indische Compagnie te Rotterdam, Operateur van den Steen, te Delft. Op den XXVIIsten van Wijnmaand MDCCLXXXVIII, bij de aanvaarding | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van den post van Lector Chirurgiae Clinicae, aan de Illustre Schoole te Rotterdam. Benevens de Waarneeming en Behandeling van eenige gevallen, in het Gasthuis dier Stad voorgekomen. Tweede Druk. Te Rotterdam, By A.J. van Ginkel, Boekverkooper in 't Hang, by de Weezestraat, in de Waarheid, 1792. (22.7 × 13.9 cm, XII + 215 + (1) pp, Bi Un Gent me 1272, Bi Un Amsterdam). De 1e druk verscheen te Rotterdam in 1790 in 8 (Bi Un Amsterdam). Het werk is op 27 april 1790 aan de overheid der stad Rotterdam opgedragen. Na de voorrede waarin Schr. verklaart dat hij afkeer heeft van twist, en minnaar is van de rust, komt een lang gedicht (4 pp) van Jan Scharp, predikant te Rotterdam. Daarna een portret van G. Ten Haaff, geteekend naar de natuur door F. Sansom, met onderaan de volgende verzen van Jan Scharp: Ziet, krijtende Armen! in 's Mans beeldnis, met verrukking,
Den braaven Menschen-Vriend, die deel in uw verdrukking,
In al uw smerten, neemt, en in uw bang geween
Belangloos hulpe biedt, voor de enkele Eer alleen.
De redevoering van 1788 (pp 1-50) wordt gevolgd door een aanspraak bij de opening der lessen in het gasthuis op 14 november 1788 (pp 51-60), en dan door een verzameling van 12 heelkundige waarneemingen. Chemie. 1793 ten Haaff G.G. Verbeterde distelleerkolf van Boerhave met een afbeelding. Scheik. Bibliotheek Delft Roelofswaert 1793, II, 1 p. 55. ten Haaff G. Zie 1782 Camper, 1753 van Hoorn. Ophtalmologie [1798 van Haaften] Verhandeling over de ziekte teekenen uit de oogen. Door Willem Hendrik van Haaften, med. doct. te Amsterdam. (In Verhand. Bat. Gen. Rotterdam 1798 XI pp 147-221, Bi Un Gent Hi 9621). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
uuren... ontbonden konnen worden. Uit het Lat. Amsterdam 1775 in 8 (Bi Un Amsterdam). Opdracht aan Johannes Bon te 's Hertogenbosch. Een uittreksel van dolle kervel is zoo werkzaam, dat schrijver vol geestdrift schrijft. ‘Ja! het is een Middel, dat het Extractum Cicutae in Kankerzweren zoo verre overtreft als de heldere Zon de flaauwe Kaars, waar by ik dit schryve.’ Dat middel is het onycratum der Grieken, of ‘zagte, fyn geschaafde of lang gestampte oude lynwaads-plukzel-draden.’ Heelkunde [1770 van der Haar] Aanmerkingen over den juisten tyd, de plaats, en de wyze, om verstorve deelen, zonder gevaar, aftezetten; door Jacob vander Haar (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1770 VII pp 291-333, Bi Un Gent Hi 2045). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Alhoewel het titelblad met het portret van den Schrijver op 73 jarigen leeftijd het jaartal 1788 draagt, begint het boek met de vermelding ‘tweede vermeerderde druk 1790’. Het werk wordt Andreas Bonn te Amsterdam opgedragen, en het voorbericht wordt uit 's Hertogenbosch op 11 december 1789 gedagteekend, terwijl de opvolgende voorrede den datum draagt 20 april 1788. De voorrede van de waarnemingen is gedagteekend op 6 maart 1788. Op het einde een lijst der 150 waarnemingen. Heelkunde. 1797 van der Haar Jac. Uitgezochte genees- en heelkundige mengselschriften, of verhandelingen over gewigtige onderwerpen dier wetenschap en handkunst, 2 deelen. Amsterdam 1797 in 8 (Bi Un Amsterdam). Vander Haar Jac. Zie 1779 Guattani. Anatomie. 1629 Habicot Nic. De anatomijcke weecke ofte practycke, door de welcke by veerthien lessen.... aengewezen wert. Verduytsch door Casp. Nollens. 's Gravenhage 1629 kl in 8 (Bi Un Amsterdam) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Haghens Matthijs. Zie 1616 Hagius. Verloskunde. [1798 Van Haesendonck] Vroedkundige waarneming nopens eene nageboorte besloten in eenen byzonderen zak (Placenta incystata) door J.J.J. Van Haesendonck Med. Lic. & Professor &. Residerend Lid van dit Genootschap. (In Verhandel. Genootschap Geneesk. Antw. I 1798, pp 71-79, Bi Un Gent me 556.) Oorzaken, kenteekenen, voorzegging, geneeswijze. Anatomie [1800 Van Haesendonck] Ontleedkundige aanmerking, Waar in men aantoond, hoe in een dood ligchaam is aangetroffen geweest, dat de eene Nier gelegen was in haare behoorlyke plaatzing, daar men in tegendeel de andere vond als dwars op het derde Lende-wervel-been geplaatst. Door J.J.J. Van Haesendonck Med. Lic. Anat. Phys. atq. Art. Obst. Professor. Residerend Lid van dit Genootschap. (In Verhandel. Genootsch. Geneesk. Antw. 1800 III pp 217-224, Bi Un Gent me 556). Karl G. Hagen, Koenigsberg 1749 † 1829, hoogleeraar te Koenigsberg, schrijver van Lehrbuch der Apothekerkunst, Koenigsberg & Leipzig 1778, met een 4e uitgave in 1806. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geneeskunde. [1616 Hagius] Den Lust-hof der Medecijnen: Inhoudende den gront van alle Cranckheden ende Ghebreken / daer de menschen mede moghen overvallen worden / van den Hoofde af tot den Voeten toe: haer oorsaken / teeckenen ende remedien om die te genesen / niet alleene voor Medecijns / Chirurgijns ende Vroede-vrouwen: Maar oock voor alle Huysvaders / ende besonder voor de gene / die ter plaetsen wonen / daer geen Medecijns en zijn te becomen, welcx ghelijcken noyt voor desen in onse Nederduytsche tale en is uyt ghegaen. Privilegie geteekend op 6 november 1615 te 's Gravenhage in naam van de Heeren Staten Generaal; en de opdracht van den Schrijver uit Steenbergen op 20 Januari 1616. In de voorrede worden korte aanteekeningen over verscheidene oude schrijvers. Hippocrates, Dioscorides, Galenus, Aretaeus Cappadox, Paulus Aegineta, Aetius Amidenus, Alexander Trallianus, Oribasius Sardus, Joannes Serapionis-zoon, Isaac Beimiram, Rhasis Almansor, Soar Sapiens, Avicenna Hispoliensis, Averrhoes en Joannes Mesne. Daarna vindt de lezer 3 gedichten, en Lofdicht op desen Lusthof, een gedicht tot den Berisper en een getiteld Noodinghe; die drie stukken zijn niet geteekend en dragen alleen de letters resp. D.C.B., I H., M.H. Het portret van Hagius op 73 jarigen leeftijd krijgt onderaan 8 Latynsche verzen van Joannes Crellius, Phil. et Med. Dr. Het werk bedraagt zes boeken: oorspronk van het leven, de koortsen en in 't bijzonder de pest, al de ziekten ‘beghinnende van den Hoofde af tot de voeten toe’, de vrouwengebreken, de huidziekten. Op het einde, registers van de kruiden en van de ziekten. Geneeskunde. 1648 Hagius Joh. Een grondigh ende ervaren medicynboeck. Gouda W vander-Hoeve 1648 in fo (Bi Un Amsterdam). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hales S. Zie 1735, 1736, 1741 Anonymus. Weegkunde. 1734 Hales Steven. Groeijende weegkunde. Uit het Engelsch vertaalt door P. le Clercq. Amsteldam 1734. (Utrecht, van 't Hoff Labor.) Stefan Hales, Beckersbourn 7 sept 1677 † Teddington 4 januari 1761, studeerde in de theologie en werd pastoor te Teddington waar hij gansch zijn leven doorbracht, gansch aan zijn priesterschap en aan de wetenschappen gewijd. In 1717 werd hij lid van de Royal Society en in 1751 buitenlandsch lid van de Academie des Sciences van Parijs. Hij bestudeerde de bewegingen van de lucht op hygienisch gebied, de bewegingen der vochten in de planten, de behandeling der gassen, de verschijnselen bij de verbranding, en vergeleek, vóór Lavoisier, de verbranding met de ademhaling. Zijn voornaamste werk is: Vegetable staticks, or an account of some statical experiments on the sap in vegetables, 1727. Heelkunde [1762 Haller] Uitgelesene Heelkundige Verhandelingen en Waarnemingen, Getrokken uit de verzameling van den Heer Baron de Haller, En andere Werken der Beroemdste Heelkundigen van Europa. Behelzende voornamelyk de gebreken des Hoofds, En byzonder der Oogen. Met koperen Plaaten. Te Rotterdam, By Reinier Arrenberg, MDCCLXII. (21.4 × 12.8 cm, (4) + VI + 513 pp, Bi Un Gent me 1529). Beschrijving van 22 gevallen, eenige met figuren.
Albrecht von Haller was minder een heelkundige, doch vooral te gelijkertijd een physioloog, plantenkundige, dichter, bibliograaf, en romanschrijver. Geboren te Bern 16 oct 1708 en aldaar overleden 12 dec. 1777. Van kinds af reeds buitengewoon geestelijk begaafd alhoewel van zwak lichaamsgestel, begon hij in 1723 te Tübingen te studeeren om in 1725 onder Boerhaave te Leiden te werken en in 1726 in de medicynen te promoveeren. Na London en Parijs bezocht te hebben kwam Haller in 1730 te Bern terug, practiseerde de geneeskunde en tegelijker tijd verscheidene andere vakken. In 1736 werd hij hoogleeraar te Göttingen om in 1753 te Bern terug te komen en aan de regeering deel te nemen. Zijn bibliographie is buitengewoon uitgebreid en veelzijdig. E. Lebon heeft in 1913 een biographie geschreven, met eene | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliographie analytique des écrits. In 1778 verscheen van de hand van Senebier te Genève: Eloge historique avec un catalogue complet de ses oeuvres. Natuurkunde. Sd Halley E. Keurige verzameling van eenige der voornaamste verschynsels der natuur. In 8. Edmond Halley, sterrenkundige, Haggerston 1656 † London 1742. Pharmacie. 1689 van Halmaal J. Ontleding over d'Amsterdamsche apotheek. Amsterdam ten Hoorn 1689 in 8; 2e druk 1739 (Bi Un Amsterdam). Titelprent een apotheek verbeeldende en voorrede tot den lezer. De 204 eerste pp zijn een commentaar tot de pharmacopee van Amsterdam. Een algemeene beschrijving van de apotheek vindt men op de pp. gepagineerd 1-32, 17-32, 17-32 en weder 17-32, om daarna voort te gaan met p 29; daar worden ook produkten en bereidingen beschreven. Op het einde een alphabetisch register. Chemie [1707 van Halmale]. Merkurius verheerlykt; Zynde een naukeurige verhandelinge van 't Begintzel, Aerd, Eigenschap en Uitwerkzelen van de Kwikzilver. Deszelfs kwaadaardigheid, waer in die bestaet, aengewezen, en hoe die weg genomen en verbeterd kan werden. Zynde alsdan een Middel waer door vele sware en ongenezelijke Ziektens, (door bygebragte Experimenten bevestigd) gered zyn: Benevens dien ook aengetoond dat de Mercurius het ware onderwerp der Philosophen is. Door Johan Frederik van Halmale, Med. Doct. tot Middelburg in Zéland. Myn glas loopt ras. In Amsterdam, By Jan ten Hoorn, Boekverkoper over 't Oude Heeren Logement, 1707 (16.9 × 10.4 cm, (16) + 246 + (2) pp, Stadsbi Antwerpen 6069, Bi Un Amsterdam). Voorrede, dan het volgend gedicht van H. Rampen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op de Verheerlykte Merkurius Ofte Kwikzilver Wordende in een naukeurige verhandelinge aangetoond haar Beginzel, Aard, Eigenschap, Uitwerkselen, en hoe zy 't Onderwerp der Wysgeeren is.
Door Johan Frederik van Halmale, Medicyne Doctor. Rechtschapen Medicijns, die nieuw' en oude Boeken
Doorleest, en noit vertraagd met yver door te zoeken
Het innigste geheim van 't wonder der Natuur;
Die d'Elementen van Lugt, Water, Aard en Vuur
Seer nauw doorneuzelt hebt, om daar iets uit vinden,
't Geen' uwe Konst ten dank mogt aan elk een verbinden,
Om inderdaad u doen te loven na den eisch,
Door goede kuren aan der Menschen swacke vleisch.
Hoe hebben niet gezocht veel oude wyze Artzen
Om der Wysgeeren Steen (schoon daar nog veel' meê schartzen)
Recht uit te vinden; die, zo zekerlijk in 't lest
Sal komen aan het licht, als men vind Oost en West.
Ik laat my geenzins in daar meer van op te hale;
Ziet hier Mercurius verheerlijkt door Halmale,
Die d'Artzeny hier door als eene Wiskonst leert,
En naakt ten toon steld voor een ieder, die begeert
Sijn aangewezen weg met yver na te spooren:
Doch hier toe sijn alleen niet nodig open ooren,
Maar oogen des Verstands, om alles gâ te slaan:
Naukeurig ondersoek doed grondig iets verstaan.
Dit eyscht een langen tijd, veel arbeid, sweer en swoegen;
Want desen akker geeft geen vrugten zonder ploegen:
't Is een verborgenheid die God in de natuur
Geschapen heeft, daarom moet door een yver-vuur
Die werden na-gevorscht; die 't recht weet uit te vinden
Sal hebben d'eer als Artz ver boven alle blinden.
Halmale heeft de grond tot deze weg geleid,
Waar door men komen kan tot een onsterflikheid:
Want iemand die 't geheim van zaken heeft gevonden,
Daar is een ieder een pligtshalven aan verbonden,
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om te vereeuwigen door de roemruchte Faam,
De lof, en eere van een zo doorluchte Naam.
Halmale, waerde Heer, uw moeten alle menschen
De konst volkomen, en daar by lang leven wenschen,
Op dat gy elk en een de grondslag doet verstaen,
Gelijk gy ook verklaart de Duyven van Diaan.
Schoon iemand halver weg sijn leven heeft versleten
In onkund', yvert noch dit voor uw eind' te weten:
Want door onwetenheid valt meenig in de strik,
Doch die sal zyn vol-leerd, welk recht verstaat de Kwik.
Soekt dan tot dat gy vind, by nachten en by dagen;
'k Verzeker, niemand sal de moeite sich beklagen:
Volg dan Halmale na, lees yverig zijn Boek,
De konsten leert men door nauwkeurig onderzoek.
H. Rampen.
Het boek geeft, in 25 hoofdstukken een overzicht van de geschiedenis der chemie, van de eigenschappen van het kwikzilver, zijn oorsprong, zijn verbindingen als ‘praecipitaten en sublimaten’, van het gebruik in de geneeskunde. Kwikzilver is geen metaal, volgens Schr., omdat het vloeibaar is, en vluchtig. Ook wordt gehandeld over misbruik van kwikzilver als vergift, door heerschers ook benuttigd: ‘O gy Tierannen en veeltijds Moordenaers (want hoe menig een vertald het niet na die onder u klauwen vervallen is geweest, en welke gy stilswygende gemoffeld hebt) van u even Mensch!’ (p 204). Geneeskunde. [1623 van Halteren]. Princelijck Gheschenck, Of Tractaet der Medicynen. In 't welck Natuerlijck en grondich de Loflijcke en wytberoemde Konst van Ghenesinghe, de Krachten van alle Cruyderen ende ghewassen, als oock Gommen, Hersen, Olyen, Extracten, Wateren, gheene uyt-ghesondert. Mitsgaeders de Compositien aller Medicamenten, en de Remedien teghens alle Krancheden, en Fenynen, die het Menschelicke gheslacht voorvallen, verhaelt werden, en by experientie goedt bevonden zijn. Hier is een Tractaet van de Alchymie voor de beminders Theophrasti Paracelsi by ghevoegt. Eerst beschreven Door den Hoogh-gheleerden ende Experten Medicijn Nicolaes van Halteren, Dienaer des Godtlicken woorts binnen Hornaer. Ende nu Tot eyghenkosten in 't licht ghebracht door Johannem à Porta. t'Amsterdam, By Jan Evertsz. Cloppenborch, Boeckvercooper op 't Water inden vergulden Bybel tegen over de Cooren-Beurs, 1623 (17.8 × 14.6 cm, (8) + 190 pp, Bi Un Amsterdam, Kon Bi Brussel VH 7359). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opdracht aan Vorst Maurits van Orangien geteekend uit Amsterdam 1 October 1623 door Johannes à Porta. Het 1e deel (pp 1-126) met 49 hoofdstukken, en het 2e deel (pp 127-178) met 32 hoofdstukken (het laatste draagt foutief 19 in plaats van 32) handelen resp. over de geneesmiddelen en over de inwendige ziekten. De kleine verhandeling over alchimie (pp 179-190) bespreekt eenige geneesmiddelen, en begint met eenige bepalingen van chemische producten en de beteekenis van vreemde namen van gewichten, zooals volgt:
Pharmacie. 1749 van Hamel P. Pharmacopoea hodierna, ofte hedendaegsche apotheek. Utrecht 1749 kl in 8 (Bi Un Amsterdam). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van dit Genootschap. (In Verhandel. Genootsch. Geneesk. Antw. 1799 II pp 46-55, Bi Un Gent me 556). Heelen door met den darm en den sluitspier de wonde op dezelfde vlakte te brengen. Heelkunde [1800 Hanset] Heelkundige waarneming Nopens een Abces in de holligheid of Articulatie van het os foemoris met het os innominatum door J.D. Hanset Oud Stads Heelmeester enz. Residerend Lid van dit Genootschap. (In Verhandel. Genootsch. Gen. Antw. 1800 III pp 140-144, Bi Un Gent me 556). Na de genezing gebruik van een verband met pluk gedopt in een afkooksel van Althea en witten wijn. Verloskunde [1781 van Haren] Bericht van een vrouw, die in haar LXVIII. jaar wederom zog in hare borsten kreeg, en daar mede een kind, gedurende 2 1/2 jaar, voedde: medegedeeld door Jonkhr. Onno Zwier van Haren. Grietman van West-stellingwerf, enz. enz. (In Verhandel. Utrecht. Gen. I 1781 pp 391-395, Bi Un Gent Hi 9653). Uitgave van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen. De oorzaken van die koortsen liggen vooral in onregelmatig leven, onzindelijkheid, gebrek aan lucht in de woonkamers en aan zuiver water. Betere hygiëne wordt aanbevolen. Harger was arts te Rotterdam.
Harger J. Zie 1783 Callenfels. Water. 1745 Hartman-Degner J. Acidulae Ubergenses, of kort verhaal van een mineraale gezondheidsbron in Ubbergen. Nymegen 1745 in 8. William Harvey, Folkstone 1578 † Lambeth 1657. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hassardus Peeter. Zie 1629, 1634 Hippocrates. Lijkschouwing. 1772 van Hasselt J.J. Noodzakelykheid van het schouwen der doode lighamen. Amsterdam 1772 in 4 (Bi Un Amsterdam) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Desen vijfde Druk merkelijk vermeerdert. t'Amsterdam, By Jan ten Hoorn, over het Oude Heere Logement, en Jan Bouman, in de Kalver-straat, Boekverkopers, 1683 (14.5 × 8.7 cm, (6) + 524 pp + tafel, Bi A.J.J.V., Bi Un Amsterdam). In de voorrede, geteekend uit ‘Amsterdam uyt onze boekwinkels den 23 Oct. 1682’ zeggen Jan ten Hoorn en Jan Bouman dat het boek minder uitgebreid is als de groote pharmacopoea onlangs te Brussel gedrukt en uitgegeven. Nevens pharmaceutische inlichtingen treft men enkele voorschriften over brandewijn (p 55), fruitmarmelade (p 151), marsepeyn (p 155), bescuyt (p 158), suyker (p 160) en limonade (p 406). De Bi Un Amsterdam bezit een uitgave 1682 kl in 8, ook te Amsterdam, maar van de uitgeverij van Waasberge. Apotheek. 1762 de Heide Ant. Pharmacopoea Batheana of de Apotheek van Georgius Bath. Uitg. door J. Shipton. Waar agter Ant. de Heide, Nieuw ligt des apothekers. Amsterdam Hoorn 1762 in 8, 2e druk. De pp. dragen een dubbel getal, de 1e blz. is genummerd 1 en 2, de 2e blz. 3 en 4, enz. en de laatste die slechts op de helft tekst draagt, is eenvoudig p 81. Het boekje wordt uit Amsteldam op 1 februari 1684 door Theodorius Janssonius van Almeloveen, M.D. aan Fred. Ruysch, Pieter Adriaansse en Andreas Baekelman opgedragen. De anatomische studie wordt met behulp der 8 platen uitgewerkt. Van in den titel aangekondigde hoofdstukken over pharmacie en urineonderzoek bevat het exemplaar van de Bi Un Gent geen spoor. Voeding [1756 Heyman] Konst om lang gezondt, vrolyk en vergenoegt te leven. Het eerste Genees- en Natuurkundigt daargestelt uit de beste Schryvers, dog wel voornamentlyk uit de Schriften en volgens de grondbeginselen van de twee Esculaâpen onser Eeuw Fredericus Hoffmann en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hermannus Boerhaave. Beide in hun leven zeer Vermaarde Hoogleraren in de Geneeskunde, en andere daartoe behorende Wetenschappen. Dog het tweede en derde op eene Zedekundige wyze uit de Betragting der Goddelyke Voorzienigheit en het wonderbaar Bestier der Ondermaansche Zaken, in eenige beknopte Verhandelingen klaar betoogt, en daar en boven hier en daar met Aanmerkingen, zo van Geleerde Schrijvers als anderzins, tot dienst der Landgenoten opgeheldert en bevestigt door Joh. Wilh. Heyman, Geneesheer. Eerste Deel. Te Leiden, By Abraham Kallewier, MDCCLVI. (21.2 × 13.2 cm, 404 + (6) pp, Bi Un Gent me 3270). De voorrede bedraagt de 30 eerste pp. Het 1e deel (pp 31-201) met 2 verhandelingen en het 2e deel (pp 211-404) met 3 stukjes en een verhandeling maken een geheel uit over voedingshygiëne. Bij het gebruik van melk zegt Schr. dat volle melk alleen bij kinderen toe te passen is; bij toenemenden ouderdom moet de melk met water worden aangelengd en bij oude lieden door zuiver water vervangen (p 258). Het gansche boek door wordt matigheid aangeraden.
Heyman Joh. Wilh. Zie 1756 Boerhaave. Anatomie [1728 Heyster] Kort Ontleedkundig Begrip, Bevattende op de beknopste wyze de Geheele Ontleedkunde, Beschreven door den Heer Laurentius Heyster, Openbaar Hoogleeraar van de Ontleedkunde, Heelkunde, en van de bespiegelende Geneeskunde, tot Altorff, En Mede-Lit van de Kyzerlyke Hooge School, en van de Koninklyke tot Berlyn. Uit het Latyn vertaalt door Amos Lambrechts, Medicinae Doctor, & M. Chirurgyn. Met Kopere Afbeeldzels verrykt. t'Amsterdam, By de Wed: Jacobus van Egmont, Papier en Boekverkoopster, op de Reguliers Breestraat, in de Nieuwe Drukkery, 1728 (19 × 11.5 cm, (94) + 314 + (13) pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 1083) Het boek wordt door den vertaler aan Wilhelm Karel Hendrik van Orange en Nassau opgedragen, met een voorrede uit Amsterdam 19 Augustus 1728. Daarna komt een opdracht van den schrijver aan Frederik Ruysch te Amsterdam en Johannes Babtista Morgagnius te Padua. De zeer lange voorrede van den schrijver wordt gevolgd door een gedicht van W.B. Kort en door een portret van Laurentius Heisterus, geboren te Frankfurt a.M. in 1683. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op het vertalen van het Kort Ontleed-Kundig begrip,
Van den Hooggeleerden Heer Laurentius Heyster, Professor tot Altorff, &. &. Door den Heer Amos Lambrechts, Medicus & Chirurgus, &. &. De Aloudheid roem vry op Galenus en zyn vonden,
Maar heden roemen wy op Mannen vol verstand;
Treê toe gy Meesters die de Heel-Kunst wil doorgronden,
Nu bloeid dat loflyk Werk in 't roemryk Amstelland:
Beschouw en leert het geen Heer Heyster heeft geschreeven,
En 't geen Heer Lambrechts met veel iever heeft vertaald,
Hier werd, ô Chirurgyns! aan u veel ligt gegeeven,
Van zaken, daar gy meest onwetende in verdwaald:
Nu praald de Ontleed-kunst met een heerelyken luister,
Gegrond op reden, tot een loffelyk Begrip,
Verlaat navolgers van Hippocrates het duister,
Ontfangt dit ligt en wykt daar van niet eenen stip:
Uitvinder van dit Boek, de Nyd zal zelfs bekennen,
Dat zy op zulk een Werk vergeefs haar tanden wet,
Uw gouden roem vloeid haast uit zuiv're Fenix pennen,
En zal ook klinken uit de Faam haar Lof-trompet:
Vaar voort, en wilt ons meer door uwen Geest verligten,
Ja schenk steeds honing van die weergaloze Kunst,
Wat zult ge al menschen door dit heerlyk Werk verpligten:
Ik wensch Jehovah wil u daaglyks door zyn gunst
Bestrale, ja laat ons, ô Schryvers, zo veel weeten,
Dat nooit uw Namen by den Sterfling zy vergeeten.
W.B. Kort.
Anatomie van de beenderen, 260 in getal, van de bekleedsels van de huid, den buik, de teelorganen, de borst uit- en inwendig, het hoofd en de hersenen, het merg, de zintuigen, de bloedvaten en de zenuwen, de spieren, de klieren. Vier platen met uitleggingen en een alphabetisch register van zaken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Laur. Heister, ook Heyster, Frankfurt a.M. 1683 † Helmstaedt 1758, hoogleeraar te Amsterdam, te Alfort en te Helmstaedt. Zie ook Heister. Geneeskunde [1790 Heilbron] Op hoe veelerleie wyze kunnen ruime Buikontlastingen, in Borstziekten, met of zonder ontsteeking, heilzaam of schadelyk zijn? Welke Borstziekten verdraagen dezelve best, en welke zyn het integendeel, waarin dezelve hoogst gevaarlyk worden bevonden? Wat is dan in die verscheidenheid van gevallen en omstandigheden de pligt van een Geneesheer, ten opzigte van het bevorderen of beteugelen van deeze ontlastingen? Door David Heilbron, Medicinae Doctor in 's Hage, en Lid van de Utrechtsche Maatschappye: Vlyt is de Voedster der Weetenschappen. (In Handel. Geneesk. Gen. Amst. 1790 XIV pp 253-430, Bi Un Gent me 366a). Ziekteverschijnselen, vooral in geval van koortsen.
Heilbron Dav., Zie 1790 Hertz M., 1791 Hoffman G.F. Heelkunde [1774 Heiligers]. Waarneeming van eene doorgaande Borst-Wonde door R. Heiligers, chirurgyn major. (In Verhandel. Bat. Gen. Rotterdam 1774 I pp 493-496, Bi Un Gent Hi 9621). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heins Nic. Zie 1704 Anonymus, 1704 F. Hofmann. Geneeskunde. 1693 Heinsius Nic. Het ontdekt vergift der zoogenaamde melkcuur deszelfs schadelyckheyd in scheurbuik. Utrecht 1693 in 8 (Bi Un Amsterdam) Studie over kwikzilver en verbindingen, en toepassingen, namelijk legeeringen met tin en goud en cinober (kwiksulfide). Narede geteekend door N. Heins uit Cuylenburg 1 september 1703. Op het einde een register der voornaamste zaken. Geslachtsziekten [1705 Heins] De Kwynende Venus, Ofte Naukeurige verhandeling van de Venus-Ziekte, En van derselver eerste beginzelen en verderffelijke voortgang in het bloed; als mede hoe schadelyk het kwylen, onmatig sweeten en veelvoudig purgeren in dese ziekte zy. Beneffens een seer gemakkelijke Methode, om door zekere Genees-middelen, die tot nog toe van niemand anders bekend geweest zijn, sonder des Patient ten minste ongemak, versuym van verrigtingen, veel min verlies hunder kragten; deselve volkome te genesen. Mitsgaders een Aanhang van verscheyde Aanmerkingen, omtrent het genesen deser Kwale, door gemelde Genees-middelen. Door Nic. van Heins. Nic. fil. Med. & Phil. Doct. Hof-Raad en eerste | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijf-Medicus van sijne Hoog-Vorstel. Doorlucht. den Hertog van Saxen-Coburg woonagtig tot Cuylenburg. Dese Derden Druk op 't nieuws oversien en verbetert. Tot Amsterdam, By Jan ten Hoorn, 1705. (15.6 × 9.6 cm, (30) + 300 + (3) pp., Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2079). Vóór deze 3e uitgave, blijken de 1e uitgave verschenen te zijn te Amsterdam 1697 in 12 (Bi Un Amst.), en de 2e te Utrecht 1700 in 8 (Bi Un Amst.). Na de voorrede van Nic. van Heins uit Cuylenborg ‘in mijn Studeer-Kamer’ op 20 Juni 1705, komen 12 pp. verzen verdeeld in 4 deelen, 1) een klinkdicht op de titelplaat verbeeldende bovenaan een godin geneesmiddelen reikende, onderaan een zaal waarin wordt verpleegd, van den schrijver, 2) een stuk van Nic. Bosch, 3) een stuk van H.V. Lewen, 4) een klinkdicht van A. Wagardus. Hieronder de twee klinkdichten. Klink-digt op den Tytel-plaat.
Het wulpse Priesterdom, wiens blakende offerhanden
d'Autaren roken doen van Cyprus Koningin,
En voor geen wetten buygd, als die van dees' Godin.
(Gewoon eerbiedig voor haar Godsdienst staag te branden)
Die ziet men hier, eylaas! gemarteld door de handen
Van een ontwetend volk, gevoerd door d'oude sin
Der grijse School-trant, en gelok-aasd door 't gewin.
(Een dwarl-wind, die soo vaak en laf gemoet doed stranden)
Waar door het droef gesugt, en 't jammerlijk geween
Van Venus Priesters, dringd door lugt en wolken heen,
Tot haar medogende oor. Dies sy haar droeve klagten.
Voor God Apollo stort, die haar een bril toerykt
Opdat 't by-ziendende oog, des Artz wat nauwer kykt,
Als ook een Artzeny van ongemeene Kragten.
N. van Heins.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Klink-Digt op Den vermaarden, Hoog-Edelen, en Hoog-geleerden Heere, D'Heer Nic. van Heins. N.F. Medicinae ac Philosophie Doctor. Hof-Raad en Eerste Lijf-Medicus van sijne Hoog-vorstelijke Doorlugtigheyd; den Hertog van Saxen-Coburg. Als sijn Edt. dit tegenwoordig Tractaat, genaamd De Quynende Venus De wereld ten dienste in het Ligt gaf.
Gy daald, geleerde Heins! dus in Apoll' van boven,
En reykt het min siek volk, geslagen door de roê,
Van wulpse wellust, hiēr een heylsaam middel toe,
Een middel dat niet voort den mensch sijn kragt komt roven
Door een verkeerd gemors van quylen, sweten, stoven;
Waar door d'ervarendheyd ons dagelijks sien doet hoe,
Die menschen na dees quaals genesing zijn temoê:
Wie kan uw' geest en konst hier na verdiensten loven,
Dewijl gy door uw' konst met geesten 't lijf geneest?
Die sulke geesten teeld, is niet als enkel geest.
Dus straald het glans-rijk licht, dat me op uw' hoofd siet swieren,
Te Romen eerst onvonkt, door al de wereld heen!
Men eer dan Heins niet min als Hermes of Galeen!
Men cier' het edele hoofd met Myrten en Laurieren!
A. Wagardus, J.U.D.
Het boek bevat 5 hoofdstukken: de Venus-ziekte of Spaansche pokken in het algemeen, waaruit druiper, sjanker en klapooren ontstaan (aldus met de verwarring tusschen syphilis en andere geslachtsziekten); het gevaar van de methode van salivatie of kwijling, van het onmatig zweeten in de zweetkas, van het onmatig en veelvoudig purgeeren; aanwijzing van het gebruik van uittreksels of pokdranken en inwendige geneesmiddelen. Op het einde, een aanhangsel met aanmerkingen betreffende de geslachtskwalen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geslachtsziekten. 1709 van Heins Nic. De gemartelde Venuspriester geheeld en geredt ofte een naukeurige verhandeling van de Venusziekte. 's Gravenhage 1709 kl in 8 (Bi Un Amsterdam). Heister Laur. Zie 1726 Douglas, 1728 Heyster. Geneeskunde. 1763 van den Hekke Phil. Een kort en ruyg bewerp; waar in ten eersten getoont werd den aart, kragt en werkende aplicatie van de emplastrum maturativum, ten tweeden: Een Kort en ruyg bewerp van de wezentlijke eygenschappen en cueren van de rachitis ofte lendenvang, ten derden: Een Kort en ruyg bewerp en tafel, van de anatomie. Rotterdam 1703 kl in 8 (Bi Un Amsterdam). ***
In mijn studie over J.B. van Helmont en Fr. Merc. van Helmont worden de volgende werken in het Nederlandsch genoemd en bestudeerdGa naar voetnoot(1): Geneeskunde [1659 van Helmont] Dageraed, / oft / nieuwe opkomst / der / geneeskonst, / in verborgen grondt-regelen der Natuere, / door / den Edelen, wijt-vermaerden, en Hooghgeleerden / Geneesheer, / Joan Baptista van Helmont, / Heer van Merode, Royenburgh, Oorschot, / Pellines, etc. / Nooyt in 't licht gesien, en van den Autheur selve / in 't Nederduyts beschreven. / t'Amsterdam, / By Jan Jacobsz. Schipper, / op de Keysersgracht, in 't jaer 1659. / Met Privilegie. (19.2 × 14.8 cm, (16) + 404 pp, Bi Un Gent Acc 6393, Brit. Mus. London, Bi Un Leiden, Bi Un Amsterdam) Zie Helmontiana I p 457. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geneeskunde [1660 van Helmont] Dageraad, / ofte / nieuwe opkomst / der / Geneeskonst, / in verborgen grond-regeelen der Nature, / door / den Edelen, Wijd-vermaarden, en Hoog-geleerden / Genees-Heer, / Joan Baptista van Helmont, / Heer van Merode, Roijenburg, Oorschot, / Pellines, etc / Noit in 't licht gesien, en van den Autheur zelve / in 't Nederduits beschreven. / Tot Rotterdam / By Joannes Naeranus, Boek-verkooper op 't Steiger in den / Boek-binder, Anno 1660 (19.7 × 14.8 cm, (16) + 404 pp, Bi Un Gent me 141, Kon Bi Brussel VH 7366) Zie Helmontiana I p 457. Chemie. 1688 van Helmont J.B. Praecipiolum, of het immaturum minerale electrum. Uitgegeven door J. Van de Velde, Amsterdam 1688 onder den titel: Eenige philosophisch en medicinaale Tractaatjes. (Bi Un Leiden) Zie Helmontiana III p 865. Geneeskunde. [1692 van Helmont]. Aanmerkingen Over den Mens, en desselfs siektens; van Franciscus Mercurius van Helmont, alles op gewisse en onfeilbare gronden, so van de natuerlijke reden als ervarentheid gevestigd. Het eerste deel. t'Amsterdam, by Pieter Rotterdam, Boekverkoper op de Vygendam, 1692. (13.7 × 6.8 cm, (12) + 237 pp + bladwyser, Bi Un Gent Acc 6479). Zie Helmontiana III p 866. Psychologie [1693 Helmont] Francisci Mercurii van Helmonts Paradoxale discoursen ofte ongemeene meeningen van de groote en kleyne wereld, En desselfs Vereeniging in alle Natuurlijke en Boven natuurlijke Saken, en speciaal van de Wederkeering der menschelijke zielen. Uit het Engels vertaald door C.K. t'Amsterdam, By Hendrik Janssen, 1693 (15.7 × 9.5 cm, (10) + 201 + 80 pp, Bi Un Gent Acc 6961) Zie Helmontiana III p 862. Psychologie. 1694 van Helmont F.M. Aanhang of mondeling gesprek van Franciscus Mercurius van Helmont raakende onder andere de wederkeeringe der menschen zielen. Alsook de uytvindinge der getaalen van een, twee, dry, en hoe de Dryeenheyt daar zekerlyk uyt te vinden is. Amsterdam, by Pieter Rotterdam 1694 in 12, 60 pp. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zie Helmontiana III p. 860. Over van Helmont Joan Baptista (Brussel 1577 † Brussel 1644 en Franciscus Mercurius (Vilvoorden 1614 † Cölln 1699), zie Helmontiana 1929, 1932 en 1936.
*** Geneeskunde. 1757 Helt J.G. De maag beschouwd in zijne waarde. Hoorn 1757 in 8. Deze werken volgens Johan-Friedrich Helvetius of Schweitzer (1625 † 1709), geneeskundige en alchemist. Verloskunde. 1698 Helvetius P.M. Teelthuin van 't menschelijk geslagt, alsmede een klaare en naakte manier om een vrouw van haar kind te verlossen. Leiden 1698 in 4 (Bi Un Amsterdam). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De verhandeling gedagteekend Utrecht 9 maart 1772, bevat 100 pp minder dan de gedrukte paginatie; die paginatie is werkelijk 277-280, waarop volgt abusief 381-432. Geneeskunde 1785 Hennert J.F. Byzondere uitwerkzelen van de influenza, en de geneesmiddelen tegen die besmettelijke ziekte. Utrecht 1785 in 8. De voorrede wordt uit Jena op 3 maart 1784 geteekend. Het werk bestudeert het verband tusschen ziel en lichaam bij wakker zijn, en dan als men slaapt en droomt. Gedrag van slaapwandelaars die droomen en werken door de inwendige verbeeldingskracht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Psychiatrie [1790 Hennings] Verhandeling over het voorgevoel en de schyngezichten door Justus Christiaan Hennings, Hofraad en Hoogleeraar te Jena. Uit het Hoogduitsch. Eerste stuk. Te Amsterdam, By Arend Fokke Simonsz. MDCCXC (18.3 × 11.5 cm, XVIII + (12) + 618 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 5596) Het 1e stuk beslaat pp 1-396 met 22 hoofdstukken, het 2e stuk met jaartal 1791 met hoofdstukken 23 tot 31 beslaat pp 397-618. De voorrede draagt het jaartal 1777. De vertaler blijft onbekend en schrijft een voorbericht uit Amsterdam 14 Slachtmaand 1789. Studie van algemeene zielkundige grondstellingen waaruit de vooruitzieningen, voorgevoelens, voorbeduidsels en schijngezichten te verklaren zijn, zoowel in wakkeren als in slapenden toestand. Geneeskunde. 1522 Henricus Fr. Den troost der crancker Menschen. Yper Destree 1522 in 8. Campen Joessen 1551 in 8. Amsterdam Barentsz 1602 kl in 8 (Bi Un Amsterdam). De datum van uitgave wordt bekend gemaakt door de ‘toeëigening aan de vaderlandsche jeugd’ geteekend Amsterdam 12 mei 1784. Invloed van koude en vorst. Geschiedkundig overzicht, in verband met lage temperaturen, chronologisch opgesteld. Heelkunde [1723 Herls] Examer der Chirurgie, By een vergadert door Mr. Cornelis Herls. Nu Doorgaens verbetert, en vermeerdert, na de hedendaegsche Speculatien, en Practijck, gelijck de Voor-reden aenwijst; Beneffens Een Aenhangsel van den Omloop des Bloedts, en kort Examen van de Doses der Purgatien, Vomitorien, en Opiaten, Door Ferdinandus Gruiwardt, der Medicynen Doctor; en Practizyn binnen Middelbourg in Zeeland. Alle jonge chirurgyns seer nut, en dienstigh, insonderheyt die haer naer Oost- ofte West-Indien begeven. Hier is noch by-gevoeght. Chirurgyns scheeps-kist. t'Amsterdam, By de Erve van de Wed. Gijsbert de Groot, en Antony van Dam in Companij, Boekverkopers op de Nieuwen-Dijck, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in de Groote-Bybel, 1723. (16.3 × 10.4 cm, (16) + 416 pp, Bi Un Gent me 1799). Aan het exemplaar van de Bi Un Gent ontbreekt de tafels. De Bi Un Amsterdam vermeldt de volgende uitgaven: 1645 Amsterdam 3e druk kl in 8, 1648 Amsterdam 5e druk kl in 8, 1660 Middelburg kl in 8, 1672 Antwerpen kl in 8, 1680 Amsterdam in 8, 1700 Antwerpen in 8, 1703 Amsterdam in 8, 1723 Amsterdam in 8. Het boek wordt opgedragen aan Johannes Wilhelmi, den oudsten practiseerden arts van Middelburg door Ferdinand Gruiwardt te Middelburg op 17 maart 1660. De opdracht wordt gevolgd door drie stukken verzen, het 1e Den Heel-Meester spreeckt tot den Jongelingh, het 2e is een Lofrijm ter eere van F. Gruiwardt opgesteld door Joh. Raaf, het 3e op 't Examen van Mr. C. Herls, dat hier volgt:
Op 't Examen van Mr. C. Herls, Verbetert, en vermeerdert Door de Heer Ferdinandus Gruiwardt, Der Medicijnen Doctor, en Practizijn binnen Middelburg in Zeelandt.
Wat ongemeene galm blaest Fama in mijn Ooren?
Dat Herrels is vervormt, en wederom omherboren
En krijgt een ander glants door Gruiwards snege Pen;
Die hem soo heeft verrijckt, datmen hem naeuwlijcks kon
Be-oogen: of men moet met een verwond'ringh seggen,
Een tweed' Hippocrates komt sich hier neder-leggen
Onder des Druckers Pers. Lief hebbers van de Konst.
Hier is nu stof genoegh, om aen dit Breyn uw' gonst,
En Lof te dragen; midts hy de steyle trappen
Van Wetenschap betreet, door kenb're eygenschappen;
En leert ons 't recht gebruyk van d'Ommeloop des Bloets;
't Welk my doet aess'men uyt, dat ons noyt soo veel goets,
En nuttigheyt toe-quam, als door dees nutte blaâren,
Heel-meesters die nu noch beploeght Neptunus baaren.
Noyt zyt gy soo gerieft met soo een nodigh werck,
Dat u de gronden leert, en maeckt u vast en sterck,
In 't onderscheyden van die middelen, die halen.
Door Braeck, en Stoelgang uyt; selfs d'alderdiepste qualen,
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En oock in 't kort, het zeer van yder Hooft-gebreck
Te helpen: dies men hier heeft in een naeuw besteck,
Al 't gene dienstigh is voor een Wond-arts te weten,
Hy moet dan zyn gekroont, die sich soo heeft gequeten
Ontrent dit weerde stuck: soo dat de vlugge Faem
In eeuwigheyt uyt-roept sijn Loffelijcken Naam.
J.H.
Het werk is verdeeld in 6 afdeelingen, en de tekst is onder vorm van vragen en antwoorden: de 1e bespreekt de chirurgie in het algemeen, de 2e de anatomie, de 3e, 4e en 5e ook; daarna een theoretisch overzicht over de elementen, de humeuren, de geesten, de faculteiten, de natuurlijke dingen, de dingen tegen natuur. Het practisch gedeelte handelt over de gezwellen, de wonden, de ulceratien, de breuken. Op het einde eene reeks bereidingen, bruikbare hoeveelheden, en de bepaling van de gewichten libra, uncia, dragma, scrupulus, granum, manipulus, Pugillus. Heelkunde. 1503 Hermanni. Die Peerle der Chirurgien, inhoudēde den rechten Const om alle wonden te ghenesen ghetrocken uit dye boecken Doctoris Paracelsi. By-mi Jā Koelate, Thatwerpe 1503 in 4. Schoone titelprent, recto en verso. Goedkeuring uit Brussel geteekend door Philips de Leus op 2 september 1552. De indeeling is dezelfde als de uitgave van 1570, met de 171 ‘Capittels’ waarna twee hoofdstukjes met figuren betreffende de bereiding van brandewijn. Registers op 5 pp eindigende met de woorden: ‘Gheprint Thantwerpen op dye Lombaerde Veste in | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onse lieue Vrouwen Thoren by my Jan Roelants. Int Jaer ons Heeren M.CCCCC. en̄ LII den XVIII. dach novembris. In het zelfde jaar wordt een uitgave genoemd, Hantwerpen, G. van Parys in 12. Distillatie [1558 Hermanni] Een Constlich Distilleer boeck / inhoudende die rechte en̄ warachtighe Conste om alderhande wateren / cruyen / bloemen / wortelen / en̄ alle andere dinghen te leeren distilleren opt alder constlichste beschreuē door M. Philippus Hermanni / soo hi die selue veel jaren gheuseert ende gheexperimenteert heeft. Noch een tractaet vā den selven Meester / hoemen ghebranden wijn maken sal / oft distilleren sal / met sinen figueren daer by ghestelt. Gheprint Thantwerpen teghen die gulden hant ouer / by my Symon Cock. (14.8 × 9.5 cm, (78) fos, Kon Bi Brussel II 84577) Goedkeuring ‘tot Bruessel den tweedē dach in september. Anno MD ende LXX. Onderteekent P. de Leus’. Zooals bij 1552, 171 ‘Capittels’. Daarna fo 70 ‘Die Tafel oft Register van desen Boecke’, fo 73 ‘sommighe alder constiichste distilatien’. Het jaartal bepaald op fo 72: ‘Gheprint Tantwerpen op die Lombaerde Veste teghen over die gulden hant by my Symon Cock. Int Jaer MCCCCC en̄ LVIII. Distillatie [1570 Hermanni]. Een Constich Distileer boeck / inhoudende die rechte en̄ warachtighe conste om alderhande wateren / cruyen / bloemen / wortelen / en̄ alle andere dinghen te leeren distileren opt alder constichste beschreuē door M. Philippus Hermanni / so hy die selue veel iaren gheuseert en̄ gheerperimenteert heeft. Noch een tractaet vandē seluen Mester / hoe men ghebranden wijn maken sal oft distileren sal / met sinen figueren daer by ghestelt. Thantwerpen op die Lombaerde veste in den gulden Pellicaen / by Guilliaem van Parijs. (14.9 8.9 cm, (136) + (6) + (12) pp, Bi Museum Plantin A 3306) De goedkeuring, geteekend P. de Leus, draagt den datum van 2 september 1552 uit Brussel, aldus den datum van de 1e uitgave. Het boek bevat 2 deelen, de methoden om kruidenwaters te distilleeren. en deze om balsemen en olieën uit kruiden en specerijen te bekomen, in 171 ‘Capittels’. Met teekeningen over gebruikte toestellen (136 pp). Op de 6 volgende pp treft men een register eindigende met de woorden: ‘Gheprint Thantwerpē op die Lombaerde Veste in den Gulden Pellicaen by my Guilliaem van Parys Int Jaer MCCCCCLXX’ waardoor het jaartal van uitgave wordt vastgesteld. Ten slotte dragen de 12 pp | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eenige formules van bereidingen van waters met geneeskundige eigenschappen. Distillatie [1596 Hermanni] Een Constich Distillierboeck / Inhoudende die rechte en̄ waerachtige Conste / om alderhande wateren / Cruyden / Bloemen / Wortelen / en̄ alle andere dingen te leeren distillieren; Uyt alderconststichste beschreuen / door M. Philippus Hermanni, so hy die selue veel Jaren ghevseert / ende geexperimenteert heeft. Gedruckt tot Utrecht / By my Reynder Wylicks. Anno M.D.XCVI. (14.2 × 8.6 cm, (138) pp, Stadsbi Antwerpen G 31218). Deze kleine uitgave bevat in 2 deelen de 171 ‘Capittels’ van de andere uitgaven met een tractaat over brandewijn. Na den register de kleine verhandeling (14 pp) over de bereiding van gedistilleerde waters en olieën. Distillatie. 1612 Hermanni. Een constich distilleerboeck. Amsterdam Harm. Jansz. Muller 1612 kl in 8 (Bi Un Amsterdam) Vander Aa (VIII1 p. 672) noemt alleen een Constich Distillier-boeck van 1622 kl in 8. Het British Museum bezit een uitgave van 1597 Haag, en een van 1622 Amsterdam. Chemie [1556 Hermanni] Dat Secreet der Philosophijen inhoudende hoemen alle aertsche dinghen ghelijck als Alluyn / Solfer / Coperroot en̄ dyer ghelijcken bereyden sal en̄ ghebruycken / ende oock hoemen alle Olien wt den Metalen Distileren en̄ maken sal / Met noch veel ander Secrete en onghehoorde Consten daermen wonderlijcke Curatien mede doet in allen swaren en̄ ongheneselijcken sieckten so dat des ghelijcx noyt gheprint en is gheweest in gheenderley Sprake altesamen ghetoghen wt den Boecken Paracelsi / door den hoochgheleerden en̄ experten Meester inder selver Const Philippus Hermanni Medicijn ende Churgijn. Gheprint Thantwerpen op dye Lombaerde Veste in onse lieue Vrouwen Thoren by my Jan Roelants. Anno M.D. en̄ LVI. Met Gratie en̄ Privilegie. (16.8 × 12.2 cm, (6) pp + 20 fos + (2) pp, Bi Un Gent A 133912) Privilegie geteekend uit Brussel 12 Januari 1552. Proloog waarin het belang van de alchemie wordt bewezen. Overzicht in 29 hoofdstukken. Chemie 1612 Hermanni Phil. Dat secreet der Philosophien... altesamen getogen wt die Boecken Paracelsi. 1612 in 8 (Brit. Mus.) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Privilegie geteekend uit Brussel 7 Juni 1553, gevolgd door een proloog. Overzicht in 16 hoofdstukken.
Hermanni Phil. Zie Paracelsus.
*** Pharmacie. 1799 Hermbstaedt Sig. Friedr. Catechismus der apothecars-kunst. Uit het Hoogduitsch door F.M. Lynen. Amsterdam 1799-1800 in 8; 2e druk Amsterdam 1813 (Bi Un Amsterdam) Geboren te Erfurt 1760 † Berlin 1833, hoogleeraar te Berlin. Alchemie. 1652 Hermes Trismegistis. Sesthien Boecken van den voortreffelijcken ouden philosooph Hermes Trismegistis. Amsterdam, Pieter la Burgh 1652 in 12 (Bi Un Amsterdam). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hermes Trismegistis wordt als de schrijver beschouwd van verscheidene oude Grieksche geschriften. Geneeskunde. 1790 Hertz Marc. Brieven aan geneesheeren. Uit het Hoogd. vertaald door Dav. Heilbron. Utrecht 1790 in 8. Amsteldam 1792 in 8 (Bi Un Amsterdam) Heshuysen, Fl. Visscher. Zie 1786 Blom. Geneeskunde. 1600 Heurnius J. Het noodigh pestboeck. Leyden Orlers 1600 kl in 8 (Bi Un Amsterdam). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In het 1e deel de opdracht aan H.D. Gaubius, een voorrede van de schrijvers, een bericht van den vertaler, naamlijst der inteekenaaren. In het 3e deel een bijvoegsel met Nederlandsche woorden, en een Fransch register naar den tekst verwijzende.
Hiddinga Joh. Zie 1768 Chais. Heelkunde. [1634 Hildanus] Guilhelmus Fabricius Hildanus, Van de Verbrantheyt door Olye / heet water / gloeyende Yzer / Puspoeder / Blixem / etc. (Als 3e verhandeling met Hant-Boeck der Chirurgyen door D. Carolum Battum, Amsteleredam 1634, Bi Un Gent me 1672). Zie 1634 Hippocrates. In 16 hoofdstukken en op 61 pp worden de middelen aangeduid om de brandwonden te behandelen. Schr. bepaalt: ‘Verbrandheyt is een scheydinghe des geheels meest in epidermis, dat is 't opperste velleken ofte opperhuytje, Cutis, dat is 't Vel somtijdts mede in 't musculeuse Vleesch, Aderen, Arterien, Senuen, &, door gewelt des vyers veroorsaeckt.’ Heelkunde. Sd Hildanus G.F. Nieuwe Veldchirurgie, 600 aanmerkingen ontrent de Heel- en Geneeskonst in 4. Dit werk zou een 2e uitgave zijn; de 1e zou verschenen zijn te Antwerpen in 1706. Het wordt opgedragen aan Cas. Vilella en aan het Collegie van heelmeesters van Antwerpen, en is versierd met het portret van Martinus Van Hille (1633 † 1706) op 72-jarigen leeftijd. Onder het portret de vier volgende verzen: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat ick was en is niet meer,
Dat ick ben is wonder teer,
Dat ick naemaels wesen sal,
lieve godt dat is het al.
Na een kort bericht tot den lezer en een ‘Lof der Chirurgie’ komt het overzicht onder vorm van vragen en antwoorden. Het 1e deel met 11 hoofdstukken, het 2e deel met 36 hoofdstukken. Daarna komt (p 189) een ‘Tractaet van de Voorboden der Pocken Ende oock vande Pocken’ selfs met 11 hoofdstukken.
*** Heelkunde [1565 Hippocrates] Hippocrates Van die wondē des hoofts, nu eerst wten Latijne ouer-geset int nederduytsch, door M. Peter Hassardus Medecijn ende Chirurgijn. Met een corte verclaringhe door den seluen P. Hassardus (1565, 13.9 × 8.4 cm, (3) + 32 fos, Bi Un Gent Acc 379451) Het onvolledig exemplaar, waarvan het jaartal kan worden vastgesteld door den datum van de opdracht aan de gemeenteoverheid te Brussel, bevat zooals de latere uitgaven een tweespraak tusschen Hippocrates en Hassardus. Heelkunde. [1629 Hippocrates]. Hippocrates, van de Wonden int Hooft. Wtten Latijne int Nederduytsch overgheset, Door M. Peeter Hassardus, Medecijn ende chirurgijn binnen Bruyssel. Den derden druc / met een Register des inhouts vermeerdert / door Isaacum Sanderum, liefhebber der chirurgije. Item, Een besondere Historie van een nieu gepractiseerde Trepane: door Mr. B. van Rijnenburgh. Tot Rotterdam. Jan van Waesberge / op de Coorn-marct. Anno, 1629. (15.4 × 9.6 cm, 45 fos + (19) pp, Kon Bi Brussel III 17388 A, Bi Un Amsterdam). Het werk is de 3e uitgave van een boek die als 1e uitgave in 1565 verscheen te Antwerpen bij Silvius in 8 (Bi Un Amsterdam); een 2e uitgave zag het licht in 1616, Amsterdam, P. van Ravesteyn in 8 (Bi Un Amsterdam). De opdracht van Hassardus, ‘uyt Bruyssel, den 6. Dagh van Meerte, int Jaer ons Heeren, Anno 1565’ aan de gemeenteoverheid van ‘Bruyssel in Brabant’; is vooral een sterke pleidooi tegen kwakzalverij. Daarna spreekt Hassardus tot Hippocrates die hem de antwoorden geeft. De gebruikte werktuigen worden afgeteekend en beschreven. Het stukje over den trepaan, van ‘Mr. B. Rhijnenburgh, Chirurgijn, Lant-meter ende Notaris Publijck residerende binnen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Goude’ wordt aan Otto Hurmius, hoogleeraar opgedragen, en bevat eenige Latynsche verzen van M. Herculanus Bloncq, M.D., en daarna het volgend gedicht:
Ad Amicus.
Met recht datmē die prijst,, die te recht lof verdient,,
Die dit ghebracht int licht,, noch meer als hier vertoont,,
Wt liefd' die liefd' bewijst,, en so hem toont als vrient,,
Merct wat wis-const al sticht,, die waerdigh is ghecroont.
Elck dan uyt rechte lust,, wat nuts voor de nasaten,,
Te brengen aenden dagh,, met vlijt altijt na spoort,,
Om Nijders nyt onrust,, en wilt' tweldoen niet laten.
Wat voordeel geven magh, en lof verdient brenght voort.
Om groot,, beschut,, van quaet,, ghestelt.
Wt noot,, tot nut,, de daet,, vermelt.
D.H. Wandels.
Te bemerken valt dat in dat stukje de kommas overal dubbel zijn. Op het einde, de geschiedenis van een nieuw ontdekte trepaan in 1624. Heelkunde [1631 Hippocrates] Hippocrates van die wondē des hoofts, nu eerst uyten Latijne over-gheset in 't Nederduytsch, door M. Peter Hassardus Medecijn ende Chirurgijn. Met een corte verclaringhe door den selven P. Hassardus. (16 × 9.7 cm, 70 + (8) pp, Bi Un Gent G 14355) Zooals in de uitgaven 1565 en 1629, is het een tweespraak tusschen Hippocrates en Hassardus. De verhandeling is medegebonden met Handtboeck der Chirurgyen van C. Battum 1631 Amsterdam, en wordt ook op het titelblad aangekondigd. Heelkunde. [1634 Hippocrates]. Hant-Boeck der Chirvrgyen Waer in veel exquisite ende secrete Remedien / tegens alle uytwendige Ghebreken / soowel in 't generale als in 't particulier verhaelt staen / naer uytwysen des Registers daer van zijnde. Door D. Carolum Battum, Medicijn ordonnaris der Stadt Dordrecht. Waer by gevoeght is Hippocrates van de wonden in 't Hooft. Als mede Guilhelmus Fabrisius Hildanus Vande Verbrantheydt / daer in by na alle Accidenten / ofte toevallen der selver / klaerlijck vertoont worden. t' Amstelredam, Voor Hendrick Laurentsz Boeckverkooper woo- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nende op 't Water in 't Schrijf-Boeck, Anno 1634. (15.1 × 9.4 cm, 336 + (20) + 71 + (6) + 61 pp, Bi Un Gent me 1672). Na de voorrede begint het boek van Baten met eenige aphorismen van Hippocrates, behoorende tot de heelkunde; het bevat 5 ‘tractaeten’ zonder bijzondere titels, met verscheidene figuren. Op het einde de verklaring van eenige technische woorden, in de heelkunde gebruikt, en een alphabetisch register. De volgende 71 + (6) pp behooren tot de verhandeling: Hippocrates, van die wonden des Hoofts, nu eerst uytten Latyne overgheset in 't Nederduytsch, door M. Peter Hassardus Medecijn ende Chirurgijn. Het heeft denzelfden inhoud als de uitgave van 1629, onder den vorm van een tweespraak tusschen Hippocrates en Hassardus. De laatste bladzijde vermeldt dat die verhandeling werd gedrukt door Johannes Jaquet, op de Prince Graft te Amstelredam in 1634. Het laatste stuk (61 pp.) is van G.F. Hildanus (zie Hildanus). Geneeskunde. 1631 Hippocrates, Aphorismi. Dat sijn corte sententien, spreucken ofte regulen, waermede Hippocrates in eene corte Somma de geheele Kunst der medicinen heeft willen leeren. Waer by gevoeght zijn, noch drie boecken Prognosticorum, of voorsegginghen der sieckten. Uyt den Griekschen in den Nederl. tale overghes. door Hendr. Coumans. Amsteleredam, Frans Pels 1631 in 8. (Bi Un Amsterdam) Titelprent met het portret van Ernest Ras op 54 jarigen leeftijd; opdracht aan Ernest Wilhelm en Philips Coenrard en een voorrede. Dan drie lange gedichten over de vertaling van Ras, van Simon Abbes Gabbema, Wilhelm Geest en een onbekende E.W. De aphorismen in het Latyn met Nederlandsche vertaling en met commentarien, worden verdeeld onder 7 hoofdstukken | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
handelende over de geneeskunde, de voeding, de genezingsmethoden, de lichaamsgebreken, de koortsen, de ziekten van al de lichaamsdeelen, de uitwendige kwalen. Geneeskunde [1665 Hippocrates] Hippocratis Coi, Aphorismi. Dat zijn: Kort en bondige Leeringen, Of Regulen; Aanwijzende de oorzaken en eigenschappen der ziekten; En de maniere van genesinge der zelve. Uit geleid en verciert met Nederduitsche Aanteikeningen; Tot dienst en gerijf van ijder Genees-meester / en konstijverende Practizijn. Door Ernestum Ras, Med. Doct. Gedrukt tot Middelburg, Bij Sibrand Jordens, Boekverkooper in de Heere Straat. Anno 1665. (15.7 × 9.5 cm, (10) + 385 + (38) pp, Bi Un Gent A 35391) Titelplaat met het portret van Ern. Ras. Opdracht aan Ernest Wilhelm en Philips Coenrard.
Van de aphorismen, in Nederlandsche uitgave worden nog genoemd: Amsterdam 1680 en 1714. Geneeskunde [1792 Hippocrates] Aphorismen of kortbondige Spreuken van Hippocrates, Benevens deszelfs wet en onderrichtingen. Met een bekwaam Register en Woorden-Boeksken voorzien. Nevens d'aenmaeninge van den Heer N. Tulp. Vertaelt door S. Blankaart. M.D. tot Amsterdam. Midsgaders de Regels van Pareus. Tot Gend, By Adrianus Colier, in de Burgstraete no 95. 1792 (18.7 × 11.5 cm, (30) + X + 206 pp, Kon Bi Brussel VH 7338, Bi A.J.J.V., Bi Un Gent 196 E 28) Titelprent met het beeld van Hippocrates waaronder de tekst: ‘Dus heeft ons Griekenland Hippocrates gegeven, wier Geest eeuw uit eeuw in, zal in zin schriften leven.’ Lange voorrede, ongeteekend, daarna het leven van Hippocrates volgens Soranus, geboortig uit het eiland Cos. De Aphorismen beginnen met die typische woorden: ‘Het leven is kort, de konst lang, de gelegentheyd snel, de onderneming gevaerlyk, en het oordeel moeylyk; de ondervindinge bedriegelyk, en de uytkomst onzeker.’ Woorden die na 24 eeuwen nog altijd volkomen juist zijn. Een zeer uitgebreid register (pp 91-140) wijst in alphabetische orde, naar de bestudeerde zaken. Dan de wet en de onderrichtingen van Hippocrates, de uitlegging van eenige kunstwoorden (pp. 162-187), de geneeskundige vermaningen van Nicolaes Tulp in 74 aphorismen vervat, en 39 regels van Pareus. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De goedkeuring tot drukken is geteekend door G.F. De Grave en L. Maroucx d'Opbracle te Gent 12 februari 1792. Geneeskunde. 1573 Hippocrates. Eenen brief de medecyn aen Desmagetum overgeset door Adrianus Junius. Hantwerpen 1573 in 8 (Kon Bi Brussel II 25930). Hippocrates, als de grootste medicus van de Oudheid beschouwd, te Cos in 468 a. Chr. geboren.
*** Tuinbouw [1771 Hirschfeld] Het zomer-buitenleven; voorgesteld in XVIII. zedekundige vertoogen. In 't Hoogduitsch beschreeven door den Geleerden Heer C.C.L. Hirschfeld, en, Naar den laatsten verbeterden Druk, in 't Nederduitsch Vertaald, door een Liefhebber van het Buitenleven. Te Amsterdam, By Petrus Conradi, in de Kalvenstraat, over de Jonge Graaf van Holland. MDCCLXXI (16.4 × 10.6 cm, (10) + 231 pp, Kon Bi Brussel, VH 5950). Na het voorbericht van den vertaler, die zich niet noemt, de inhoudtafel van de 18 verhandelingen. Het werk is meer een pleidooi voor het buitenleven, met al het aangenaam daaraan verbonden, dan een technisch overzicht. Tuinbouw [1779 Hirschfeld]. Aanmerkingen over de Landhuizen en Tuinkunst, door C.C.L. Hirschfeld. Uit het Hoogduitsch vertaald. Te Utrecht, By G.T. van Paddenburg, MDCCLXXIX (15.6 × 9.3 cm, 142 pp, Kon Bi Brussel VH 5937) Geschiedenis der lusthuizen, aanleggen van tuinen en versiering. Hoefer geeft aan Hirschfeld de bijnamen Christian-Lay-Laurent. Geboren te Nüchel (Holstein) in 1742 en overleden te Kiel in 1792, hoogleeraar te Kiel. Zijn Anmerkungen ueber | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
die Landhaeuser und die Gartenkunst verschenen te Leipzig in 1778. Psychiatrie, 1711 Hippolytus. De verreezene, ontdekkende natuur, eigenschappen, toomelooze hartstochten der vrouwen. Amsterdam 1711 kl in 8. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daar met Aanmerkingen, zo van Geleerdt Schryvers als anderzins, tot dienst der Landgenoten opgeheldert en bevestigt. Door Joh. Wilh. Heyman, Geneesheer. Eerste Deel. Te Leiden, By Abraham Kallewier, MDCCLVI. (21.1 × 13.5 cm, pp 1-201 + (5) + pp 205-404 + (6) pp, Bi Un Gent me 3270, Kon Bi Un VH 7613, 7614). Het 1e deel met zijn voorrede en zijn inhoud bedraagt pp 1-201 en (5) pp, waarop twee verhandelingen, de eerste over de vreugde en het genoegen op deze wereld, de tweede een betoog om zich aan de omstandigheden aan te passen. Het 2e deel begint p 205 en houdt eerst de levensregelen over spijs en drank, en een verhandeling over het hoog begrip van God, aldus meer van goddienstigen als van wetenschappelijken aard. Friedrich Hoffmann, Halle 1660 † Berlin 1742, hoogleeraar te Halle. Het bovenstaande boek staat in betrekking met: Gruendliche Anweisung, wie ein Mensch vor den frühzeitigen Tod und allerhande Arten Krankheiten, durch ordentliche Lebensart sich verwahren könne, Halle 1705-1728, 9 vol in 8.
Hoffmann Fred. Zie 1756 Boerhaave. Geneeskunde [1765 Hofkens] Nut der Olie van Jodenlym, In verouderde Verzweeringen der ingewanden. Door M. Hofkens de Courcelles. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem, 1765 VIII1, pp 475-484, Bi Un Gent Hi 2045) Voorrede van den vertaler; 14 afdeelingen. Heelkunde [1755 Hofman] Geneezinge van een gestokene borstwonde; door J.M. Hofman, Chirurgyn Major van 's Lands Hospitaal te Namen. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1755 II pp 251-268, Bi Un Gent Hi 2045). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Redevoering ten gunste van de inenting, waarover ‘de armste slaaf even veel recht heeft, als de rijkste man, die er leeft.’. Inenting. [1798 Hoylarts] Geneeskundige waarneming over eene byzondere vertraginge der uitbotting van de kinder-pokken, veroorzaakt door eene andere aanwezende ziekte door J.P. Hoylarts Stads Med. Doct. &. Residerend Lid van dit Genootschap. (In Verhand. Genootschap Geneesk. Antw. 1798 I, 62-70, Bi Un Gent me 556). Vertraging van de uitbotting der pokpuisten tot den 17en dag na de inënting, alhoewel reeds al de voorteekens der pokziekte (ontsteking, ettering op de plaats der inenting den 9en dag zichtbaar waren. Verloskunde [1798 Hoylarts] Genees- en verloskundige Verhandeling over de stuiptrekkingen, welke zo dikwerf ten tyde der zwangerheid worden waargenomen (als een gedenk-schrift voorgedraagen door J.P. Hoylarts Stads Med. Doct. &. Residerend Lid van dit Genootschap. (In Verhandel. Genootsch. Geneesk. Antw. 1798 I pp 211-234, Bi Un Gent me 556). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het geluk van Sophronisba, echtgenoot van Lysander, staatsman en wijsgeer, die hare twee dochters tegen de pokken liet inenten. Heelkunde. 1800 Holtzheij J.G. Bericht aan mijne land- en Stadgenooten omtrent eene operatie van cataract met ongunstig gevolg. Amsterdam 1800 in 8. Uitzetting die door cirkelwijzer wordt vastgesteld; 2 figuren. Landbouw [1780 Hooyman] Vervolg der Verhandeling over den tegenwoordigen staat van den Landbouw in de Ommelanden van Batavia, door Jan Hooyman (In Verhand. Batav. Genootschap, II 1780 pp 162-212, Bi Un Gent Hi 9696). Arakbranderijen en Katjangthuinen of Katjang Tannah of aardboonen. Landbouw. 1779 Hooyman Jan. Over den landbouw en de suikermolens (In Verhand. Batav. Genootschap I 1779 p 173). Vogeltje genoemd Waled of Boerong Dayä door de Bergjavanen en Lawit op Java. Boerong beteekent in het Maleisch een vogel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geneeskunde [1787 Hoogeveen] Welke zyn de bekwaamste en tevens veiligste middelen om de Geelzucht, wanneer zy niet te verre gevorderd is, op te lossen? Wat keuze en welke voorzorgen moet men daaromtrent in het oog houden, zo ten aanzien van de verschillende oorzaaken deezer ziekte, als van haare onderscheiden trappen? En indien zy voor ongeneeslyk moet gehouden worden, uit welke tekenen zal men dat besluiten? Het Genootschap ziet, noopens de keuze der middelen, in het byzonder op die hachlyke omstandigheid, wanneer de ziekte tot haare geneezing volstrekt ontbindende middelen vereischt, terwyl ondertusschen de staat van ontbinding, waartoe reeds alle vochten gebragt zyn, byna zodaanige middelen schynt te verbieden. Door T. Hoogeveen, Med. Doctor, en Lector in de Ontleed- Heel- en Vroedkunde te Delft. (In Handel. Geneesk. Gen. Amsterdam 1787 XII pp 435-453, me 366 a) Voorbericht van den vertaler, voorrede van den schrijver. Waarnemingen betreffende koortsen, bastaard zydewee, kraamvrouwen, mazelen, longtering, melaena, hoofdpijn, oogzalven, krampstillende middelen. Geneeskunde [1784 Home] Geneeskundige proeven .... Tweede deel ...1784. (... (4) - 328 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 1778). Waarnemingen over lamheid, heupjicht, lumbago, ischuria, diabetes, waterzucht, amenorrhoea, herpes, woekerwormen, buikloop, bloedstortingen, steenbrekende middelen. Francis Home was hoogleeraar in de geneeskunde te Edimburg. Zijn boek Medical Facts and experiments verscheen te Londen in 1758 in 8.
Van Hoogstraeten D. Zie a Gehema 1683, 1690. Heelkunde [1729 Hoogvliet] Konst om wonden te schouwen, en over derzelver doodelykheid te oordeelen, kortelyk verhandelt volgens de ware Huishouding onzes lichaams door Johannes Hoogvliet, Heelmeester. Te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Delft By Reinier Boitet, 1729. (18 × 11.5 cm, (24) + 367 + (13) pp, Bi Un Gent me 2536). De Bi Un Amsterdam bezit een uitgave 1709 in 8 te Rotterdam, aangeduid als 2e druk. Opdracht aan Abraham van Bleiswyk te Delft, geteekend door Johannes Hoogvliet uit Delft 15 van Wiedemaand 1729. Daarna een eerst Latynsch gedicht van Joannes van Dam, een tweede van Zacharias Paspoort, en een lang Nederlandsch gedicht door Arnold Hoogvliet, schrijver's broeder. Het werk bedraagt 5 hoofdstukken, het schouwen der wonden in het algemeen, de werkingen van het menschelijk lichaam, de volkomen doodelijke wonden, de door zich zelfs doodelyke wonden, de door toeval doodelijke wonden. Verloskunde [1753 van Hoorn] Siphra en Pua; of onderwyzing in de Vroedkunde en derzelver voornaamste Handgrepen; nevens dertig gewigtige Waarnemingen omtrent Zware Verlossingen, gedaan door Johan Van Hoorn, M.D. Lyfarts des Konings van Zweden, President van het Koninglyke Geneeskundige Genootschap, en Stads Onderwyzer in de Natuurkunde te Stokholm. Naar den Derden Druk, uit het Hoog- in het Nederduitsch vertaald, en met eenige Aanmerkingen vermeerderd, door Gerard ten Haaff, Heelmeester in Rotterdam, mitsgaders Operateur van den Steen, te Delft. Te Amsteldam, By F. Houttuyn, Boekverkooper. MDCCLIII. (21.5 × 13.9 cm, (24) + 224 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2624). Een 2e uitgave te Amsterdam 1768 in 8 (Bi Un Amsterdam). Voorberichten van vertaler en van schrijver. Drie deelen: de natuurlyke geboorte, de zware en tegennatuurlijke verlossingen, 30 waarnemingen. Geneeskunde [1762 Hovius] Aanmerkingen over de geneesmiddelen, door J. Hovius (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1762 VI pp 788-865, Bi Un Gent Hi 2045). Historische verhandeling. Geneeskunde [1782 ter Horst] Zyn'er Braakmiddelen, die men in zommige gevallen boven den wortel van Ipecacoanna verkiezen moet? zoo ja: welke zyn die middelen, en wanneer komen ze te pas? Door G. Ter Horst, A.L.M. et Medicinae Doctor te Amsterdam. (In Handel. Geneesk. Gen. Amst., 1782 VII 2e pp 317-338, Bi Un Gent me 366a) Gebruik van braakwijnsteen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geneeskunde [1783 ter Horst] Op hoe veelerleie wyze kan het vermogen van den korstbast ondersteund of aangezet worden door bygevoegde middelen, in die gevallen daar hy wel als het voornaamste geneesmiddel vereischt wordt, maar echter te zwak is om alleen de zaak af te doen? en welk eene keuze van middelen moet men ten dien einde doen, betrekkelyk tot den onderschenen aart der voorkomende gevallen en omstandigheden? Door G. ter Horst, A.L.M. & Medicinae Doctor te Amsterdam. (In Handel. Geneesk. Gen. Amst. 1783 VIII pp 111-168, Bi Un Gent me 366a). Gelijktydig gebruik van laudanum, sel polychrest, rhabarber, speerkruid, Hoffmann-vocht, Valeriana, zeverzaad, Carduus benedictus, calomel. Heelkunde. 1669 van Horne Joann. Kort begrijp der ontleed- en heelkonst. Vert. door Quiryn van Vissendiep. Leyden 1669 in 8 (Bi Un Amsterdam). Over de titelprent verbeeldende den dood op den aardbol zittende, terwijl een engel boeken leest en een ander door een pijp zeepbellen in de lucht zendt, leest men de volgende verzen: Zinnebeelt
Op de Zinbeeldige Titelprent. Dus siet gy Vroed-Vrouw het leven ende dood Zinbeeldig afgebeelt,
Ey wagt U, dat ge het eerste nog Vrouw nog Kind te reukeloos beneemt,
Lees en herlees daarom, dees opgestelde blaren
En wil dit klein begrip, als een kleinood bewaren.
J. de Vos.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het boek wordt opgedragen door Abr. Houttuyn uit Amsterdam 26 april 1751 aan de artsen Willem Roël, Samuel Seullyn, Jan Hanedoes, Theodorus Tronchin, Cornelis Joannes de Famars. Na de voorrede tot den lezer komen 4 gedichten waarvan het laatste, omdat het door een chirurg geschreven werd, hier onder wordt opgenomen. 1o Over het boek van Abr. Houttuyn, zonder naam van dichter. 2o Over dat boek, door Junius Batavus Apollinis Cultor. 3o Ook over het boek en deszelfs schrijver, geteekend W.H.J. 4o Op de Vasten en ware gronden van de Vroed-Konst, in 't Ligt gegeven door de Heer Abraham Houttuyn M.D.
De Vroed-Konst scheen voor heen als in een mist begraven,
En d'eedle Artzeny van misgevoelen krank,
De geest te geven in een sluimer siekt eer lank,
En af te leggen al haar heerlyke gaven,
Maar nader onder wind tot vrucht van yverig slaven,
Maakt de hoog vergode Konst, van haare quaal gesond,
Geeft haar een beter voet, een ruym soo vasten gront,
Om met beknopter styl, de waereld door te draven,
't Geleerd vernuft van hem die graag zyn uuren slyt,
Tot redding van de Konst zyn arbeid mag bekronen,
Van 't ligt in duisternis om eens den dag te toonen,
Die ons verschuldigt was 't verloop van langen tyt:
Slyt nu geen Jaaren meer, in angstig te doorsoeken,
Het ruim en breet beslag van afgeleefde Boeken,
Hier loopt een korter weg naar opener bescheit,
Schryft Schryvers wat gy wilt om werken te vergaren,
Hier vint men ryke stof in klyn getal van blaren,
Die kort en bondig is heeft alderbest gezeit.
G.D.K. Chirgurg.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het overzicht onder den vorm van een onderhoud tusschen twee personen, geoefend leerling en onderteekend leeraar, hetgeen het overzicht wat langdradig maakt.
***
In het Biographisch Woordenboek (VIII, 1867, p. 1334) zegt Vander Aa, dat Martinus Houttuyn, geboren in 1720, doctor in de geneeskunde werd, te Leiden studeerde, waar hij in 1749 een Dissertatio spasmologica, spasmorum theoriam exhibens verdedigde. Hij gaf een vertaling van het Systema naturae van Linnaeus, eerst uitgegeven door zijn vader Frans Houttuyn, dan bij de erven, eindelijk voor de laatste deelen bij J. Vander-Burgh en zoon in 1785. Hij gaf ook het vervolg uit van de Geschiedenis der Nederlandsche vogelen van Nozeman en Sepp. Hij was lid van het Zeeuwsch Genootschap van kunsten en wetenschappen, en van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Biologie. 1761 Houttuyn. Natuurlijke historie of uitvoerige beschrijving der dieren, planten en mineralen, volgens het samenstel van den heer Linnaeus, met nauwkeurige afbeeldingen; 16 stukken. Amsterdam 1761. Zie Linnaeus. (Bi Un Amst.) Beschrijving van achaat, soms met andere steenen verward. Pantkunde. 1773 Houttuyn. Handleiding tot de plant- en kruidkunde, benevens eene uitvoerige beschrijving der boomen, planten, enz. volgens | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het zamenstel van C. Linnaeus: Nieuwe uitgave 14 dln. Amsterdam [1773] in 8. Als 2e deel van de natuurlijke historie. Zie Linnaeus (Bi Un Amst.) Beschrijving van zwarte peper van Malabar, wit gemaakte peper van Java, natuurlijke witte of geelachtige peper van Ceylan, lange peper, cubeben of staartpeper. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dierkunde. 1786 Houttuyn. Aanmerkingen over de rupsen. (In Nederl. Alg. Vad. Letteroef. 1786, I, 2, p. 327) Echte kaneel komt van Laurus Cinnamomum, grovere kaneel wordt geleverd door Laurus Cassia; tien varieteiten worden beschreven. De beste kaneelolie wordt op Ceylon gedistilleerd. 1787 Houttuyn. Aanmerkingen over de herfstdraden. (In Nederl. Alg. Vad. Letteroef. 1787, III, 2, p 520 Studie van de mannelijke en vrouwelijke bloemen van Myristica. Pharmacie. 1796 Houttuyn. Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen. Uit het Latyn bewerkt door D.L. Oskamp, M. Houttuyn en J.C. Krauss, 6 dln, Amsterdam 1796-1800 in 8 (Pritzel nr 10678) Houttuyn M. Zie 1756 Du Verney, 1784 Faujas.
*** Pokken [1767 Hovius] Aanmerkingen over de menting der kinderpokjes. Door J. Hovius, Med. Doctor. (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1767 IX3 pp 313-582, Bi Un Gent Hi 2045). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
snee mitsgaeders eenige kortbondige spreuken van den Heere Mauriceau, Beantwoord door den Heere Levret. Byeen versamelt met noodige Aenmerkingen door J.C. Huart. Gesworen Heelmeester te Thienen. Tot Mechelen, by Joannes Franciscus Vander Elst 1770. (Met Goed-Keuringe. (17 × 12 cm, X + 196 + VI pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 2620). De drukker tot den lezer, dan de goedkeuring uit Leuven 20 Oct. 1769, en voorbericht. Het boekje bedraagt 10 hoofdstukken, gevolgd door 34 aphorismen. Heelkunde. 1774 Huart C.J. Korte verhandeling over de heelkundige berichten. Mechelen Vander Elst 1774 in 8 (Bi Un Amsterdam) Opgedragen aan Delardenois de Ville, burgemeester van Thienen; voorbericht; inleiding. Het 1e deel met 5 hoofdstukken bespreekt de doodelijke wonden, het 2e deel met 3 hoofdstukken de ziekten en bijzondere gevallen. Medegebonden komt het Supplement van 1777 (zie 1777 Huart). Heelkunde [1777 Huart]. Supplement op de heelkundige Berigten, In welk voornamentlyk verscheyde Consultatien ende zekere zaeken het Geslagt betreffende, opgelost zijn geworden. Door den zelfden J.C. Huart, Gezworen Heelmeester tot Thienen. Tot Loven by Jan-Baptist Vander Haert in den Gulden Helm 1777. Met Approbatie. (16.5 × 9.7 cm, XII + 141 + (4) pp, Bi Un Gent me 1818 medegebonden met 1794 Huart). 5 hoofdstukken: de wonden, de verhangenen, de verdronkenen, de vergiften zooals loodwit en loodglit, koperverbindingen, zwammen, damp van brandende kolen, eindelijk over gevallen betreffende de geslachten. Op het einde de toelating om drukken geteekend uit Brussel 16 Augustus 1776. Dood. 1794 Hufeland, Christ. Wilh. Verhandeling over de onsekerheid des doods. Haarlem 1794 in 8 (Bi Un Amsterdam). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Huichelbos J.D. Zie 1787 Anonymus. Diergeneeskunde. 1772 Huisman J.W. Handboek voorgesteld in den Frieschen stalmeester en koeyendokter. Leeuwarden 1772 kl in 8. Aan Edw. Sandifort hoogleeraar te Leiden, wordt die vertaling door P. Boddaert opgedragen. De voorrede is geteekend uit Utrecht 15 sept 1773, in welk jaar ook een 1e uitgave te Dordrecht in 4 (Bi Un Amsterdam) verscheen. Medegenaaid met de Practicaale Verhandeling over de ongemakken der tanden van hetzelfde jaar. Stomatologie [1780 Hunter] Practicaale Verhandeling over de ongemakken der Tanden, geschikt tot een Vervolg van de Natuurlyke Historie der Tanden, Door den Heere Johan Hunter, Buitengewoon Heelmeester van den Koning van Engeland, en Lid van de Koninglyke Maatschappy. Uit het Engelsch vertaald door Pieter Boddaert, Med: Doctor, Oudraad | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
der Stad Vlissingen, Lid van de Keizerlyke Academie der Natuur-Onderzoekeren, van de Hollandsche Maatschappy der Wetenschappen te Haarlem, van het Zeeuwsche Genoodschap der Wetenschappen te Vlissingen, der Provintiale Societeit te Utrecht en der Natuur-Onderzoekeren te Berlin. 's Gravenhage. By J.H. Munnikhuizen, en C. Plaat, in Comp: 1780. (27 × 22 cm, VIII + II + (2) + 66 pp, Bi Un Amsterdam, Bi Un Gent me 6401) Aangeduid als vervolg van het vorig werk, doch alleen in het Nederlandsch opgesteld, en opgedragen door Boddaert aan Gualtherus van Doeveren te Leiden. Voorrede, inleiding en inhoud der 9 hoofdstukken. Oorlog [1780 Hurter] Verhandeling tot betoog, dat de uitvinding van het buskruid onder de nuttige uitvindingen mag gesteld worden. Door Melchior Hurter Lid van deeze Maatschappy (In Verhandel. Maatsch. Wet. Haarlem 1780 XIX2 pp 81-134, Bi Un Gent Hi 2045). Schrijver stelt vast dat door gebruik van buskruit, de oorlogen minder slachtoffers hebben gemaakt, en dat die uitvinding als nuttig mag worden genoemd. Het gebruik van buskruit heeft echter de dapperheid van een krijgsman van geen tel meer gemaakt omdat een zwakke mensch op afstand een sterke kan doodschieten. De verhandeling eindigt met een oproep tegen den oorlog: ‘In eindige deeze Verhandeling met den hartgrondigen wensch, dat de Vorsten en Grooten deezer Aarde eens een recht besef van de waardye van het menschelyke leeven mogen verkrygen, en hoe langs hoe minder genegen zyn, hunnen verschillen door het alles-vernielende zwaard en geschut te beslissen. En dat inzonderheid voor ons lieve Vaderland de uitvinding van het Buskruid en Geschut eene onverschillige uitvinding mag blyven; daar wy nooit een ander gebruik van behoefden te maaken, dan om blyde gebeurtenissen, onder het donderen van het Geschut, met vreugde te vieren. Dierkunde [1771 Hussem] Aanmerkingen betreffende den Dracunculus, door B. Hussem (In Verhandel. Zeeuwsch Gen. 1771 II pp 443-464, Bi Un Gent Hi 1902). Wormpje dat alleen uitwendig in het lichaam wordt gebracht, en dat vooraf in put- en zeewater leeft. Geneeskunde [1778 Hussem] Antwoord op de vraag: Welke zyn de duidelijke en onderscheidene kenmerken van die besmettelyke Rot- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
koorts (Febris Maligna putrida) welke thans zo algemeen bespeurd word op de uitgaande Oost Indische Scheepen dezer Landen; door welke Oorzaken word deze koorts voortgebragt, en welke zyn de Middelen, om dezelve te behandelen, voor te komen, en den voortgang daar van te stuiten? Door B. Hussem (In Verhandel. Zeeuwsch Gen. 1778 VI pp 111-224, Bi Un Gent Hi 1902). In 4 hoofdstukken onderzoekt Hussem de kenmerken van de rotkoorts, dan de oorzaken, de behandeling en behoedmiddelen. Heelkunde [1782 Hussem] Beschryving van een verbeterd werktuig tot de herstelling van den ontwrigten schouder; door B. Hussem (In Verhandel. Zeeuwsch Gen. 1782 IX pp. 33-84, Bi Un Gent Hi 1902). Ook in: Nieuwe scheikundige Bibliotheek Amsterdam (Holtrop) 1799 II p 16; Nieuwe Vaderlandsche Bi van Wetenschappen, Kunst en Smaak, Amsterdam (De Bruyn) 1799 III 2e stuk p 439. Verloskunde. 1727 Huwé Joan. Onderwijs der Vrouwen, aangaande het baaren. Haarlem 1727 in 8; 2e druk Haarlem 1735 in 8 (Bi Un Amsterdam) John Huxham, overleden in 1768, geneesheer te Plymouth. Zijn Essay on Fevers and diseases verscheen te London in 1750.
Dringend verzoek voor aanvullingen en verbeteringen! |
|