Kleine verscheidenheden.
I.
Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde.
570. - Beloop.
Is hetzelfde als Gebied (een uitgestrektheid grond waarop b.v. eene bepaling toepasselijk is); Fr. Ressort, Circonscription. Er is spraak van de ‘Tiende tEckerghem’ en van de vaststelling van het gebied, of ‘ressort territorial’, waarop deze zich uitstrekte:
D. Berten, Cout. Seigneurie Saint-Bavon lez-Gand, blz. 65-67: ‘Int eerste dat niemen en heift, int beloop vander voorseide tiende, eygen leen noch erve tiende vry... - Dit es tbeloop vander tiende tEckerghem ommegaens, also verre als so strect binnen Ghend ende der buten... Ende al dat binnen desen beloope leeght es sculdich vulle tiende...’ (Begin XVe eeuw.)
In zake van wateringen, wijst dit woord op het Grondgebied, op de Omschrijving, Fr. Circonscription, d.w.z. op de gezamenlijke gronden die van een gezegde watering deel uitmaken en waarop het rechtsbeheer of de jurisdictie van ‘d'heeren groote gelande van de wateringe’Ga naar voetnoot(1) zich uitstrekt:
Staatsarchief te Brugge, Fonds Proostsche van Sint-Donaas, Charters, oud nr 6810, voorloopig blauw nr 1774: ‘Een gemet proostlant, wesende saijlant, liggende binnen den ambachte van Oostkercke ende inde prochie van Westcappelle, onder tbeloop vande waterijnghe van Groot Reygarsvliet...’ (Akte van 20 November 1685.)
Id., Fonds Brugsche Vrije, Charters, oud nr 6790, voorloopig blauw nr 1754: ‘Een behuysde hofstede..., groot..., ghestaen ende ghelegen... ter prochie van Lapscheure, onder het beloop der waterynghe van Sint Jobspolders...’ (Akte van 29 Augustus 1699.)
Edw. Gailliard.