| |
| |
| |
Vergadering van 19 Juli 1922.
Zijn aanwezig de heeren: O. Wattez, bestuurder, en Dr. L. Goemans, onderbestuurder.
De heeren: Karel de Flou, Dr. Lod. Simons, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Gustaaf Segers, Kan. Dr. Jac. Muyldermans, Kan. A. Joos, Isid. Teirlinck, Prof. Dr. J. Mansion, Prof. Dr. L. Scharpé, Prof. J. Vercoullie, Prof. Dr. A. Vermeylen, Mr. Leonard Willems, Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde, J. Jacobs, Dr. J. Persyn en Dr. M. Sabbe, werkende leden;
de heer F.V. Toussaint van Boelaere, briefwisselend lid.
De heeren Dr. Hugo Verriest, werkend lid, en Prof. J. Salsmans S.J., briefwisselend lid, lieten zich verontschuldigen.
***
Het verslag van de Juni-vergadering der Academie wordt goedgekeurd.
***
Aangeboden boeken. - Vervolgens legt de Bestendige Secretaris de lijst over van de boeken aan de Academie aangeboden:
Door de Regeering:
Inventaires des Archives de la Belgique publiés par ordre du Gouvernement sous la direction de l'Administration des Archives générales du Royaume. Chartes et cartulaires du Luxembourg. Tome V. Bruxelles, 1922.
Tijdschriften. - Arbeidsblad, 1922. - Bibliographie de Belgique. 1re partie: Livres et Périodiques nouveaux, nos 1-6 en Table alphabétique. - Revue néo-scolastique de philosophie, mai 1922.
| |
| |
Door de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage:
Aanwinsten 1921. III (Apr.-Sept.) IV (Oct.-Dec.)
Door de Rijksuniversiteit te Groningen:
Jaarboek 1920-1921.
De Papyro Oxyrhynchita 1380 scripsit B.A. van Groningen. Proefschrift. Z. pl. of j.
Haan (H.R.M. de). - Contribution to the knowledge of the morphological value and the phylogeny of the ovule and its integuments. Proefschrift. Groningen, 1920.
Hommes (J.H.). - Over de ontwikkeling van de clavicula en het sternum van vogels en zoogdieren. Proefschrift, Groningen 1921.
Door de ‘Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde’ te Leiden.
Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde. 40e dl. Nieuwe reeks; 32e dl., 1ste-4de afl.
Handelingen en Levensberichten der afgestorven medeleden. 1920-1921.
Door het ‘Videnskaps-Selskapet’ te Kristiania:
Skrifter. I. Matematisk-Naturvidenskabelig Klasse. 1919. - 1920: 1.-2. Bind.
Id. II. Historisk-Filosofisk Klasse. 1919. - 1920: 1.-2. Bind.
Forhandlinger. Aar 1919-1920.
Door de ‘Bayerische Akademie der Wissenschaften’, te München:
Volk und Staat in Ägypten am Ausgang der Römerherrschaft. Festrede gehalten in der öffentlichen Sitzung der B. Akademie der Wissenschaften zur Feier des 162. Stiftungstages am 22. Juni 1921 von Leopold Wenger, o. Mitglied der historischen Klasse. München, 1922.
Abhandlungen. Philosophisch-philologische und historische Klasse. XXXI. Band, 1.-2. Abhandlung.
Sitzungsberichte. Id. 12. Abhandlung-Schlussheft 1920.
Door de ‘Société de littérature wallonne’, te Luik:
Annuaire, 1921-22.
Bulletin, Tome 56.
Door de ‘Reale Accademia nazionale dei Lincei’, te Rome:
Atti. Anno 319 (1922). Serie quinta.
Rendiconti. Classe di Scienze, fisiche, matematiche e naturali. Vol. XXX. fasc. 4o-12o; - vol. XXXI, fasc. 1o-9o.
Door den Prof. Ad. de Ceuleneer, werkend lid:
Het Laatste Avondmaal in de Schilderkunst, door Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer. (Overgedrukt uit het ‘Algemeen Nederl. Eucharistisch Tijdschrift’.) Tongerloo, 1922.
| |
| |
Door den heer Kan. Dr. Jac. Muyldermans, werkend lid:
Versamelinge van verscheyde stukken, waer onder men vind den oog-slag op de goddeloosheden.... By een vergaderd door Sincerus Rechtuyt (Keuremenne). Tom. I. Brussel, 1790.
Diest en de H. Joannes Berchmans. Gedicht door Lodewijk De Koninck, en opgedragen aan de Katholieke Jeugd. Mechelen, 1888.
Jan-Tist voor de Rechtbank in den jare 1887, door J.L. de Preter, schrijver van: ‘Peer Jan! Piot bij 't twintigste....’ enz. met een nawoord van F.R.
Door den heer Dr. Jan Gessler, te Hasselt:
De Machabeën. Treurspel door Jos. Hendrickx. Antwerpen, 1892.
Mystica y real Babilonia, auto sacramental alegorico door Don Pedro Calderon de la Barca. Haarlem, 1903.
Merodates. Treurspel in vijf bedrijven. Haarlem, 1905.
Het Vlaamsch als voertaal van Hooger Onderwijs, Redevoeringen uitgesproken op de Plechtige Algemeene Vergadering belegd door de Kath. Vlaamsche Oud-Hoogstudenten Bonden op 9 Mei 1909. Leuven.
Rapport sur la Transformation de l'Université de Gand en Université flamande. Traduit du Néerlandais. 1910. Gand.
Nationaal Hulp- en Voedingscomiteit. Prov. Comiteit van Limburg. Landbouwafdeeling. Bijzondere Commissie van Voedingshuishoudkunde. Onderrichtingen tot verspreiding van de beginselen van spaarzame voeding. Hasselt, 1915.
Id. De spaarzame en beredeneerde voeding. Theorie en praktijk. Id.
Aan mijn broeder J., Redemptorist. (Door H. Drehmans, Maeseyck.)
Provincieraad van Limburg. Gewone zittijd van 1920. Openingsrede uitgesproken door den heer Graaf Theodoor de Renesse, goeverneur van Limburg, in zitting van 1 Juli 1920. Hasselt, 1920.
De zeven Weeën. Oratorium. Arthur Meulemans. Bree, 1921.
Lofrede van den Z.E.H. Joz. Vanden Hove, Pastoor-Deken te Peer. Uitgesproken den 5 October 1915, in de kerk van St.-Trudo te Peer, door Z.E.H.W. Simenon, leeraar in 't Groot Seminarie te Luik. Peer, z.j.
Tot betere opleiding onzer kinderen, door Ph. R., lid van den ‘Bond tot opleiding in het huisgezin’. Brussel, z.j.
Over de plichten van het ontwikkeld katholiek Vlaamsch Meisje, door Lodewijk Clysters. Sint-Truiden, z.j.
Prins Boudewijn Herdacht, door Hippoliet Ledeganck. (2e uitgaaf.) Brugge, z.j.
Smit (J.W.L.). - Guido van Lusignan, de kruisvaarders in de vlakte van Edraëlon. Treurspel in vijf bedrijven. Haarlem, z.j.
Door den heer Jos. Kleijntjens, S.J., te Katwijk a.d. Rijn:
| |
| |
Schets der Algemeene Geschiedenis, door J. Kleijntjens, S.J. en J.v. Haaren. Nijmegem, z.j.
Door den heer Jef Mennekens, bestuurder van het openbaar onderwijs, te Sint-Jans-Molenbeek:
Mennekens (Jef). - Gedichten voor onze schooljeugd. De Bloeiende Tuin. Tweede reeks. Brussel, z.j.
Door den Schrijver:
Eeckhout (Joris). - Onze Priester-Dichters. Antwerpen-Bussum, 1922.
Door de Redactie:
Woordenboek der Nederlandsche Taal. 8ste dl., 20ste afl. (loopenlos), bewerkt door Dr. J. Heinsius.
Id. 13de dl., 12de afl. (rauwklage-ruigte), bewerkt door Dr. R. van der Meulen.
Ruildienst. - Tegen ruiling van de Verslagen en Mededeelingen heeft de Bestendige Secretaris voor de Boekerij der Academie de laatstverschenen afleveringen van de gewone tijdschriften ontvangen:
Vlaamsche Arbeid, Juni 1922. - De Bibliotheekgids, Juli 1922. - Biekorf, nrs 2 en 6, 1922. - Leuvensche Bijdragen, XIVe jg. 1e afl. (Bijblad). - Limburg, Jg. IV, nr 1. - Mechlinia, Mei 1922. - De Opvoeder, nrs 18-20, 1922. - De Schoolgids, nrs 2-5, 2e reeks, 1922. - Sint-Cassianusblad, nr 7, 1922. - Studiën, Juli 1922. - Tooneelgids, nr 3, VIIIe j. - De Kleine Vlaming, Aug.-Sept. 1922. - Dietsche Warande en Belfort, Juli 1922. - La vie diocésaine, juin 1922.
| |
Mededeelingen door den Bestendigen Secretaris.
1o) Van de pers gekomen uitgave. - Den 7 Juli verscheen het Jaarboek van 1922: 31ste jaar. Behalve de gebruikelijke stukken en mededeelingen komen daarin voor:
a) | Werkzaamheden der Academie, door de wet voorgeschreven. (Blzz. 25-28.) |
b) | Staat der Academie: 1 Januari 1922 (Blzz. 30-34.) |
c) | Geboortedag der werkende en briefwisselende leden. (Blzz. 35-36.) |
| |
| |
d) | Staatsprijskampen. Oude en nieuwe inrichting. (Blzz. 105-113.) |
e) | Lijst der geschriften van leden der Academie:
Prof. Dr. A.-J.-J. Vandevelde. (Blzz. 120-136.)
Joz. Jacobs. (Blzz. 136-138.)
Dr. Maurits Sabbe. (Blzz. 138-140.)
Juffr. Virginie Loveling. (Blzz. 140-141.)
Kan. Albin van Hoonacker. (Blzz. 142-147.)
F.V. Toussaint van Boelaere. (Blz. 147.)
Juffr. M.E. Belpaire. (Blz. 148.) |
2o) Karel Boury-Fonds. - In de ‘Maatregelen ter uitvoering van het Reglement van het Karel Boury-Fonds’ (Jaarboek voor 1922, blzz. 97-98), worden voor 1923-1926 voorzien: Uitgave en verspreiding der liederen. Daar nu geen liederen bekroond werden, kan van uitgeven of verspreiden geen spraak zijn. De hooge drukkosten maken het overigens vooralsnog onmogelijk over te gaan tot het uitgeven en verspreiden van de in 1914 bekroonde liederen.
3o) van Langendonck-dag. Op 3 Juli 1922 in de Feestzaal der Koninklijke Vlaamsche Academie. - Tijdens de vergadering, dien dag gehouden, sprak de heer voorzitter, F.V. Toussaint van Boelaere, den dank van het Comiteit uit voor de bereidwilligheid waarmede de Academie haar zoo stemmige feestzaal ter beschikking van de inrichters van den Van Langendonckdag heeft gesteld.
4o) Ruildienst. - Brief van 4 Juni, waarbij de heer Dr. Paul van Oye verzoekt de uitgaven der Academie te zenden aan een of meer wetenschappelijke inrichtingen in Nederlandsch-Indië, waar deze uitgaven totaal onbekend zijn. - In de mate van het mogelijke zal aan deze vraag gevolg gegeven worden.
| |
| |
5o) Handschrift met refereinen, raadsels enz. ontdekt. - Op 7 Juni deelde Dr. M. Sabbe aan de Academie mede dat de heer Jules Frère, kinderrechter te Tongeren, een zeer interessant handschrift met refereinen, raadsels enz. had ontdekt, en vraagde den Bestendigen Secretaris, of het niet geraadzaam zijn zou den heer Frère te verzoeken aan de Academie daarover een mededeeling te willen zenden.
De Bestendige Secretaris voldeed gaarne aan het verlangen van Dr. Sabbe en ontving van den heer Frère bericht, dat de gevraagde mededeeling met November aan de Academie zou toekomen. Het geldt een papieren handschrift van 't jaar 1567 van Mr. Arnold Bierses, prins der Tongersche Rederijkerskamer De Witte Lelie.
De mededeeling van den heer Frère zal, dadelijk na ontvangst er van, om advies naar de Commissie voor Middelnederlandsche letteren verzonden worden.
6o) Lidmaatschap der Academie. Nieuw verkozen leden - Brieven van 22 en 26 Juni waarbij de heeren J. Salsmans en Jos. Muls, nieuw verkozen briefwisselende leden en Dr. J.F.M. Sterck, nieuw verkozen buitenlandsch eerelid, de Academie dank zeggen voor hun benoeming, en beloven in de mate hunner krachten, aan haar werkzaamheid deel te nemen.
7o) Brugge: Wetenschappelijke Vlaamsche Congressen. - Brief van 30 Juni, uitgaande van de Gezamenlijke Regelingscommissie (Secretaris-Penningmeester: Dr. J. Goossenaerts, te St.-Amandsberg), waarbij de Academie verzocht wordt zich, evenals de vorige jaren, officieel te laten vertegenwoordigen op de Wetenschappelijke Vlaamsche Congressen, welke dit jaar, op 5-6-7 Oogst, te Brugge zullen gehouden worden. - De heeren O. Wattez, bestuurder, en Dr. L. Goemans, onderbestuurder, nemen aan de Academie te vertegenwoordigen.
| |
| |
8o) Vakwoordenboek der Hoppeteelt. - Brief van 1 Juli, waarbij de heer A. Quicke, bestuurder van de Middelbare School te Boom, zich doet kennen als de schrijver van het niet bekroonde antwoord op de prijsvraag over Hoppeteelt. De heer Quicke haalt uit het verslag van den heer Teirlinck de volgende zinsnede aan: ‘Beschikte de academie over de noodige geldmiddelen, zoo zou ik voorstellen beide antwoorden te bekronen en uit te geven’, en gaat dan voort:
‘Daar mijn handschrift naar bovenvermeld oordeel niet van waarde ontbloot is en ter aanvulling van het prijsantwoord dienen kan, om de waarde van dit laatste te verhoogen, zoo durf ik de Academie verzoeken haar eigendom van mijn werk aan den prijswinnaar af te staan en zulks zonder eenige voorwaarde van mijnentwege.
Alleen verlang ik dat, in dit geval, heden op de Plechtige Vergadering melding gemaakt worde van mijn verzoek.’
Aan het laatste verzoek kon moeilijk voldoening gegeven worden. Het Bestuur stelt echter voor den heer A. Quicke in de Verslagen en Mededeelingen voor zijn edelmoedig aanbod dank te zeggen. De bekroonde inzender Dr. J. Lindemans zal met het voorstel in kennis gesteld en verzocht worden zijn handschrift met dat van den heer Quicke te vergelijken en te volledigen. - De heer Dr. Lindemans antwoordde op 14 Juli aan de Academie dat hij het edelmoedig aanbod van den heer Quicke zeer op prijs stelt en in dank aanvaardt. - Beide antwoorden werden dan op 18 Juli aan den bekroonde toegestuurd.
9o) Zuiddorpe. Monument Van Dale. - Brief van 13 Juli 1922, waarbij de Commissie van voorbereiding tot het oprichten van een monument voor den geschied- en taalkundige J.H. van Dale, den heer Voorzitter der Koninklijke Academie verzoekt, plaats te
| |
| |
willen nemen in het Eerecomité, met dat doel ingericht. Het inwilligen van het verzoek door den heer voorzitter of door een ander lid zou de Commissie ten zeerste verblijden, - De heer O. Wattez, bestuurder, neemt aan de Academie in genoemd Eerecomiteit te vertegenwoordigen.
10o) Dr. Maurits Sabbe benoemd tot werkend lid. - Brief van 17 Juli 1922, waarbij de Weled. Heer Minister van Wetenschappen en Kunsten aan de Academie een afschrift stuurt van het Koninklijk Besluit van 24 Juni 1922, de verkiezing bekrachtigende van den heer Dr. Maurits Sabbe tot werkend lid, ter vervanging van wijlen Baron Napoleon de Pauw.
| |
Mededeelingen namens Commissiën.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis, Bio- en Bibliographie. - Daar de heer Prof. Dr. J. Mansion, secretaris, afwezig is, werd de heer Willems verzocht hem te vervangen; deze legt het hieronder volgende verslag ter tafel over de morgenvergadering der Commissie:
Zijn aanwezig: Kan. Dr. J. Muyldermans, K. de Flou, Prof. Dr. Ad. de Ceuleneer, Is. Teirlinck en Mr. L. Willems.
Aan de dagorde staan:
a] Shakespeare, studie door den heer Taco H. de Beer, buitenlandsch eerelid, ter opneming in de Verslagen en Mededeelingen aangeboden. - Verslag van Prof. Dr. Logeman.
De heer Prof. Logeman, die door de Commissie belast werd verslag uit te brengen over dit werk, laat zich verontschuldigen, daar hij, wegens uitlandigheid, de zitting niet kan bijwonen. Hij laat echter weten dat hij van meening is dat het ingezonden stuk minder past om in de Verslagen opgenomen te worden. Hij vraagt aan de Commissie, of zij raadzaam oordeelt een polemiek in de Verslagen te openen over de vraag, of Shakespeare of wel Bacon, schrijver van de bekende treurspe- | |
| |
len is. Taco de Beer is Baconian; wordt zijn stuk opgenomen dan komt zeker een antwoord, om het voor Shakespeare op te nemen. Dan weer een pleidooi ten gunste van Bacon enz.
De Commissie oordeelt dat de Verslagen der Academie niet kunnen dienen voor eene polemiek van dien aard. - De Academie sluit zich bij dat oordeel aan.
b] Over de periodiciteit van het menschelijk bestaan (1ste bijdrage). De volkerenwet van Brück et de Lotsbestemming der Natiën, door Dr. M.C. Schuyten ter uitgave aangeboden. - Verslagen door de heeren Prof. Ad. de Ceuleneer en Mr. L. Willems.
Beide verslaggevers zijn het eens dat het ingezonden werk minder past om in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen te worden; het zal, met toestemming van den schrijver, in het archief der Academie nedergelegd worden. - Goedgekeurd door de Academie.
c] Kleine verscheidenheden, door Edw. Gailliard. (Op beleefd verzoek door den heer L. Willems voorgedragen.) - Tinnen kelken. (1587 en 1646.) - De getuigenis in rechten door iemand die in 's aanleggers dienst is. (1467.) - De acht hoogtijden. (1471.) - Een testament, in 1537, door het geestelic hof verbroken. - Oorlogsmateriaal: ‘een sack met een huydt overdeckt’. (1772.) - De benoeming van een ‘Presbyter mercenarius’ te Wenduine. (1537.) - Het koopen van land ten behoeve van ‘kercken of godshuysen’. (1469.) - Een zonderlinge eerherstelling in zake van echtbreuk. (1529.) - De ‘hantghifte’ van eene klok. (1592.)
De Commissie besluit dat deze Verscheidenheden in de Verslagen zullen opgenomen worden. - Door de Academie in pleno vergaderd goedgekeurd.
2o) Bestendige Commissie voor het Onderwijs in en door het Nederlandsch. - Door den heer Gustaaf Segers, secretaris, wordt het volgend verslag ter tafel gelegd:
Zijn aanwezig de heeren: O. Wattez, voorzitter, Kan. Dr. Muyldermans, Prof. Ad. de Ceuleneer, Kan. A. Joos, Dr. Goemans, J. Jacobs, Dr. A.-J.-J. Vandevelde, Dr. J. Per- | |
| |
syn, leden, Dr. M. Sabbe, hospiteerend lid, en Gustaaf Segers, lid-secretaris.
Aan de dagorde staat:
Het verbeteren van letterkundige opstellen. - Lezing door Kan. Joos.
Kan. Joos ontwikkelt in zijne verhandeling drie hoofdgedachten: de onaangenaamheden van het verbeteren der letterkundige opstellen; het noodzakelijke en de voordeelen daarvan; de middelen om er den last van te verminderen. - De heer Voorzitter wenscht Kan. Joos geluk met zijne belangrijke voordracht, en stelt voor die in de Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Viaamsche Academie op te nemen.
Al de leden der Commissie stemmen met de woorden van den heer Voorzitter in.
De lezing wordt vervolgens besproken.
Het hooge belang en de noodzakelijkheid van het verbeteren der opstellen van de leerlingen wordt door allen erkend. De leden der Commissie, op hunne ervaring steunend, lichten de zaak langs verschillende zijden toe. Het is volstrekt noodzakelijk, dat al de opstellen, welke door de leerlingen aan den leeraar afgeleverd worden, verbeterd, gewetensvol verbeterd worden. Over de wijze van verbeteren der opstellen worden verschillende zienswijzen geuit; de hoofdzaak is dat de leerlingen het bewijs, de overtuiging, hebben, dat hun leeraar in hun opstel het hoogste belang stelt. Slechts wanneer hij er in slaagt hen met lust, met ernst hunne letterkundige opstellen te doen bewerken, mogen bevredigende uitslagen verwacht worden.
Door den heer Kan. Dr. Muyldermans wordt een voorstel gedaan om de Regeering en de schooloverheden te verzoeken maatregelen te nemen opdat het onderwijs van het Nederlandsch in de Vlaamsche gewesten, met het oog op het uitvoeren der taalwet in de besturen, behoorlijk worde gegeven, en desnoods versterkt.
Dit voorstel zal in de namiddagvergadering der Academie medegedeeld worden.
De vergadering wordt te kwart voor een uur gesloten.
Dit verslag wordt door de Academie goedgekeurd. Aan het voorstel van Kan. Dr. Jac. Muyldermans wordt, na bespreking, de volgende uitbreiding gegeven:
| |
| |
De Academie verzoekt de hoogleeraren in het Nederlandsch aan de verschillende Hoogescholen, telken jare, bij het beginnen der lessen, een onderzoek in te stellen over de taalvaardigheid hunner nieuwe studenten, ten einde aldus na te gaan in hoeverre het onderwijs der Nederlandsche taal voldoende uitslagen oplevert in de verschillende officieele en vrije inrichtingen voor Middelbaar Onderwijs, zoowel in het Vlaamsche als in het Waalsche gedeelte van het land. De mededeelingen dienaangaande zouden overgemaakt worden aan het Secretariaat der Koninklijke Vlaamsche Academie. - Aan Regeering en Hoogleeraren werd in den aangeduiden zin geschreven, en tot de leeraren in het Nederlandsch aan athenaea en colleges werd hieronder volgende brief gestuurd:
Gent, 30 Oogst 1922.
Hooggeachte Heer,
Het uitvoeren van de taalwet in bestuurszaken wordt herhaaldelijk bemoeilijkt door de gebrekkige taalvaardigheid van hen die tot plicht hebben de wet in alle omstandigheden strikt uit te voeren; om in dien spijtigen toestand te verhelpen is de Koninklijke Vlaamsche Academie zoo vrij U te verzoeken maatregelen te willen treffen opdat het onderwijs van het Nederlandsch in de onderwijsinrichting waaraan Gij verbonden zijt, behoorlijk zou worden gegeven en desnoods versterkt.
Wij durven hopen dat het belang en de hooge noodzakelijkheid van een degelijk onderwijs in het Nederlandsch, U zullen aansporen om het uwe bij te dragen tot verwezenlijking van den wensch onzer Koninklijke Instelling.
Met de meeste hoogachting.
Namens de Academie:
De Onderbestuurder,
Dr. L. Goemans.
De Bestuurder,
O. Wattez.
| |
| |
| |
Dagorde.
1o) Bestendige Commissie voor Geschiedenis. - Lidmaatschap. - Verkiezing van een lid tot vervanging van wijlen Baron Napoleon de Pauw. Tot stemopnemers worden aangewezen Prof. Dr. J. Mansion en Dr. M. Sabbe. - Wordt verkozen de heer Dr. Leo Goemans.
2o) Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Letteren. - Lidmaatschap. - Verkiezing van een lid tot vervanging van wijlen Baron Napoleon de Pauw. Tot stemopnemers worden dezelfde heeren aangewezen. - Wordt verkozen de heer J. Jacobs.
3o) Begrooting der Academie voor het dienstjaar 1923. - Het ontwerp van begrooting voor 1923 werd bij hoogdringendheid door de Regeering gevraagd en reeds op 25 April jl. aan den heer Minister gezonden. - Het stuk met den daarbij gaanden brief ligt ter inzage op het Bureel.
4o) Prijsvragen voor 1923 en volgende jaren. - Daar er voor die jaren nog een voldoende aantal prijsvragen uitgeschreven zijn, stelt het Bestuur voor, dit jaar geen Commissie tot het voorstellen van prijsvragen aan te stellen. - Aangenomen.
5o) Eereleden. - Nieuw benoemde buitenlandsche eereleden. - Een voorstel van den heer Dr. M. Sabbe, om de nieuw benoemde buitenlandsche eereleden in de Academie te ontvangen en ze uit te noodigen bij die gelegenheid een lezing te houden, wordt in dezen zin opgelost, dat de buitenlandsche eereleden, die de post tijdig bereiken kan, voortaan een uitnoodiging tot de maandelijksche vergaderingen der Academie zullen ontvangen.
| |
| |
6o) Lezing door den heer Dr. Julius Persyn: Multatuli en de Vlamingen. - Multatuli heeft heel wat betrekkingen met Vlaamsch-België gehad. Uit zijn ‘Brieven’ kunnen de bijzonderheden worden gehaald aangaande de wijze waarop hij op een zolderkamertje, te Brussel, zijn Max Havelaar schreef.
De eerste haard der Multatuli-vereering bij ons was Antwerpen, met mannen als De Geyter en Hansen voorop. Multatuli kwam er in 't jaar 1867 tweemaal lezen.
Van Antwerpen ging het, nog 't zelfde jaar, naar Gent, en wel bij gelegenheid van het Nederlandsch Congres. Hij sprak er ‘Over de gepaste maat van vrijheid in het gebruik van ongewone vormen en zinsneden’; 't was de verdediging van Germanismen vanwege een liefhebber.
Bij diezelfde gelegenheid trad hij als spreker op in het Van Crombrugghe-genootschap: hij hield er een schitterende improvisatie ‘Over het recht om een gevoelen af te keuren’. Door misverstand kwam het daar tot een tooneeltje, uitgelokt door Prof. Vreede.
Multatuli gedroeg zich ten onzent als een belangstellend vriend van de Vlamingen. Maar achter onzen rug lachte hij ons uit en stak hij met de Beweging den draak.
Op voorstel van den heer Bestuurder beslist de vergadering dat de lezing van Dr. Persyn in de Verslagen en Mededeelingen zal opgenomen worden.
- De vergadering wordt te 4 uur gesloten.
|
|