Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1922
(1922)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 618]
| |
Kleine verscheidenheden.I.
| |
[pagina 619]
| |
van Brugge lagen, terwijl andere bij dit van de heerlijkheid van Sysseele behoorden. Uit de onnauwkeurige grensbepaling dier gronden waren erge moeilijkheden gesproten. Om een einde daaraan te stellen, werden twee landmeters gelast tot het ‘beterden van sticke te sticke’ over te gaan:
Staatsarchief Brugge, Fonds Proostsche van Sint-Donaas, Charters, oud nr 633, voorloopig blauw nr 2481: ‘Alle de zelve landen, gheleghen inde voorseide prochie van Sinte Cruus te doen beterden van sticke te sticke, bij O. ende F., beede ghesworen landtmeters sLandts vanden Vrijen’. (Akte van 4 Augustus 1646.)
Genoemde landmeters was opgedragen, een Register te maken, ‘inhoudende met pertinente canten, zyden ende abouten alle de landen gheleghen in de voorseide prochie..., met distinctie nochtans op elcke partie, of die Proostlandt ofte Sysseelandt’ was.
Beterden wees ook op een soort In oogenschouw nemen door de schepenen van ‘gronden ende hypotecquen’, ten einde, in zaak van ‘gebreck van betaelinge van renten’ b.v., een vonnis daarover te kunnen strijken:
D. Berten, Cout. Seigneurie Saint-Pierre-lez-Gand, blz. 33: ‘Soo wat persoon faute hebbende ende gebreck van betaelinge van renten ofte andere schult, besedt ende gheypoticqueert op huys ende erfve buyten poorten liggende, op tvoorseyde heerschap, is ghehauden te commen aenden heere ende wetten, versouckende ten laste van de voorseyde gronden ende hypotecquen gewesen thebben een voorwys; dien volghende soo gaen de heeren ende seven schepenen... ter plaetsen daer den grondt ofte hypothecque gelegen is, den welcken sy beterden, ende... daeghen inne...’ (1546 o.s.)
Van een dergelijk In oogenschouw nemen is er hieronder spraak, nl. met de bedoeling zekere ‘sluyse, speye, bruggen ende andere proprieteyt’ aan een bepaalde Watering toebehoorende, na te zien en te ‘confronteeren’, Hier hebben wij een voorbeeld van den westvlaemschen vorm Beterten:
Alfr. Ronse, Register ... van alle de waterloopen etc. der Watering van Vladsloo-ambacht, blz. 62: ‘Aldus dezen Registre der proprieteyt ende eygendommen der Wateringe van Vladsloo-Ambacht vernieuwt, gemaekt ende geschreven by E..., dit naer dien de zelve Wateringe met des selfs zydelingen, dycken, sluyse, speyen, bruggen ende andere proprieteyt de Wateringe behoorende, waeren betorten ende met dezen nieuwen Registre geëxamineert ende geconfronteert door d'heer ende meester J...’ (1780.) | |
[pagina 620]
| |
574. - Beloop.Spr. van dijken of barmen aangelegd om overstroomingen te beletten: deze dijken waren tamelijk breed en met graszoden belegdGa naar voetnoot(1), ten einde de aarde steviger te maken. Welnu, Beloop wijst op het deel daarvan, - op de twee kanten, de twee hellingen, - waarop men vee mocht laten grazenGa naar voetnoot(2).
Staatsarchief te Brugge. Fonds der Abdij van Oudenburg, Charters, oud nr 8082 (222), voorloopig blauw nr 6868: ‘Eerst es te wetene dat den voorseiden dyc beghint xij roeden betwest vander Lekesluus, westwaert gaende xxxvj roeden verre, tbeloop beneden bedect met aerden iij roeden, ende also upwaert dycwys ghemaect x voeten hoghe boven den meylande vanden zelven poldere, ende den voorscreven dyc boven breet blyvende viij voeten...’ (Akte van 21 Januari 1470.) Id., Fonds van het Brugsche Vrije, Register nr 9, fol. 91: ‘Den zelven dijck te doen makene van vier roeden van beloope, wel zat van eerde...’ (24 Maart 1550.) Id., id., Register id., fol. 92: ‘Daerup wel ghezootGa naar voetnoot(3) tbeloop vanden zelven dycke met goede taye schorre zooden, elcke zoode vyf dumen dicke...’ (24 Maart 1550.) Ed. Vlietinck, Cartulaire d'Ostende, blz. 125: ‘Item den dyc commende over dezelve sluus zal men maken van beloope, hoochden ende breeden, ghelyc...’ (1517.)
Op straten en op wegen wordt het woord Beloop ook toegepast. Ten huidige dage nog is een Beloop een weide waar het vee in loopt en graast. Zie bij De Bo, vo Beloop.
Edw. Gailliard. |
|